Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Philips Efficia DFM100 Gebruiksaanwijzing pagina 151

Verberg thumbnails Zie ook voor Efficia DFM100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Overzicht voorvallen
Tabel 29
Voorvalinformatie (vervolg)
Vastgelegd voorval




Defibrillatie

(waarde)


(reden)

(getal) (energie)
(impedantie) (piekstroom)

(impedantie) Vastgelegd wanneer een defibrillatie wordt begonnen, maar deze wordt afgebroken


/



AED-modus






Vastgelegd wanneer de NiBD-manchet een druk bereikt van 300 mmHg/40 kPa.
Vastgelegd wanneer een NiBD-meting niet kan worden voltooid.
Vastgelegd wanneer het apparaat een niet-kritische NiBD-fout detecteert.
Vastgelegd wanneer de NiBD-module een defect detecteert.
Vastgelegd wanneer wordt begonnen met opladen.
Vastgelegd wanneer de lading handmatig uit het apparaat wordt afgevoerd.
Vastgelegd wanneer de lading automatisch uit het apparaat wordt afgevoerd.
Redenen kunnen zijn:

: vastgelegd wanneer de automatische afvoer van de lading wordt veroorzaakt
door een slechte verbinding tussen het apparaat en de patiënt.

: vastgelegd wanneer het apparaat het geselecteerde energieniveau
niet kan bereiken tijdens het laden.

: vastgelegd wanneer het apparaat zijn geconfigureerde periode voor
automatische afvoer van de lading bereikt.

dat het ritme niet te defibrilleren is.

: vastgelegd wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld tijdens het laden.

: vastgelegd in de modus voor gesynchroniseerde cardioversie wanneer
wordt gedetecteerd dat de synchroniserende afleiding los zit.

detecteert in het type paddles of elektrodepads terwijl de therapiekabel is
aangesloten, of wanneer de identificatie van het type therapiekabel ongeldig is.
Vastgelegd wanneer er een schok is toegediend.
voordat een volledige defibrillatiedosis is afgegeven.
Vastgelegd wanneer Sync wordt in- of uitgeschakeld plus elke daaropvolgende
verandering.
Vastgelegd wanneer een defibrillatie wordt begonnen en voltooid, maar de volledige
defibrillatiedosis niet wordt afgegeven.
Vastgelegd wanneer een kritieke fout is opgetreden, waardoor therapie wordt
verhinderd.
Vastgelegd wanneer het algoritme de analyse start.
Vastgelegd wanneer een artefact wordt gedetecteerd.
Vastgelegd wanneer het algoritme een schokbaar ritme detecteert.
Vastgelegd wanneer het algoritme een niet-schokbaar ritme detecteert.
Vastgelegd wanneer het algoritme geen beslissing kan nemen over al dan niet een
schok toedienen.
Vastgelegd wanneer het apparaat een geforceerde pauze begint of beëindigt.
Frequentie
: vastgelegd wanneer het algoritme in de AED-modus bepaalt
: vastgelegd wanneer het apparaat een verandering
13: Gegevensbeheer
139

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

866199

Inhoudsopgave