Specificaties
ECG-curven: weergegeven op een vaste tijdbasis van 25 mm/s (printer) ±5%, 25 mm/s (scherm)
±10%.
ECG-registratie "Elektroden los": draden voor 3 en 5 afleidingen voor een gelijkspanning van
<35 nA via huidige patiëntelektroden, <1,0 uA via andere elektroden.
Maximale T-top amplitude: Apparaat negeert tot 80% van R-top amplitude voor gesynchroniseerde
cardioversie; tot 55% van R-top amplitude voor pacen in de modus Vragen; tot 34% van R-top
amplitude voor aritmieanalyse. Maximale T-top amplitude wanneer een QRS-testsignaal een
amplitude van 1 mV heeft met een duur van 100 ms, waarbij een hartfrequentie van 80 1/min is
gebruikt: 18 mm.
Frequentierespons:
•
ECG-netfilter - 50 Hz of 60 Hz.
•
ECG voor scherm: 0,15-40 Hz, 0,05-40 Hz (EN 60601-2-27:2006 50.102.8 a, b), 2,0-20,0 Hz
•
ECG voor printer: 0,05-150 Hz - diagnostisch, 0,15-40 Hz - ST-monitor, 0,05-40 Hz -
monitor (EN 60601-2-27:2006 50.102.8 a, b), 2,0-20,0 Hz - EMS
Hartslag-accuratesse en respons op onregelmatig ritme: Voldoet aan AAMI-standaard voor
ventriculaire bigeminie (HF=80 spm); langzaam alternerende ventriculaire bigeminie (HF=60 spm);
snel alternerende ventriculaire bigeminie (HF=120 spm); bi-directionele systolie (HF=90 spm),
gemeten na een stabilisatietijd van 20 sec.
Gemiddelde hartfrequentie: Bij hartfrequenties ≥ 50 spm, wordt de hartfrequentie bepaald door het
gemiddelde van de 12 meest recente R-R intervallen. Inclusief slagen N, P en V. Indien de
hartfrequentie tot onder de 50 spm zakt, zullen de 4 meest recente R-R intervallen gebruikt worden
in het gemiddelde. Opmerking: bij ventriculair tachycardiealarm, met een door de gebruiker te
definiëren PVC-runlengtegrens, wordt de hartfrequentie gebaseerd op de door de gebruiker
geselecteerde PVC-lengte, tot maximaal 9 PVC's. Bijwerktijd voor weergave van de hartfrequentie is
maximaal 1 seconde.
Gevoeligheid pacemakerpulsdetectie: 1 mV voor een breedte van 100 µs; 200 µV voor een breedte
van 500 µs en 200 µV voor breedten van 500 µs tot 2 ms.
Bandbreedte analoge ECG-uitgang: 0,5 tot 70 Hz
Verhoging analoge ECG-uitgang: 1 v output per 1 mV input ± 10%
Vertraging analoge ECG-uitgang: Propagatie vertragingstijd is <25 ms van ECG-ingang tot analoge
ECG-uitgang.
Mogelijkheid tot discriminatie van pacemakerpulsen: Amplitude van ± 2 mV tot ± 700 mV en een
breedte van 0,1 ms tot 2,0 ms volgens ANSI/AAMI EC 13:2002 4.1.4.1/YY1079 4.1.4.1, met
uitzondering van het volledige overshoot-bereik van IEC 60601-2-27/GB9706.25, methode A en B.
Discriminatie van pacemakerpulsdetectie van snelle ECG-signalen: Slew Rate 1,1 V/s.
Hartfrequentie responstijd: 7 seconden voor een alarm HF hoog wanneer de hartslag verandert van
80 in 120 spm, met de alarmgrens ingesteld op 100 spm; 6 seconden voor een alarm HF laag
wanneer de hartslag verandert van 80 naar 40 spm, met de alarmgrens ingesteld op 60 spm.
Tijd tot tachycardiealarm: 4 sec voor 206 spm (1 mV, gehalveerde amplitude en verdubbelde
amplitude) en 195 spm (2 mV, gehalveerde amplitude en verdubbelde amplitude), zoals gemeten na
een normale hartslag van 80 spm met bovengrens alarm van 100 en ondergrens alarm van 60 spm.
Patiëntisolatie (defibrillatiebeveiliging):
•
Afleiding ECG: Type CF
•
SpO
•
CO
: Type CF
2
: Type BF
2
19: Specificaties
209