Overzicht voorvallen
Tabel 29
Voorvalinformatie (vervolg)
Vastgelegd voorval
Waarden
(waarde),
(waarde),
(waarde),
(waarde),
(waarde),
(waarde)
HF/ECG
(waarde, grens)
(waarde, grens)
(waarde, grens)
(waarde, grens)
/
(laag) (hoog)
Vastgelegd wanneer elektroden op de patiënt worden geplaatst.
Vastgelegd na een voorval van
van de patiënt zijn verwijderd of als de therapiekabel is ontkoppeld.
Vastgelegd bij een lage pad-impedantie.
Vastgelegd bij een minimale pad-impedantie.
Vastgelegd wanneer externe paddles in contact komen met de patiënt.
Vastgelegd na
verliezen.
Vastgelegd wanneer interne paddles in contact komen met de patiënt.
Vastgelegd na
verliezen.
Vastgelegd wanneer bewakingselektroden voor een primaire ECG op de patiënt zijn
aangebracht.
Vastgelegd na
curve contact met de patiënt verliest.
Vastgelegde waarden als een meting wordt uitgevoerd - minimaal iedere 5 minuten.
Vastgelegd wanneer een vasthoudend fysiologisch alarm met hoge prioriteit wordt
gegenereerd.
Vastgelegd wanneer een vergrendeld fysiologisch alarm met matige prioriteit is
gegenereerd en pacemakermodus is geselecteerd.
Vastgelegd wanneer een zelfherstellend fysiologisch alarm met matige prioriteit
wordt gegenereerd.
Vastgelegd wanneer er ECG-gegevens zijn die niet kunnen worden geanalyseerd.
Vastgelegd wanneer er een defect is opgetreden in de ECG-apparatuur.
Vastgelegd wanneer er een defect is opgetreden in de ECG-elektroden (of -paddles).
Vastgelegd bij het uit- of aanzetten van ECG-alarmen en elke daaropvolgende
verandering.
Vastgelegd wanneer HF-alarmen worden ingeschakeld en wanneer de alarmgrenzen
worden veranderd.
Frequentie
als de multifunctionele elektrodepads
als de paddles het contact met de patiënt
als de paddles het contact met de patiënt
als een bewakingselektrode voor de primaire
13: Gegevensbeheer
135