Symptomen
Tabel 50
ECG-problemen (vervolg)
Symptoom
Technisch alarm
.
Melding
op het scherm.
Bericht
op het scherm.
Melding
op het scherm.
Tabel 51
Problemen bij defibrilleren en pacen
Symptoom
Melding
op het scherm.
Het bericht
wordt
weergegeven.
Het bericht
wordt
weergegeven.
Het bericht
wordt
weergegeven.
Het bericht
wordt
weergegeven.
Mogelijke oorzaak
Er is een apparaatdefect
gedetecteerd. Het apparaat
kan geen therapie geven.
De curve in curvesector 1 is
niet meer geldig en een
andere ECG-bron is
beschikbaar.
De aangegeven
bewakingselektrode zit los of
maakt slecht contact met de
patiënt.
Twee of meer
extremiteitselektroden zijn
los of maken geen goed
contact met de patiënt.
Mogelijke oorzaak
Er is een testbelasting of
kortsluitstekker bevestigd
aan het uiteinde van de
therapiekabel.
Impedantie van de
elektroden is minder dan 10
ohm.
Therapiekabel is niet
aangesloten.
Elektroden/paddles
aansluiting twijfelachtig.
De schokknop is niet
ingedrukt binnen de
geconfigureerde tijdsperiode.
Het geven van een schok is
afgebroken vanwege een
hoge impedantie.
De elektrodepads of paddles
met therapiekabel zijn niet
aangesloten op het apparaat.
Mogelijke oplossing
Voer een functionele controle uit. Als deze mislukt of
het probleem zich herhaaldelijk blijft voordoen, stelt u
het apparaat buiten gebruik en waarschuwt u een
servicetechnicus.
Ga na of de bewakingselektroden/-pads goed zijn
aangebracht.
Gebruik de Lead Select-knop om een andere afleiding te
kiezen die u wilt bewaken.
Controleer of de bewakingselektroden goed zijn
aangebracht. Bereid zo nodig de huid van de patiënt
goed voor en plaats nieuwe bewakingselektroden.
Controleer of de extremiteitselektroden goed zijn
aangebracht.
Deze melding wordt niet weergegeven als V en RL zijn
uitgeschakeld, omdat het apparaat ervan uitgaat dat er
een kabel voor 3 afleidingen is aangesloten.
Mogelijke oplossing
Verwijder de testbelasting of kortsluitstekker en bevestig
de multifunctionele elektroden.
Controleer de verbinding tussen elektroden en patiënt.
Zorg ervoor dat de therapiekabel is aangesloten en dat
de elektroden/paddles goed contact met de patiënt
maken.
Geen actie nodig. Indien nodig het apparaat opladen en
op de schokknop drukken.
Controleer de verbinding tussen paddles en patiënt.
Verwijder pasta, vocht of enig ander geleidend materiaal
tussen de paddles en patiënt.
Controleer de verbinding tussen elektroden en patiënt.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
17: Problemen oplossen
191