19: Specificaties
Geladen indicatoren: Laden bezig/laden gereed toon, knipperende schokknop op frontpaneel en
externe paddles, energieniveau weergegeven in het display.
AED-modus
AED-energieprofiel: 150 joule (fabrieksuitgangspunt) voor volwassenen/50 J voor baby's/kinderen,
nominaal bij een testbelasting van 50 ohm.
AED-knoppen: Aan/Uit, Schok.
Tekst- en spraakaanwijzingen: Uitvoerige tekst/hoorbare meldingen leiden de gebruiker door een
gebruikers-geconfigureerd protocol.
Indicatoren: Monitor toont meldingen en aanwijzingen, gesproken aanwijzingen, batterijstatus,
RFU (Ready For Use, gebruiksklaar), externe spanning.
Geladen indicatoren: Laden bezig/laden gereed toon, knipperende schokknop en energieniveau
weergegeven in het display.
ECG-analyse: Evalueert het ECG van de patiënt en de signaalkwaliteit om te bepalen of er
gedefibrilleerd moet worden en evalueert ook de impedantie van de aansluiting op een goed contact
van de defibrillatie-elektroden.
Defibrilleerbare ritmes: SMART-analyse is gericht op het defibrilleren van ventrikelfibrillatie,
ventriculaire flutter en polymorfe ventriculaire tachycardie. Het ontwerp is ervoor gemaakt om geen
schok te geven bij ritmes die gewoonlijk vergezeld gaan van een pulsatie of bij ritmes waarbij een
elektrische schok geen voordeel biedt.
Gevoeligheid van de adviesalgoritme voor defibrilleren: Voldoet aan de AAMI DF39-vereisten en
AHA-aanbevelingen; volwassene: ventrikelfibrillatie - 90% met lagere betrouwbaarheidsgrens (LBG)
van 87%, polymorfe ventriculaire tachycardie en ventriculaire flutter - 75% met LBG van 67%;
baby/kind: ventrikelfibrillatie - 90% met LBG van 87%.
Specificiteit van het adviesalgoritme voor defibrilleren: Voldoet aan AAMI DF39-vereisten en
AHA-aanbevelingen; Normaal sinusritme - 99% met LBG van 97%; Asystolie - 95% met LBG van
92%; Andere niet-defibrilleerbaar ritmes - 95% met LBG van 88%.
ECG en aritmiebewaking
Ingangen: Er kunnen tot drie (3) ECG-curven simultaan worden getoond en tot twee (2) curven
tegelijkertijd worden geprint. Afl. I, II, of III wordt verkregen via de 3-draads ECG-kabel en
afzonderlijke bewakingselektroden. Met een 5-draads ECG-kabel kunnen ook de afleidingen aVR,
aVL, aVF, en een V-afleiding worden verkregen. Elektroden-ECG wordt verkregen via 2
multifunctionele elektrodepads.
Afleiding los: Meldingen en stippellijnen verschijnen op het display als er een elektrodedraad
losraakt.
Elektrode los: Er verschijnt een stippellijn als er een pad losraakt.
Hartfrequentieweergave: Getalsweergave op display van 16 tot 300 spm (type patiënt Volwassene)
of 16 tot 350 spm (Baby/kind) met een nauwkeurigheid van ±10% of ±5 spm, waarbij de grootste
waarde geldt.
Hartfrequentie- en aritmiealarmen: HF hoog/laag, Asystolie, VFIB/VTACH, VTACH, Extreme
tachy, Extreme brady, PVC freq., Pacem gn capt., Pacer pacet niet.
Common mode rejection: 105 dB voor afleidingen ECG, 96 dB voor elektroden ECG.
ECG-grootte: 1/4x, 1/2x, 1x, 2x, 4x, auto-amplitude (1x amplitude is 10mm/mV op de afgedrukte
strook).
208
Specificaties