9: CO
-bewaking
2
Wijzigen van de Apneutijd-alarmgrens
De Apneutijd-alarmgrens wijzigen:
Druk op de slimme selectieknop.
1
Draai aan de slimme selectieknop om het menu
2
knop Smart Select.
Selecteer
3
4
Selecteer
Draai aan de slimme selectieknop om de nieuwe bovengrenswaarde te selecteren en druk
5
vervolgens de slimme selectieknop in.
Stel de nieuwe ondergrenswaarde in en druk op de slimme selectieknop.
6
De AwRF-alarmen inschakelen/uitschakelen
Druk op de slimme selectieknop.
1
Draai aan de slimme selectieknop om het menu
2
knop Smart Select.
Selecteer
3
Selecteer
4
WAARSCHUWING: De veiligheid en effectiviteit van de respiratiemeetmethode in het opsporen van apneu, met name bij
prematuren en jonge kinderen, staan niet vast.
Mainstream- en Sidestream-sensoren nullen
Om onnauwkeurige metingen te voorkomen, moeten de Sidestream- en Mainstream-sensor worden
gereset en moet er een geldige nulling worden uitgevoerd:
• Bij het aansluiten van een nieuwe samplinglijn
• Bij een significante verandering in de omgevingsomstandigheden
• Wanneer wordt getwijfeld aan de nauwkeurigheid van de aflezing
• Op aanwijzing van de Efficia DFM100
OPMERKINGEN: Nul de sidestream- en mainstreamsensor voor CO
aangebracht.
Wacht nadat u de samplinglijn uit de luchtweg van de patiënt hebt verwijderd 20 seconden voordat
u een nulling van de CO
vervliegen.
Houd de samplinglijn weg van alle bronnen van CO
de patiënt) en uitlaatlucht van de ventilator.
Tijdens het nullen zijn EtCO
parameterblok en er verschijnt een onderbroken lijn in de curvesector.
108
en druk op de knop Smart Select.
en druk op de knop Smart Select.
en druk op de knop Smart Select.
(
) en druk op de knop Smart Select.
-sensor uitvoert, zodat eventuele CO
2
-gegevens ongeldig. Er wordt een
2
Mainstream- en Sidestream-sensoren nullen
te markeren en druk op de
te markeren en druk op de
niet zonder dat er een samplinglijn is
2
-restanten in de lijn kunnen
2
, inclusief uitgeademde lucht (van uzelf en van
2
weergegeven in het