Overzicht
Tabel 33
Hartfrequentie-/ECG-instellingen
Parameter
Selecteert de HF/ECG kleur.
Bepaalt of het ECG automatisch wordt
afgesteld op de maximumgrootte zonder de
curvesector af te snijden. Als auto-amplitude uit
staat, is de standaardwaarde x1 (10 mm/mV).
OPMERKING: Het aanpassen van de ECG-curvegrootte op het display heeft geen invloed op het ECG-signaal
dat voor aritmieanalyse wordt gebruikt.
Selecteert de instelling voor het wegfilteren van
netlijnruis uit ECG-gegevens. Pas deze
instelling aan op de netspanning in uw land.
Selecteert de displayfilterfrequentie voor de
3-/5-draads ECG-kabel.
Selecteert de displayfilterfrequentie voor de
aangesloten therapiekabel of de 3-/5-draads
ECG-kabel.
Selecteert het elektrodelabelformaat. AAMI:
RA, LA, LL, RL, V; IEC: R, L, F, N, C.
Geeft aan of HF-/aritmiealarmen zijn in- of
uitgeschakeld bij het opstarten.
Bepaalt of de ritmestatus met de primaire
ECG-curve in alle klinische modi (behalve
AED) wordt weergegeven op het scherm.
Selecteert de standaard alarmbovengrens voor
de HF die vanuit het ECG en de polsfrequentie
die vanuit SpO
Selecteert de standaard alarmondergrens voor
de HF die vanuit het ECG en de polsfrequentie
die vanuit SpO
Selecteert de VTach-hartfrequentiegrens.
Selecteert de VTach Run-grens.
Selecteert de PVC-grens.
Omschrijving
wordt verkregen.
2
wordt verkregen.
2
Instellingsmogelijkheden
,
,
,
,
,
,
,
(monitor)
(ST-monitor)
(EMS)
,
,
,
Volwassene: 35 - 300, 120 spm
Baby/kind: 35 - 300, 160 spm
aangepast in verhogingen van 5
Volwassene: 30 - 295, 50 spm
Baby/kind: 30 - 295, 80 spm
aangepast in verhogingen van 5
Volwassene: 95 - 150, 100 spm
Baby/kind: 95 - 150, 120 spm
aangepast in verhogingen van 5
Volwassene: 3 - 20, 5
Baby/kind: 3 - 20, 5
Volwassene: 1 - 99, 10
Baby/kind: 1 - 99, 5
14: Configuratie
Gebruikers-
instelling
,
,
153