5: Optie AED-modus
Voorzorgen voor AED-therapie
WAARSCHUWINGEN: Het AED-algoritme is niet ontworpen om de problemen met spikes van slecht functionerende
pacemakers op te vangen. Bij patiënten met een pacemaker kan de Efficia DFM100 verminderd
gevoelig zijn en niet alle defibrilleerbare ritmes herkennen.
Gebruik uitsluitend elektroden die zijn goedgekeurd voor gebruik met de Efficia DFM100. Het
gebruik van niet-goedgekeurde elektroden kan de prestaties en resultaten beïnvloeden. Zie
"Goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires"
ondersteunde elektroden.
Bij de behandeling van volwassenen in de modus AED dienen de multifunctionele elektroden in de
positie anterior-anterior te worden aangebracht, zoals aangegeven op de verpakking. Voor kinderen
is de anterior-posterior positie geschikt.
Zorg ervoor dat multifunctionele elektroden elkaar of andere ECG-bewakingselektroden,
aansluitdraden, verband, enzovoort niet raken. Zulke contacten kunnen tijdens defibrillatie
elektrische paden vormen en huidverbrandingen veroorzaken bij de patiënt en de defibrillatiestroom
van het hart wegleiden.
Tijdens defibrillatie kunnen luchtbellen tussen de huid en multifunctionele elektroden
huidverbranding bij de patiënt veroorzaken. Ter voorkoming van luchtbellen zorgt u ervoor dat de
elektroden volledig op de huid plakken. Gebruik geen uitgedroogde elektroden. Open een
elektrodenverpakking pas vlak vóór het gebruik.
Raak de patiënt of materiaal dat in contact staat met de patiënt (waaronder bed of brancard) niet aan
tijdens defibrillatie.
Vermijd contact tussen de patiënt en geleidende vloeistoffen en/of metalen voorwerpen, zoals de
brancard.
Medisch elektrische apparatuur die niet is voorzien van defibrillatiebeveiliging, dient vóór
defibrillatie te worden ontkoppeld.
OPMERKINGEN: Succesvolle reanimatie is afhankelijk van veel factoren die te maken hebben met de fysiologische
toestand van de patiënt en de omstandigheden bij het voorval. Een niet succesvol resultaat is geen
betrouwbare indicatie voor de werking van de defibrillator/monitor. Het al of niet optreden van een
spierrespons bij het afgeven van energie tijdens de elektrische therapie is geen betrouwbare indicator
voor de energieafgifte of werking van het apparaat.
Impedantie is de weerstand tussen de defibrillatie-elektroden op het lichaam van de patiënt die door
de defibrillator moet worden overbrugd om een effectieve energieontlading af te geven. Het
impedantieniveau varieert per patiënt en wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals de
aanwezigheid van borsthaar, vocht en lotion of poeder op de huid. De SMART Biphasic-curve met
lage energie is een impedantiecompenserende curve die is bedoeld voor een effectieve werking bij een
groot aantal verschillende patiënten. Als echter het bericht
het scherm, controleert u of de huid van de patiënt is gewassen en afgedroogd en of eventueel
borsthaar is afgeschoren. Wordt het bericht herhaald, dan vervangt u de elektroden en/of de
therapiekabel.
De analysealgoritme SMART van de Efficia DFM100 detecteert pacemakerpulsen van 2,5 ms of
korter en verwijdert deze pulsen, zodat ze niet worden meegerekend.
Voer bij functionele controles en conform het protocol van uw instelling alle standaard diagnostische
tests uit om u ervan te verzekeren dat de gesproken aanwijzingen naar behoren functioneren.
64
Voorzorgen voor AED-therapie
op pagina 201 voor een overzicht van
Tabel 57
wordt weergegeven op