Bereidingstijd kiezen
Grill platte stukken vlees of vis ca.
6–8 minuten aan elke kant.
Zorg ervoor dat de stukken ongeveer
even dik zijn, zodat de bereidings-
tijden niet te veel verschillen.
Controleer na afloop van de kortste be-
reidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Test of het vlees gaar is door er met
een lepel op te drukken. Zo kunt u na-
gaan of het vlees voldoende gaar is.
- saignant
Als het vlees nog elastisch is, dan is
het vanbinnen nog rood.
- à point
Als het vlees een beetje meegeeft, is
het vanbinnen roze.
- bien cuit
Als het vlees nauwelijks nog mee-
geeft, is het doorbakken.
Tip: Als een groot stuk vlees vanbuiten
al behoorlijk bruin wordt, terwijl het van-
binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees
op een lager niveau in de oven plaatsen
of op een lagere temperatuur verder
grillen. Zo wordt de bovenkant niet te
donker.
Informatie over de ovenfunc-
ties
In het hoofdstuk "Hoofd- en subme-
nu's" vindt u een overzicht van alle
ovenfuncties met de bijbehorende voor-
geprogrammeerde waarden.
Het kunststof van de spijzenthermo-
meter kan smelten bij zeer hoge tem-
peraturen.
Gebruik de spijzenthermometer niet
bij grillfuncties.
Bewaar de spijzenthermometer niet
in de ovenruimte.
Grote grill gebruiken
Gebruik deze functie voor het grillen
van grote hoeveelheden dun vlees en
voor bruineren (grote vormen).
Het bovenste verwarmings-/grillelement
wordt roodgloeiend en levert de warm-
testraling die voor het grillen nodig is.
Kleine grill gebruiken
Gebruik deze functie voor het grillen
van kleinere hoeveelheden en voor gra-
tineren in kleine vormen.
Alleen het binnenste gedeelte van het
bovenste verwarmings-/grillelement
wordt roodgloeiend. Het verwarmings-
element levert de warmtestraling die
voor het grillen nodig is.
Circulatiegrill gebruiken
Deze functie is geschikt voor het grillen
van gerechten met een grotere diame-
ter, bijv. kip.
Voor platte voedingsmiddelen wordt
meestal een temperatuur van 220 °C
aangeraden, voor voedingsmiddelen
met een grotere diameter 180–200 °C.
Grillen
89