Braden
- Bij gevogelte kunt u de metalen punt
het beste in het dikste borstgedeelte
steken. Druk met uw duim en wijsvin-
ger op het borstgedeelte om het
dikste deel te vinden.
- De metalen punt mag niet in aanra-
king komen met botten of zeer vetrij-
ke delen. Wanneer de punt in aanra-
king komt met vetweefsel of botten,
kan dit ertoe leiden dat de oven te
vroeg wordt uitgeschakeld.
- Kies bij doorregen vlees de hoogste
waarde van het kerntemperatuurbe-
reik uit de bereidingstabel.
- Bij gebruik van aluminiumfolie, braad-
folie of een braadzak steekt u de spij-
zenthermometer door de folie tot in
de kern van het voedingsmiddel. U
kunt de spijzenthermometer ook in
het vlees steken en het vlees vervol-
gens in de folie doen. Houd u hierbij
aan de aanwijzingen van de foliefabri-
kant.
- De spijzenthermometer moet in zeer
platte voedingsmiddelen, zoals vis,
bijna volledig horizontaal worden in-
gestoken. Bereid platte voedingsmid-
delen daarom in schalen van glas of
keramiek, omdat de wanden van een
metalen schaal de radiosignalen kun-
nen storen.
Als de spijzenthermometer tijdens een
bereiding niet meer wordt herkend,
verschijnt op de display een betreffen-
de melding. Wijzig de positie van de
spijzenthermometer.
86
Spijzenthermometer gebruiken
Trek de spijzenthermometer uit de
opbergruimte in de deur.
Steek de metalen punt van de spij-
zenthermometer tot aan de greep in
het gerecht.
Als u meerdere stukken vlees tegelijker-
tijd wilt bereiden, steek de spijzenther-
mometer dan in het dikste stuk vlees.
De greep moet schuin omhoog wijzen.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
Sluit de deur.
Kies de functie of het automatische
programma.
Stel de temperatuur en de kerntem-
peratuur in, indien nodig.
Bij automatische programma's liggen
de kerntemperatuurwaarden vast.
Volg de instructies op de display.
De bereiding wordt beëindigd zodra de
kerntemperatuur is bereikt.
Gevaar voor letsel door heet op-
pervlak.
De greep van de spijzenthermometer
kan heet worden. U kunt zich aan de
stoom verbranden.
Trek bij het verwijderen van de spij-
zenthermometer ovenwanten aan.
Tip: Steek de spijzenthermometer op
een andere plaats in het gerecht of ver-
hoog de kerntemperatuur en herhaal de
procedure als het gerecht nog niet naar
wens gegaard is nadat de kerntempera-
tuur is bereikt.