Geavanceerde HemoSphere -monitor
5.3 Bewakingsweergaven
Er zijn acht klassieke bewakingsweergaven: trendgrafiekweergave, trendtabelweergave, gedeeld scherm
met trendgrafiekweergave en trendtabelweergave, fysiologieweergave, cockpitweergave,
fysiorelatieweergave, doelpositioneringsweergave en de hoofdbewakingsweergave, een gedeeld scherm
met trendgrafiekweergave en cockpitweergave. Afhankelijk van de geselecteerde bewakingsweergave
kunnen maximaal acht bewaakte parameters worden weergegeven.
Naast deze klassieke bewakingsweergaven zijn er nog drie gerichte bewakingsweergaven beschikbaar.
Met deze weergaven kan de gebruiker arteriële bloeddrukwaarden plus drie parameters in een
gestroomlijnde en gerichte schermindeling bekijken. Zie Gerichte hoofdweergave op pagina 109,
Gefocust grafische-trendoverzicht op pagina 109 en Gericht tabeloverzicht op pagina 110.
Haal drie vingers over het scherm om van bewakingsweergave te wisselen. Of doe het volgende om een
bewakingsweergave te selecteren:
1.
Raak het pictogram Instellingen
selectiemenu voor bewakingsschermen bevat pictogrammen die zijn gebaseerd op hoe deze
schermen eruitzien.
Afbeelding 5-3: Voorbeeld van het tabblad voor selectie van bewakingsschermen
2.
Raak het vak met het cijfer 1, 2, 3 of 4 aan; dat cijfer staat voor het aantal hoofdparameters dat moet
worden weergegeven op de parametertegels in de bewakingsschermen. Op gerichte
bewakingsschermen, die onderaan het selectietabblad worden weergegeven, worden altijd 3
hoofdparameters weergegeven.
3.
Selecteer een pictogram voor een bewakingsweergave om de hoofdparameters in die weergave
weer te geven.
5.3.1 Parametertegels
Op de meeste bewakingsschermen bevinden de parametertegels zich aan de rechterkant. De
cockpitbewakingsweergave is samengesteld uit parametertegels van een groter formaat die op dezelfde
manier functioneren als hieronder wordt beschreven.
Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor
→ tabblad Schermen selecteren aan
89
. Het