Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 186
Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails
Zie ook voor HemoSphere:
- Gebruikershandleiding (338 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (256 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (192 pagina's)
Advertenties
Geavanceerde HemoSphere -monitor
Physiocal-correcties verlengd tot maximaal 70 hartslagen, waarbij de langere intervallen wijzen op een
grotere stabiliteit bij de metingen.
11.1.3 Golfvormreconstructie en hemodynamische analyse (ClearSight -
algoritme)
Van de golfvorm voor arteriële bloeddruk is bekend dat deze om fysiologische redenen geleidelijk wijzigt
tussen de brachiale- en vingerarteriën. Het ClearSight -algoritme gebruikt geavanceerde
verwerkingsmethoden om de golfvorm voor brachiale arteriële druk te reconstrueren (P. Gizdulich et al.
3
1997)
. De golfvormreconstructie resulteert in beat-to-beat waarden van systolische (SYS), diastolische
(DIA) en gemiddelde arteriële (MAP) niet-invasieve druk. Ook een arteriële variatie in pulsdruk (PPV) is
beschikbaar. Hemodynamische golfvormanalyses geven waarden voor cardiac output (CO), cardiac
index (CI), stroke volume (SV), stroke volume index (SVI), en pulsfrequentie (PR) bij gebruik van een
geavanceerde pulsomvangmethode. Er worden geavanceerde algoritmen gebruikt om de variatie in
hartslagvolume (SVV) te berekenen om de dynamische vloeistofresponsiviteit te evalueren. De
systemische vasculaire weerstand (SVR) en de index van systemische vasculaire weerstand (SVRI) zijn
beschikbaar wanneer een waarde voor de centraalveneuze druk (CVD) is ingevoerd of wordt bewaakt.
Als een Acumen IQ -vingermanchet en HRS zijn aangesloten en de functie Acumen Hypotension
Prediction Index is ingeschakeld, kunnen de HPI, systolische helling(dP/dt) en dynamische elastantie
(Ea
) als hoofdparameters worden bewaakt. Zie Softwarefunctie Acumen Hypotension Prediction Index
dyn
(HPI) op pagina 231 voor meer informatie over het instellen en gebruik.
11.1.4 Hartreferentiesensor
De hartreferentiesensor HRS) houdt rekening met verschillen in druk tussen de vinger en het hart. De
verschillen in hydrostatische druk als gevolg van verschillen in hoogte tussen de vinger en het hart
worden door de HRSgecompenseerd. Het ene uiteinde van de HRS wordt op de vinger op cuffniveau
geplaatst en het andere uiteinde wordt op hartniveau geplaatst.
11.1.5 Verkleuring, gevoelloosheid of een tintelend gevoel in de vingertop
De Volume Clamp -methode oefent een constante druk uit op de vinger die de slagaders nooit volledig
afklemt, maar de veneuze retourflow belemmert en daardoor zorgt voor veneuze congestie in de
vingertop distaal van de cuff. Als gevolg daarvan zal de vingertop van de patiënt vaak na een paar
minuten bewaking (rood of blauw) verkleuren. Na langere bewakingsperioden (ongeveer 30 minuten -
2 uur), kunnen sommige patiënten voelbare sensaties ervaren (tinteling of gevoelloosheid) in de
vingertop. Direct na het verwijderen van de cuff zal de middelste falanx vaak iets dunner zijn en mogelijk
wat hyperemie of zwelling vertonen. Al deze verschijnselen verdwijnen geleidelijk binnen een paar
minuten nadat de druk van de cuff is verdwenen. Door de vingers en hand tijdens de meting warm te
houden, verbetert de arterialisatie van de vingertop waardoor de kleur verbetert en gevoelloosheid
minder snel optreedt.
11.1.6 Bewaking met één cuff
Er kan bij dezelfde patiënt maximaal 8 uur geaccumuleerd worden bewaakt met één compatibele
Edwards -vingermanchet op één vinger. Tijdens bewaking met één cuff laat het HemoSphere niet-
invasief systeem automatisch met regelmatige tussenpozen druk af in de cuff. Zie Modus druk van cuff
aflaten op pagina 198.
Opmerking
Na 8 uur geaccumuleerde bewaking van dezelfde vinger stopt het HemoSphere niet-invasief systeem
met bewaken en wordt er een waarschuwing gegeven om de cuff op een andere vinger te plaatsen als
verdere bewaking gewenst is.
HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule
186
Advertenties
