Geavanceerde HemoSphere -monitor
•
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig voordat u probeert de geavanceerde HemoSphere -
monitor van Edwards te gebruiken.
•
Raadpleeg de gebruiksinstructies die worden meegeleverd met elke compatibele accessoire voordat
u deze gebruikt met de geavanceerde HemoSphere -monitor.
•
Gebruik geen beschadigde of niet-compatibele platformaccessoires, onderdelen of kabels om letsel
aan de patiënt of gebruiker, schade aan het platform of onnauwkeurige metingen te voorkomen.
•
Onjuist gebruik van de geavanceerde HemoSphere -monitor kan een gevaar opleveren voor de
patiënt. Lees vóór gebruik van het platform de sectie 'Waarschuwingen' in hoofdstuk 2 van deze
handleiding zorgvuldig door. (hoofdstuk 1)
•
De geavanceerde HemoSphere -monitor is uitsluitend bedoeld voor gebruik bij beoordeling van
patiënten. Dit instrument moet worden gebruikt in combinatie met een fysiologische bedmonitor en/of
klinische ziekteverschijnselen en symptomen. Als hemodynamische waarden die zijn verkregen met
het toestel niet overeenkomen met het klinische beeld van de patiënt, verdient het aanbeveling de
problemen eerst op te lossen voordat u start met behandelopties. (hoofdstuk 1)
•
ECG-signaalinvoer en alle parameters afgeleid van hartslagmetingen zijn niet beoordeeld bij
pediatrische patiënten en zijn daarom niet beschikbaar voor die patiëntengroep. (hoofdstuk 1)
•
Schokgevaar! Probeer de systeemkabels niet aan te sluiten/los te koppelen met natte handen. Zorg,
voordat u systeemkabels loskoppelt, dat uw handen droog zijn. (hoofdstuk 3)
•
Explosiegevaar! Gebruik de geavanceerde HemoSphere -monitor niet in de aanwezigheid van
brandbare anesthetische mengsels met lucht of met zuurstof of stikstof. (hoofdstuk 3)
•
Dit product bevat metalen onderdelen. NIET gebruiken in een MRI-omgeving (magnetische
resonantie). (hoofdstuk 3)
•
Zorg dat de geavanceerde HemoSphere -monitor stevig staat of gemonteerd is en dat alle snoeren
en accessoirekabels zo geordend zijn dat het risico op letsel bij patiënten en gebruikers of schade
aan de apparatuur wordt beperkt. (hoofdstuk 3)
•
Stapel geen andere apparatuur of items bovenop de geavanceerde HemoSphere -monitor.
(hoofdstuk 3)
•
De geavanceerde HemoSphere -monitor moet rechtop worden geplaatst om IPX1-bescherming
tegen indringing te garanderen. (hoofdstuk 3)
•
Laat geen vloeistoffen op het bewakingsscherm komen. Een ophoping van vloeistof kan de
functionaliteit van het aanraakscherm uitschakelen. (hoofdstuk 3)
•
Plaats de monitor niet zo dat het lastig is om de poorten op het achterpaneel of de netsnoer te
bereiken. (hoofdstuk 3)
•
De apparatuur is geclassificeerd voor gebruik met hoogfrequente operatie-instrumenten.
Onnauwkeurige parametermetingen kunnen worden veroorzaakt door interferentie van
hoogfrequente operatie-instrumenten. Om de gevaren die kunnen ontstaan door het gebruik van
hoogfrequente operatie-instrumenten te verkleinen, mogen uitsluitend onbeschadigde patiëntkabels
en accessoires worden aangesloten, zoals gespecificeerd in deze gebruikershandleiding.
(hoofdstuk 3)
•
Dit systeem is geclassificeerd voor gebruik met defibrillatoren. Voor een goede
defibrillatorbestendige werking mogen uitsluitend onbeschadigde patiëntkabels en accessoires
worden aangesloten, zoals gespecificeerd in deze gebruikershandleiding. (hoofdstuk 3)
•
Alle IEC/EN 60950-apparatuur, waaronder printers, moet op ten minste 1,5 m afstand van het bed
van de patiënt staan. (hoofdstuk 3)
Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en het batterijklepje goed vergrendeld is. Vallende
•
batterijen kunnen patiënten of clinici ernstig verwonden. (hoofdstuk 3)
•
Gebruik uitsluitend door Edwards goedgekeurde batterijen bij de geavanceerde HemoSphere -
monitor. Laad de batterij niet buiten de monitor op. Als dit wel gebeurt, kan de batterij beschadigd
raken en de gebruiker letsel oplopen. (hoofdstuk 3)
•
Het wordt aanbevolen om de geavanceerde HemoSphere -monitor met de batterij geplaatst te
gebruiken om eventuele onderbrekingen in de bewaking tijdens stroomuitval te voorkomen.
(hoofdstuk 3)
•
In geval van een stroomstoring en een lege batterij doorloopt de monitor een gecontroleerde
uitschakelprocedure. (hoofdstuk 3)
40
Veiligheid en symbolen