Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:
Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde
HemoSphere -monitor
Gebruikers-
handleiding
Edwards Lifesciences

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Edwards HemoSphere

  • Pagina 1 Geavanceerde HemoSphere -monitor Gebruikers- handleiding Edwards Lifesciences...
  • Pagina 2: Handelsmerken

    Buiten de VS en Canada (24 uur) ... +1 949 250 2222 Europa ....... . +8001 8001 801 of techserv_europe@edwards.com In het VK.
  • Pagina 3 Deze handleiding gebruiken De gebruikershandleiding van de geavanceerde HemoSphere -monitor van Edwards bestaat uit dertien hoofdstukken, acht bijlagen en een index. De afbeeldingen in deze handleiding zijn alleen bedoeld als referentie en zijn vanwege voortdurende softwareverbeteringen wellicht geen exacte nabootsing van de schermen.
  • Pagina 4: Verklarende Woordenlijst

    Swan-Ganz-module. Bewaking met de HemoSphere-drukkabel: beschrijft procedures voor het instellen en uitvoeren van vasculaire drukbewaking. Oximetriebewaking: beschrijft procedures voor het kalibreren en uitvoeren van oximetriemeting (zuurstofsaturatie).
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    1.5.2 HemoSphere-drukkabel ........24 1.5.3 HemoSphere-oximetriekabel ........26 1.5.4 Documentatie en training .
  • Pagina 6 4.1.3 Bewaking continu einddiastolisch volume ......59 4.2 Bewaking met de Hemosphere-drukkabel ....... 60 4.2.1 Installatie drukkabel .
  • Pagina 7 5.4 Klinische effecten ........... 84 5.4.1 Bewakingsmodus kiezen .
  • Pagina 8 9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking 9.1 De HemoSphere-Swan-Ganz-module aansluiten ......124 9.1.1 CCO-kabel patiënt testen........126 9.2 Continue cardiac output .
  • Pagina 9 11.7 Hb bijwerken ........... . 160 11.8 HemoSphere-oximetriekabel resetten ....... . . 161 11.9 Nieuwe katheter .
  • Pagina 10 A.2 Specificaties geavanceerde HemoSphere-monitor ..... . . 206 A.3 Specificaties HemoSphere-batterij ........208 A.4 Specificaties HemoSphere Swan-Ganz-module .
  • Pagina 11 F.4 Service en ondersteuning ..........231 F.5 Regionaal hoofdkantoor Edwards Lifesciences ......232 F.6 De monitor afdanken .
  • Pagina 12 (weergegeven met HemoSphere-Swan-Ganz-module) ....... . 47 Afbeelding 3-3 Rechterpaneel HemoSphere-monitor ....... . . 48 Afbeelding 3-4 Linkerpaneel geavanceerde HemoSphere-monitor (weergegeven zonder modules) .
  • Pagina 13 Afbeelding 10-1 HemoSphere-drukkabel ........
  • Pagina 14 ..............20 Tabel 1-4 Beschikbare parameters HemoSphere-drukkabel ......21 Tabel 1-5 Beschikbare parameters HemoSphere-drukkabel met oximetriekabel .
  • Pagina 15 Tabel A-5 Technische specificaties geavanceerde HemoSphere-monitor ....207 Tabel A-6 Fysieke specificaties HemoSphere-batterij ....... . 208 Tabel A-7 milieuspecificaties voor batterij van geavanceerde HemoSphere-monitor .
  • Pagina 16 Tabel A-12 Specificaties meetparameters HemoSphere-drukkabel ..... . 210 Tabel A-13 Specificaties HemoSphere-oximetriekabel ....... 210 Tabel A-14 Meetspecificaties HemoSphere-oximetriekabel .
  • Pagina 17: Beoogd Doel Van Deze Handleiding

    Verklaring voor beoogd gebruik ............18 Hemodynamische technologieverbindingen geavanceerde HemoSphere-monitor....23 Stijlconventies in de handleiding .
  • Pagina 18: Geavanceerde Hemosphere-Monitor Met Hemosphere-Oximetriekabel

    1.2.2 Geavanceerde HemoSphere-monitor met HemoSphere-oximetriekabel De geavanceerde HemoSphere-monitor, indien gebruikt met de HemoSphere-oximetriekabel en Edwards- oximetriekatheters van Edwards, is geïndiceerd voor gebruik bij volwassen en pediatrische patiënten op de intensive care bij wie de veneuze zuurstofsaturatie (SvO en ScvO ) en de afgeleide hemodynamische parameters bewaakt moeten worden in een ziekenhuisomgeving.
  • Pagina 19: Tabel 1-1 Lijst Met Beschikbare Parameters Voor De Hemosphere-Swan-Ganz-Module

    1 Inleiding Een uitgebreide lijst met parameters die beschikbaar zijn tijdens het bewaken met de geavanceerde HemoSphere-monitor en een aangesloten HemoSphere-Swan-Ganz-module wordt hieronder weergegeven in tabel 1-1. Voor de pediatrische patiëntengroep zijn alleen iCO, iCI, iSVR en iSVRI beschikbaar. Tabel 1-1 Lijst met beschikbare parameters voor...
  • Pagina 20: Tabel 1-2 Lijst Met Beschikbare Parameters Voor De Hemosphere-Oximetriekabel

    Een uitgebreide lijst met parameters die beschikbaar zijn voor volwassen en pediatrische patiëntengroepen tijdens het bewaken met de geavanceerde HemoSphere-monitor en zowel een aangesloten HemoSphere- Swan-Ganz-module als een oximetriekabel wordt hieronder weergegeven in tabel 1-3. Tabel 1-3 Lijst met beschikbare parameters voor de HemoSphere Swan-Ganz-module...
  • Pagina 21: Tabel 1-4 Beschikbare Parameters Hemosphere-Drukkabel

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 1 Inleiding Een uitgebreide lijst met parameters die beschikbaar zijn tijdens het bewaken met de geavanceerde HemoSphere-monitor en een aangesloten HemoSphere-drukkabel wordt hieronder weergegeven in tabel 1-4. Tabel 1-4 Beschikbare parameters HemoSphere-drukkabel Gebruikte subsysteem- Patiënten- Ziekenhuisom- Afkorting Definitie...
  • Pagina 22: Tabel 1-5 Beschikbare Parameters Hemosphere-Drukkabel Met Oximetriekabel

    1 Inleiding Een uitgebreide lijst met parameters die beschikbaar zijn voor volwassen patiëntengroepen tijdens het bewaken met de geavanceerde HemoSphere-monitor en zowel een aangesloten HemoSphere-drukkabel als een oximetriekabel wordt hieronder weergegeven in tabel 1-5. Tabel 1-5 Beschikbare parameters HemoSphere-drukkabel met oximetriekabel...
  • Pagina 23: Hemodynamische Technologieverbindingen Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    9, HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking. De momenteel beschikbare kabels zijn onder andere de HemoSphere-drukkabel, die hieronder wordt geïntroduceerd en in meer detail wordt beschreven in hoofdstuk 10, Bewaking met de Hemosphere-drukkabel en de HemoSphere-oximetriekabel, die hieronder wordt geïntroduceerd en in meer detail wordt beschreven in hoofdstuk 11, Oximetriebewaking.
  • Pagina 24: Hemosphere-Drukkabel

    Een aangesloten TruWave-transducer toont de locatiegebaseerde intravasculaire druk. De HemoSphere- drukkabel wordt op een bewakingskabelpoort aangesloten. Voor meer informatie raadpleegt u hoofdstuk 10, Bewaking met de Hemosphere-drukkabel. Tabel 1-7 toont een lijst met de beschikbare parameters bij gebruik van de HemoSphere-drukkabel.
  • Pagina 25: Tabel 1-7 Beschrijving Parameters Voor Hemosphere-Drukkabel

    *HPI-parameters zijn beschikbaar wanneer er een FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor wordt gebruikt en de HPI-functie is ingeschakeld. Activering is alleen in bepaalde gebieden mogelijk. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards over het inschakelen van deze geavanceerde functie.
  • Pagina 26: Hemosphere-Oximetriekabel

    (VO per minuut verbruikt geïndexeerd ten opzichte van het lichaamsoppervlak (BSA) 1.5.4 Documentatie en training De beschikbare documentatie en training voor de geavanceerde HemoSphere-monitor omvatten: Gebruikershandleiding geavanceerde HemoSphere-monitor • Snelstartgids geavanceerde HemoSphere-monitor • Gebruiksaanwijzing HemoSphere-drukuitgangskabel •...
  • Pagina 27: Stijlconventies In De Handleiding

    1 Inleiding De gebruiksaanwijzing wordt meegeleverd met de onderdelen van de geavanceerde HemoSphere-monitor. Raadpleeg tabel B-1, ‘Onderdelen geavanceerde HemoSphere-monitor’, op pagina 212. Wanneer u meer informatie wilt over de wijze waarop u training voor of beschikbare documentatie over de geavanceerde HemoSphere-monitor kunt krijgen, kunt u contact opnemen met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards of de Edwards Technical Support.
  • Pagina 28: Afkortingen In Deze Handleiding

    (‘systemic vascular resistance index’) hartslag (‘heart rate’) systolische bloeddruk gemiddelde hartslag (‘heart rate, average’) Aanraking Werken met de geavanceerde intermitterende cardiale index HemoSphere-monitor door het scherm intermitterende cardiac output aan te raken. International Electrotechnical Commission thermodilutie injectaattemperatuur Universele seriële bus...
  • Pagina 29: Veiligheid En Symbolen

    Toepasselijke normen..............43 Essentiële prestaties van de geavanceerde HemoSphere-monitor ....... .43 2.1 Definities veiligheidssignaalwoorden...
  • Pagina 30: Waarschuwingen

    2.2 Waarschuwingen Hieronder staan de waarschuwingen die worden gebruikt in de bedieningshandleiding van de geavanceerde HemoSphere-monitor. Ze zijn in de handleiding opgenomen waar dit relevant is voor de functie of ingreep die wordt beschreven. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig voordat u probeert de geavanceerde HemoSphere-monitor •...
  • Pagina 31 Gebruik alleen accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde HemoSphere-monitor • die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet-gelabelde accessoires, kabels en/of onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen.
  • Pagina 32 De geavanceerde HemoSphere-monitor ondersteunt geen systemen voor externe alarmbewaking/-beheer. Gegevens worden alleen voor vastleggingsdoeleinden gelogd en overgezonden. (hoofdstuk 8) Naleving van IEC 60601-1 is alleen gegarandeerd als de HemoSphere Swan-Ganz -module (aansluiting • van toegepast onderdeel, defibrillatiebestendig) is aangesloten op een compatibel bewakingsplatform.
  • Pagina 33 Vocht in de connector kan resulteren in storing in de kabel of onnauwkeurige drukmetingen. (hoofdstuk 10) Naleving van IEC 60601-1 is alleen gegarandeerd als de HemoSphere -drukkabel (accessoire • voor toegepast onderdeel, defibrillatiebestendig) is aangesloten op een compatibel bewakingsplatform.
  • Pagina 34: Let Op

    2.3 Let op Hieronder staan de let op-meldingen die worden gebruikt in de bedieningshandleiding van de geavanceerde HemoSphere-monitor. Ze zijn in de handleiding opgenomen waar dit relevant is voor de functie of ingreep die wordt beschreven. De federale wet (VS) beperkt de verkoop van dit instrument tot verkoop door of op voorschrift •...
  • Pagina 35 Aangezien de analoge signaalkwaliteit voor de MAP en CVD van de externe monitor niet kan worden gevalideerd door de geavanceerde HemoSphere- monitor, kunnen de werkelijke waarden (inclusief alle afgeleide waarden) en de waarden die worden weergegeven door de geavanceerde HemoSphere-monitor mogelijk niet consistent zijn.
  • Pagina 36 Bij producten die na deze datum worden gebruikt, kunnen de prestaties van de transducer of de slang verslechterd zijn, of kan de steriliteit aangetast zijn. (hoofdstuk 10) Overmatig laten vallen van de HemoSphere -drukkabel kan leiden tot beschadiging en/of storing van de •...
  • Pagina 37 (ESD). Probeer niet de behuizing van de kabel of module te openen of de kabel of module te gebruiken als de behuizing beschadigd is. (bijlage F) Giet of spuit geen vloeistof over enig deel van de geavanceerde HemoSphere-monitor, accessoires, •...
  • Pagina 38: Symbolen Gebruikersinterface

    Vergroot de scheidingsafstand tussen de apparatuur. · Raadpleeg de fabrikant voor hulp. (bijlage G) 2.4 Symbolen gebruikersinterface Hieronder volgen pictogrammen die in het scherm van de geavanceerde HemoSphere-monitor verschijnen. Voor meer informatie over het uiterlijk van schermen en navigatie raadpleegt u hoofdstuk 5, Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor.
  • Pagina 39 Geavanceerde HemoSphere-monitor 2 Veiligheid en symbolen Tabel 2-1 Symbolen op het Tabel 2-1 Symbolen op het monitorscherm (vervolg) monitorscherm (vervolg) Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving Alarmen gepauzeerd (onderdrukt) met Bladeren om item in verticale lijst te afteltimer (Raadpleeg Hoorbare alarmen selecteren...
  • Pagina 40: Symbolen Op Productlabels

    Indicator voor type interventieanalyse voor vloeistoftoediening (blauw) 2.5 Symbolen op productlabels Dit gedeelte geeft de symbolen weer die op de geavanceerde HemoSphere-monitor en andere beschikbare accessoires voor het geavanceerde HemoSphere-bewakingsplatform staan. Tabel 2-2 Symbolen op productlabels Tabel 2-2 Symbolen op productlabels (vervolg)
  • Pagina 41 Geavanceerde HemoSphere-monitor 2 Veiligheid en symbolen Tabel 2-2 Symbolen op productlabels (vervolg) Tabel 2-2 Symbolen op productlabels (vervolg) Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving Voldoet aan de vereisten van de Federal Technische CE-markering (Japan) Communications Commission (FCC) - uitsluitend voor de VS...
  • Pagina 42 Geavanceerde HemoSphere-monitor 2 Veiligheid en symbolen Tabel 2-2 Symbolen op productlabels (vervolg) Symbool Beschrijving Niet gebruiken als de verpakking is beschadigd Doos vervaardigd van herbruikbaar karton Uit het zonlicht houden Temperatuurgrenzen (X = ondergrens, Y = bovengrens) Vochtigheidsgrenzen (X = ondergrens, Y = bovengrens)
  • Pagina 43: Toepasselijke Normen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 2 Veiligheid en symbolen 2.6 Toepasselijke normen Tabel 2-3 Toepasselijke normen Norm Titel IEC 60601-1:2005/A1:2012 Medische elektrische apparatuur - Deel 1: Algemene vereisten voor basisveiligheid en essentiële prestaties + aanvulling 1 (2012) IEC 60601-1-2:2014 Medische elektrische apparatuur - Deel 1-2: Algemene vereisten voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Collaterale norm:...
  • Pagina 44: Uitpakken

    Verbindingspoorten geavanceerde HemoSphere-monitor ........46...
  • Pagina 45: Vereiste Accessoires Voor Platformmodules En -Kabels

    In de volgende tabel wordt weergegeven welke accessoires nodig zijn om specifieke gemeten en berekende parameters weer te geven voor de gespecificeerde hemodynamische technologiemodule of -kabel: Tabel 3-2 Vereiste kabels en katheters voor bewakingsparameters met HemoSphere- Swan-Ganz-module Gemeten en berekende parameters...
  • Pagina 46: Verbindingspoorten Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    HemoSphere-monitor te voorkomen. 3.2 Verbindingspoorten geavanceerde HemoSphere-monitor De volgende monitoraanzichten tonen de verbindingspoorten en andere belangrijke kenmerken op de voor-, achter- en zijpanelen van de geavanceerde HemoSphere-monitor. 3.2.1 Voorzijde monitor ...
  • Pagina 47: Achterzijde Monitor

       USB-poort  COM1 seriële   poortconnector (RS-232)    analoge ingang 1  analoge ingang 2   ECG-ingang   drukuitgang  aardingsbout   Afbeelding 3-2 Achteraanzicht geavanceerde HemoSphere-monitor (weergegeven met HemoSphere-Swan-Ganz-module)
  • Pagina 48: Rechterpaneel Monitor

    3 Plaatsing en instelling 3.2.3 Rechterpaneel monitor  USB-poort  batterijklepje   Afbeelding 3-3 Rechterpaneel HemoSphere-monitor 3.2.4 Linkerpaneel monitor  L-Tech-uitbreidingsmodulesleuf  uitbreidingsmodulesleuven (2)   kabelpoorten (2)     Afbeelding 3-4 Linkerpaneel geavanceerde HemoSphere-monitor (weergegeven zonder modules)
  • Pagina 49: Installatie Van De Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    3.3.1 Opties en aanbevelingen voor montage De geavanceerde HemoSphere-monitor moet op een stabiel, plat oppervlak worden geplaatst of stevig op een compatibele standaard worden gemonteerd, in overeenstemming met de werkwijzen van uw instelling. De operator moet tijdens gebruik dichtbij en vóór de monitor staan. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door één gebruiker tegelijkertijd.
  • Pagina 50: Plaatsing Van De Batterij

    Gebruik uitsluitend door Edwards goedgekeurde batterijen bij de geavanceerde HemoSphere-monitor. Laad de batterij niet buiten de monitor op. Als dit wel gebeurt, kan de batterij beschadigd raken en de gebruiker letsel oplopen. Het wordt aanbevolen om de geavanceerde HemoSphere-monitor met de batterij geplaatst te gebruiken om eventuele onderbrekingen in de bewaking tijdens stroomuitval te voorkomen.
  • Pagina 51: Het Netsnoer Aansluiten

    Plaats de schroeven terug om de afdekking op de monitor te bevestigen. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact dat geschikt is voor gebruik in medische instellingen. WAARSCHUWING Gebruik het geavanceerde HemoSphere-bewakingsplatform niet zonder een bevestigde stroomtoevoerafdekking. Als u dit nalaat, kan er vloeistof terugstromen. Afbeelding 3-5 Stroomtoevoerafdekking HemoSphere geavanceerde monitor - schroeflocaties 3.3.3.1 Equipotentiaalaansluiting...
  • Pagina 52: Een Hemodynamische Bewakingsmodule Aansluiten En Loskoppelen

    3.3.4 Een hemodynamische bewakingsmodule aansluiten en loskoppelen De geavanceerde HemoSphere-monitor wordt verzonden met twee standaard uitbreidingsmodules en één L-Tech-uitbreidingsmodule. Vóór het introduceren van een nieuwe bewakingstechnologiemodule moet de uitbreidingsmodule worden verwijderd door de ontgrendelingsknop in te drukken om de blanco module te ontgrendelen en naar buiten te schuiven.
  • Pagina 53: Verbindingskabels Van Externe Instrumenten

    3 Plaatsing en instelling 3.3.6 Verbindingskabels van externe instrumenten De geavanceerde HemoSphere-monitor maakt gebruik van geïntegreerde bewakingsgegevens om bepaalde hemodynamische parameters te berekenen. Dit omvat gegevens van de drukingangspoorten en ECG- monitoringangspoort. Alle geïntegreerde kabelverbindingen bevinden zich op het achterpaneel van de monitor (afbeelding 3-2).
  • Pagina 54: Eerste Opstart

    Druk op de aan-uitknop op het voorpaneel om de monitor aan en uit te zetten. Nadat de monitor is aangezet, verschijnt het Edwards-scherm, gevolgd door het scherm zelftest bij inschakeling (Power-On Self Test – POST). De POST verifieert of de monitor voldoet aan de basisbedieningsvereisten door kritische hardware- componenten te testen en wordt elke keer als het systeem wordt ingeschakeld, uitgevoerd.
  • Pagina 55: Taal Selecteren

    3.4.2 Taal selecteren Bij het voor de eerste keer opstarten van de geavanceerde HemoSphere-monitor worden taalopties geboden die de weergavetaal, tijd- en datumnotering en meeteenheden beïnvloeden. Het scherm voor taalselectie verschijnt na initialisatie van de software en voltooiing van de POST. Het selecteren van de taal stelt ook de weergave-eenheden en tijd- en datumnotering in op de standaardinstellingen voor die taal (raadpleeg Bijlage D: Instellingen en standaardwaarden monitor).
  • Pagina 56: Snelstart Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    Inhoud Cardiac output-bewaking met de HemoSphere-Swan-ganz-module ......57 Bewaking met de Hemosphere-drukkabel...........60 HemoSphere-oximetriekabelbewaking .
  • Pagina 57: Cardiac Output-Bewaking Met De Hemosphere-Swan-Ganz-Module

    Zorg ervoor dat geavanceerde HemoSphere-monitor uit staat en plaats vervolgens de HemoSphere- Swan-Ganz-module in de monitor. De module klikt vast als hij goed op zijn plaats zit. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere-monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm.
  • Pagina 58: Bewaking Continue Cardiac Output

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 4 Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor 4.1.1 Bewaking continue cardiac output Sluit de aansluitingen voor de thermistor  en het thermische filament  van de Swan-Ganz CCO-katheter (afbeelding 4-1) aan op de CCO-kabel voor de patiënt. Controleer of de katheter goed is ingebracht bij de patiënt.
  • Pagina 59: Bewaking Continu Einddiastolisch Volume

    Controleer of de katheter goed is ingebracht bij de patiënt. Sluit één uiteinde van de ECG-interfacekabel aan op het achterpaneel van de geavanceerde HemoSphere-monitor en het andere uiteinde op de ECG-signaaluitgang van de monitor aan het bed. Raak het pictogram Meten starten aan om te beginnen met de CO/EDV-bewaking.
  • Pagina 60: Bewaking Met De Hemosphere-Drukkabel

    Installatie drukkabel Sluit het andere uiteinde van de drukkabel aan op de geavanceerde HemoSphere-monitor. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere-monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm. Selecteer de knop Doorgaan met dezelfde patiënt of de knop Nieuwe patiënt en voer nieuwe patiëntgegevens in.
  • Pagina 61: De Drukkabel Nullen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 4 Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor 4.2.2 De drukkabel nullen Raak het pictogram Nullen & Curve op de navigatiebalk aan of ga naar het menu Klinische effecten. Druk op de fysieke nulknop op de drukkabel (zie afbeelding 4-2). Gebruik het paneel Selecteer druk om het type/de locatie van de gebruikte druksensor te selecteren.
  • Pagina 62: Hemosphere-Oximetriekabelbewaking

    Sluit de HemoSphere-oximetriekabel aan op de linkerzijde van de geavanceerde HemoSphere-monitor. Raadpleeg afbeelding 4-3. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere-monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm. Selecteer de knop Doorgaan met dezelfde patiënt of de knop Nieuwe patiënt en voer nieuwe patiëntgegevens in.
  • Pagina 63: In-Vitrokalibratie

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 4 Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor 4.3.1 In-vitrokalibratie Open de afsluiter van een compatibele katheter gedeeltelijk zodat u bij de optische connector kunt. Steek de optische connector van de katheter met het ‘TOP’-einde naar boven in de oximetriekabel en klik de behuizing dicht.
  • Pagina 64 Geavanceerde HemoSphere-monitor 4 Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor Raak, wanneer kalibratie van de basislijn is geslaagd, de knop Afnemen aan en neem vervolgens het bloedmonster en stuur dit monster naar het lab voor gemeten analyse door een co-oximeter. Voer Hb of Ht en ScvO /SvO in als er labwaarden worden ontvangen.
  • Pagina 65: Navigeren Van De Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    Uiterlijk van de geavanceerde HemoSphere-monitor ........
  • Pagina 66: Uiterlijk Van De Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    De belangrijkste onderdelen van het scherm van de geavanceerde HemoSphere-monitor worden hieronder getoond in afbeelding 5-1. Het hoofdvenster geeft de huidige weergave voor bewaking of het menuscherm weer.
  • Pagina 67: Navigatiebalk

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.2 Navigatiebalk De navigatiebalk staat op de meeste schermen. Uitzondering hierop vormen het opstartscherm en de schermen die aangeven dat de geavanceerde HemoSphere-monitor is gestopt met bewaken. HemoSphere-Swan-Ganz- HemoSphere-drukkabelbewaking modulebewaking Nullen &...
  • Pagina 68: Kies Bewakingsmodus

    Activering is alleen in bepaalde gebieden mogelijk. Raadpleeg Softwarefunctie Acumen- hypothensievoorspellingsindex (HPI) op pagina 162. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards over het inschakelen van deze geavanceerde functie. Een beschrijving van Bewakingsmodus kiezen, CVD-vermelding, Calculator afgeleide waarden, Gebeurtenisoverzicht, en Historische grafische trend is te vinden in dit hoofdstuk (zie Klinische effecten op pagina 84).
  • Pagina 69: Monitorweergaven

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Dit pictogram onderdrukt alle alarmen gedurende twee minuten. Hoorbare alarmen onderdrukken. Nieuwe fysiologische alarmen worden gedurende deze periode van twee minuten onderdrukt. Nadat de twee minuten zijn verstreken, gaan de hoorbare alarmen opnieuw af. Fouten worden onderdrukt tot de fout is opgelost en zich opnieuw voordoet.
  • Pagina 70: Parameterbollen

    Beschikbare parameters zijn niet met een kleur gemarkeerd. Afbeelding 5-4 laat het pop-upvenster zien dat verschijnt tijdens de selectie van continue parameters en bewaking met de HemoSphere-Swan-Ganz-module. Afbeelding 5-4 Voorbeeld van pop-upvenster voor selectie hoofdparameter Raak een beschikbare parameter aan om de vervangende parameter te selecteren.
  • Pagina 71: Statusindicatoren

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.3.1.3 Statusindicatoren De lantaarn boven elke parameterbol geeft de huidige status van de patiënt aan. De kleur verandert als de status van de patiënt zich wijzigt. De bollen kunnen aanvullende informatie weergeven:...
  • Pagina 72: Weergave Grafische Trend Bewaking

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor OPMERKING Bij gebruik van de parameter Acumen-hypotensievoorspellingsindex, HPI, verschillen de indicatoren van de status van de patiënt van de hier beschreven indicatoren. Raadpleeg Softwarefunctie Acumen-hypothensievoorspellingsindex (HPI) op pagina 162 voor de indicatoren van de status van de patiënt die bij gebruik van de functie Acumen- hypotensievoorspellingsindex beschikbaar zijn.
  • Pagina 73: Bladermodus Grafische Trend

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.3.2.1 Bladermodus grafische trend Er kan maximaal 72 uur aan bewaakte parametergegevens worden bekeken door terug te bladeren. De datum verschijnt boven de parametergegevens tijdens het bladeren. Indien van toepassing verschijnen er twee datums.
  • Pagina 74: Tabel 5-2 Interventiegebeurtenissen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Om een eerder gebruikte interventie in te voeren: Selecteer de interventie uit het tabblad met de lijst Recente. Om een opmerking toe te voegen, te bewerken of te verwijderen, raakt u het toetsenbordpictogram aan.
  • Pagina 75: Live-Weergave Arteriële Curve (Art)

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-8 Grafische trendscherm - Interventie-informatieballon 5.3.2.3 Live-weergave arteriële curve (ART) Om in de FloTrac-sensorbewakingsmodus de realtime golfvorm voor de bloeddruk weer te geven, raakt u de knop Arteriële curve weergeven aan. Er wordt boven de grafiek van de eerst gemeten parameter een live-paneel met de arteriële golfvormgrafiek weergegeven.
  • Pagina 76: Bladermodus Trendtabellen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Selecteer een waarde in het pop-upscherm Tijdsintervallen. Afbeelding 5-10 Pop-upscherm Tijdsintervallen 5.3.3.1 Bladermodus trendtabellen Er kan maximaal 72 uur aan bewaakte parametergegevens worden bekeken door terug te bladeren. De bladermodus is gebaseerd op het aantal cellen. U kunt kiezen uit drie bladersnelheden: 1x, 6x en 40x.
  • Pagina 77: Gedeeld Scherm Grafische Trend/Trendtabel

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.3.4 Gedeeld scherm grafische trend/trendtabel Het gedeelde scherm grafische trend/trendtabel toont een combinatie van de monitorweergaven voor grafische trend en trendtabel. Dit scherm is handig voor het tegelijkertijd bekijken van de huidige status en geschiedenis van geselecteerde gemeten parameters in grafische opmaak en andere geselecteerde gemeten parameters in tabelvorm.
  • Pagina 78: Scherm Fysiologie

    Belangrijke kenmerken van dit scherm worden genummerd weergegeven in afbeelding 5-12. Dit voorbeeld is van het continue fysiologiescherm gedurende actieve bewaking met de HemoSphere-Swan-Ganz-module en geïntegreerde ECG-, MAP- en CVD-signalen. De ScvO /SvO...
  • Pagina 79: Indicator Voor Svv-Helling

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Raak vanuit de continue modus het klok/curve-pictogram linksboven aan om naar het Intermitterende fysiologiescherm te gaan. Deze knop verschijnt alleen als er historische intermitterende gegevens beschikbaar zijn. Raadpleeg 5.3.6.2 Scherm Historische fysiologie hieronder.
  • Pagina 80: Fysiorelatie

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor De hoofdparameterbollen op het cockpitscherm tonen een complexere doelwaarde- en alarmindicator dan de standaardparameterbol. Het volledig afgebeelde bereik van de parameter wordt gebruikt om een meetschaal af te beelden die loopt van de minimuminstelling tot de maximuminstelling van de grafische trends.
  • Pagina 81 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor OPMERKING Het voorbeeld dat wordt getoond in afbeelding 5-14 is tijdens bewaking met een HemoSphere-Swan-Ganz-module. Met andere bewakingsmodi zullen er verschillen in uiterlijk en parameters zijn. Tijdens bewaking met de FloTrac-sensorbewakingsmodus wordt HR bijvoorbeeld vervangen door PR, worden PPV en SVV weergegeven (mits geconfigureerd) en worden EDV en RVEF niet getoond.
  • Pagina 82: Parametervakken

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Het scherm Historische fysiorelatie is toegankelijk via het pictogram met de klok/golfvorm op het scherm Continue fysiorelatie. Raak het pictogram voor terugkeren aan om terug te keren naar het scherm continue fysiorelatie. Er is geen time-out van 2 minuten voor dit scherm.
  • Pagina 83: Scherm Doelpositionering

    Dit menu is met een wachtwoord beveiligd. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards over het inschakelen van deze geavanceerde functie. Een enkele, knipperende blauwe stip geeft het snijpunt van de twee parameters aan; deze beweegt mee zodra de parameterwaarden veranderen.
  • Pagina 84: Klinische Effecten

    5.4 Klinische effecten De meeste opties in het menu Klinische effecten zijn gerelateerd aan de huidige bewakingsmodus (bijv. bij bewaking met de HemoSphere-Swan-Ganz-module). De volgende klinische effecten zijn beschikbaar in alle bewakingsmodi. 5.4.1 Bewakingsmodus kiezen Via de pagina Kies bewakingsmodus kan de gebruiker wisselen tussen de bewakingsmodi.
  • Pagina 85: Historische Grafische Trend

    De gebruiker kan deze toets selecteren voor Knop minimaal-invasieve bewakingsmodusf. minimaal-invasieve hemodynamische bewaking met gebruik van de HemoSphere-drukkabel. De primaire bewakingstechniek is die met het FloTrac-systeem. Daarom verschijnt in deze bewakingsmodus FloTrac of FloTrac IQ/Acumen IQ in de informatiebalk, afhankelijk van het type aangesloten FloTrac-sensor.
  • Pagina 86: Cvd-Vermelding

    De CVD-vermelding is niet beschikbaar wanneer er een analoog ingangssignaal is gebruikt voor weergave van CVD-gegevens (zie Signaalingang voor analoge druk op pagina 101) of wanneer de HemoSphere-drukkabel en een TruWave-transducer de CVD bewaken (zie Drukkabelbewaking met een TruWave DPT op pagina 149).
  • Pagina 87: Tabel 5-4 Bekeken Gebeurtenissen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor De volgende gebeurtenissen staan in het log van Gebeurtenisoverzicht. Tabel 5-4 Bekeken gebeurtenissen Gebeurtenis Wanneer de tijd wordt geregistreerd Arteriële druk op nul gesteld Een TruWave-druktransducer is genuld en het label is ART Middelingstijd –...
  • Pagina 88 Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Tabel 5-4 Bekeken gebeurtenissen (vervolg) Gebeurtenis Wanneer de tijd wordt geregistreerd [IA#N] aangepast <detail> Er wordt een aangepaste interventieanalyse uitgevoerd waarbij #N het totale aantal interventies voor deze patiënt is <opmerking> <detail> is het geselecteerde detail <opmerking>...
  • Pagina 89: Informatiebalk

    Informatie over het wijzigen van de bewakingsmodus staat vermeld in Bewakingsmodus kiezen op pagina 84. Tijdens bewaking met de HemoSphere-Swan-Ganz-module kunnen de bloedtemperatuur en de doorgekoppelde hartslag eveneens worden weergegeven. Tijdens bewaking met de HemoSphere-drukkabel in de bewakingsmodus FloTrac-sensor kunnen de CO/druk-middelingstijd en de HPI-parameterwaarden eveneens worden weergegeven.
  • Pagina 90: Batterij

    5.5.1 Batterij Als de Geavanceerde monitor is voorzien van een HemoSphere-Accu zal de bewaking niet worden onderbroken tijdens stroomuitval. De levensduur van de batterij wordt aangegeven op de informatiebalk met de symbolen zoals getoond in tabel 5-5. Voor meer informatie over het plaatsen van de batterij raadpleegt u Plaatsing van de batterij op pagina 50.
  • Pagina 91: Scherm Vergrendelen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.5.2 Scherm vergrendelen Als de monitor wordt gereinigd of verplaatst, moet u het scherm vergrendelen. Voor instructies over reiniging raadpleegt u De monitor en de modules reinigen op pagina 229. Het scherm wordt automatisch ontgrendeld zodra de ingebouwde timer is afgelopen.
  • Pagina 92: Navigatie Monitorscherm

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.7 Navigatie monitorscherm Er zijn diverse standaardprocedures voor navigatie op het monitorscherm. 5.7.1 Verticaal bladeren Sommige schermen bevatten zoveel gegevens dat die niet allemaal tegelijkertijd op het scherm kunnen worden getoond. Als u verticale pijlen ziet bij een overzichtslijst, zoals het gebeurtenisoverzicht, dan kunt u de pijl omhoog of omlaag aanraken om de volgende verzameling gegevens te bekijken.
  • Pagina 93 Geavanceerde HemoSphere-monitor 5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Raak de knoppen van het toetsenblok aan om numerieke gegevens in te voeren. Toetsenblok. backspace annuleren enter decimaal Raak de toetsen op het toetsenbord aan om alfanumerieke gegevens in te voeren. Toetsenbord.
  • Pagina 94: Instellingen Gebruikersinterface

    Instellingen gebruikersinterface Inhoud Patiëntgegevens............... .94 Monitorinstellingen.
  • Pagina 95: Nieuwe Patiënt

    WAARSCHUWING Voer Nieuwe patiënt uit of verwijder het patiëntgegevensprofiel als een nieuwe patiënt wordt aangesloten op de geavanceerde HemoSphere-monitor. Als u dit nalaat, kunnen eerdere patiëntgegevens in de historische weergaven terechtkomen. Na het aanzetten van de monitor verschijnt het scherm Nieuwe of vervolgpatiënt (afbeelding 6-1).
  • Pagina 96: Continue Bewaking Patiënt

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 6 Instellingen gebruikersinterface Raak de Enter-toets op het toetsenblok/toetsenbord aan om iedere demografische selectiewaarde van de patiënt op te slaan en terug te keren naar het scherm met de patiëntgegevens. Raak de knop Patiënt-ID aan en gebruik het toetsenbord om de (identificatie) ziekenhuis-ID van de patiënt in te voeren.
  • Pagina 97: Monitorinstellingen

    De Algemene monitorinstellingen zijn de instellingen die invloed hebben op elk scherm. Dit zijn de weergavetaal, de gebruikte eenheden, het alarmvolume en het geluid voor een snapshot. De interface van de geavanceerde HemoSphere-monitor is beschikbaar in verschillende talen. De eerste keer als de geavanceerde HemoSphere-monitor wordt opgestart, verschijnt er een taalselectiescherm.
  • Pagina 98: Taal Veranderen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 6 Instellingen gebruikersinterface 6.2.1.1 Taal veranderen Raak het pictogram Instellingen aan. Raak de knop Monitorinstellingen aan. Raak de knop Algemeen aan. Afbeelding 6-4 Algemene monitorinstellingen Raak de waardesectie aan van de knop Taal en selecteer de gewenste weergavetaal.
  • Pagina 99: Datum Of Tijd Aanpassen

    Eventuele bewaarde gegevens worden bijgewerkt om de tijdswijziging te weerspiegelen. OPMERKING De tijdsklok van de geavanceerde HemoSphere-monitor past zich niet automatisch aan de zomertijd aan. Deze aanpassing moet worden gedaan aan de hand van de volgende instructies.
  • Pagina 100: Instellingen Bewakingsschermen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 6 Instellingen gebruikersinterface 6.2.3 Instellingen bewakingsschermen Vanuit het instellingenscherm Bewakingsschermen kan de gebruiker bewakingsschermopties instellen voor fysiologie en fysiorelatie. Raak het pictogram Instellingen aan. Raak de knop Monitorinstellingen aan. Raak de knop Bewakingsschermen aan. Selecteer de selectieknop Geïndexeerd of Niet-geïndexeerd voor parameters in de schermen voor fysiologie en fysiorelatie.
  • Pagina 101: Signaalingang Voor Analoge Druk

    6.2.5 Signaalingang voor analoge druk Tijdens het uitvoeren van CO-bewaking kan de geavanceerde HemoSphere-monitor ook de SVR berekenen door gebruik te maken van een analoge druksignaalingang van een aangesloten patiëntenmonitor. OPMERKING Aansluiting op externe invoerapparaten maakt het mogelijk om extra informatie weer te geven.
  • Pagina 102 Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards om de juiste analoge ingang-interfacekabel van de geavanceerde HemoSphere-monitor voor uw bedmonitor te krijgen. De volgende procedure beschrijft hoe u de analoge ingangspoorten van de geavanceerde HemoSphere- monitor kunt configureren. Raak het pictogram Instellingen aan.
  • Pagina 103: Tabel 6-2 Parameterbereiken Analoge Ingang

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 6 Instellingen gebruikersinterface OPMERKING In de FloTrac-sensorbewakingsmodus zijn MAP-gegevens via een analoge ingang niet beschikbaar. Als er geen analoog signaal wordt waargenomen op de geselecteerde poort, wordt ‘Niet aangesloten’ weergegeven onder de lijstknop Poort. Wanneer een verbinding of loskoppeling van een analoge ingang voor het eerst wordt waargenomen, wordt er een korte melding weergegeven op de statusbalk.
  • Pagina 104: Kalibratie

    6.2.5.1 Kalibratie De kalibratie-optie is nodig als de standaardwaarden onjuist zijn of het spanningsbereik onbekend is. Het kalibratieproces configureert de geavanceerde HemoSphere-monitor met het analoge signaal dat wordt ontvangen van de bedmonitor. OPMERKING Voer geen kalibratie uit als de standaardwaarden juist zijn.
  • Pagina 105 LET OP De nauwkeurigheid van de continue SVR tijdens bewaking met de HemoSphere- Swan-Ganz-module is afhankelijk van de kwaliteit en nauwkeurigheid van de MAP- en CVD-gegevens die worden verzonden vanaf externe monitoren. Aangezien de analoge...
  • Pagina 106: Geavanceerde Instellingen

    Techniek ................116 7.1 Alarmen/doelen Het intelligente alarmsysteem van de geavanceerde HemoSphere-monitor beschikt over twee typen alarmen: Fysiologische alarmen: Deze worden ingesteld door de clinicus en geven de bovenste en/of onderste alarmbereiken aan voor de geconfigureerde continue hoofdparameters.
  • Pagina 107: Alarmen Onderdrukken

    Continue CO en bijbehorende parameters HemoSphere-Swan-Ganz-module: varieert, maar is • doorgaans rond de 57 seconden (raadpleeg CO-afteltimer en STAT CO op pagina 130). HemoSphere-drukkabel continue CO en bijbehorende met de FloTrac-sensor gemeten parameters: • variëren op basis van de menuselectie middelingstijd CO/druk en bijbehorende bijwerksnelheid (zie tabel 6-1, ‘Middelingstijd CO/druk en schermbijwerksnelheden’, op pagina 101).
  • Pagina 108: Technische Alarmen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 7 Geavanceerde instellingen Als de prioriteit van het fysiologische alarm middelhoog is, wordt de visuele alarmindicator (knippert geel) ook twee minuten onderdrukt. Een visuele alarmindicator van hoge prioriteit (knippert rood) kan niet worden onderdrukt. Voor informatie over fysiologische alarmprioriteiten raadpleegt u Alarmprioriteiten op pagina 224.
  • Pagina 109: Doelwaarden Instellen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 7 Geavanceerde instellingen 7.1.3 Doelwaarden instellen Doelwaarden zijn visuele indicatoren (lantaarns) ingesteld door de clinicus om aan te geven of de patiënt in het ideale doelwaardenbereik (groen), het waarschuwingsdoelwaardenbereik (geel) of het alarmbereik (rood) verkeert. De toepassing van het doelwaardenbereik kan in- of uitgeschakeld worden door de clinicus.
  • Pagina 110: Instellingenscherm Alarmen/Doelen

    De resterende hoofdparameters worden weergegeven in een vastgestelde volgorde. De parameters geven ook aan wanneer de doelbereiken zijn gebaseerd op de Edwards-standaard. De Edwards-standaard geeft aan dat het doelbereik van de parameter niet is gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke instellingen.
  • Pagina 111: Alle Doelwaarden Configureren

    Raak de selectieknop Doel aan/uit aan om alle doelwaarden in of uit te schakelen voor parameters die doelwaardenbereiken ondersteunen. Om alle instellingen te herstellen naar de Standaardwaarde Edwards, raakt u Alle Edwards- waarden herstellen. De melding ‘Met deze actie worden ALLE alarmwaarden en doelwaarden in Edwards’...
  • Pagina 112 Geavanceerde HemoSphere-monitor 7 Geavanceerde instellingen OPMERKING Parameters die NIET over de mogelijkheid beschikken om een alarm voor hoog/ laag in te stellen, hebben ook geen pictogram voor Hoorbaar alarm in het pop-upscherm Alarmen/doelen. De alarmgrenswaarden voor de Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) kunnen niet worden aangepast. Het gedrag en het bereik van de HPI-doelwaarden worden beschreven in HPI-alarm op pagina 168.
  • Pagina 113: Schalen Aanpassen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 7 Geavanceerde instellingen 7.2 Schalen aanpassen De grafische trendgegevens vullen de grafiek van links naar rechts met de meest recente gegevens aan de rechterzijde. De parameterschaal staat op de verticale as en de tijdschaal op de horizontale. Afbeelding 7-3 Grafisch trendscherm Het schaalinstellingenscherm stelt de gebruiker in staat om zowel de parameter- als de tijdschaal in te stellen.
  • Pagina 114 Geavanceerde HemoSphere-monitor 7 Geavanceerde instellingen Raak voor elke parameter de knop Onderste aan om de minimumwaarde in te voeren die op de verticale as moet verschijnen. Raak de knop Bovenste aan om de maximale waarde in te voeren. Gebruik de horizontale bladerknoppen om aanvullende parameters te zien.
  • Pagina 115: Instelling Seriële Poort

    Selecteer de demonstratiebewakingsmodus: Swan-Ganz: Raadpleeg hoofdstuk 9: HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking voor meer informatie over bewaking met de HemoSphere-Swan-Ganz-module- en de Swan-Ganz- modulebewakingsmodus. FloTrac: Raadpleeg hoofdstuk 10: Bewaking met de Hemosphere-drukkabel voor meer informatie over bewaking met de HemoSphere-drukkabel en de FloTrac-sensorbewakingsmodus.
  • Pagina 116: Techniek

    Bij selectie van de demomodus voor FloTrac wordt het gebruik van een FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor gesimuleerd. Raak Ja aan op het bevestigingsscherm van de Demomodus. Het geavanceerde HemoSphere-bewakingsplatform moet voor het bewaken van een patiënt opnieuw worden opgestart. WAARSCHUWING Zorg dat de Demomodus niet is geactiveerd in een klinische omgeving, zodat gesimuleerde gegevens niet verward worden met klinische gegevens.
  • Pagina 117: Gegevens Exporteren

    8.1 Gegevens exporteren Het scherm Gegevens exporteren geeft een aantal functies voor het exporteren van gegevens van de geavanceerde HemoSphere-monitor. Dit scherm is met een wachtwoord beveiligd. Vanuit dit scherm kunnen artsen diagnostische rapporten exporteren, bewakingssessies verwijderen en rapporten van bewakingsgegeven exporteren.
  • Pagina 118: Vink De-Identificeren

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 8 Gegevens exporteren en connectiviteitsinstellingen Bewakingsgegevens. Om een spreadsheet te genereren van bewakingsgegevens van een patiënt: Raak de zijde met de waarde van de knop Interval aan en selecteer de frequentie waarmee de gegevens moeten worden gedownload. Hoe korter de frequentie, hoe groter de hoeveelheid gegevens.
  • Pagina 119: Gegevens En Instellingen Wissen

    Meer informatie over standaardwaarden vindt u hieronder. 8.2.1 Alle standaardinstellingen herstellen Wanneer de standaardwaarden worden hersteld, stopt de geavanceerde HemoSphere-monitor met alle functies en wordt het systeem hersteld naar de status zoals in de fabriek ingesteld. LET OP Fabrieksstandaarden herstellen vervangt alle instellingen door de waarden zoals die in de fabriek zijn ingesteld.
  • Pagina 120: Connectiviteit Zis

    De geavanceerde HemoSphere-monitor beschikt over de mogelijkheid te communiceren met het Ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) om demografische en fysiologische gegevens van patiënten te verzenden en te ontvangen. De geavanceerde HemoSphere-monitor ondersteunt de berichtenstandaard Health Level 7 (HL7) en implementeert IHE-profielen (Integrating Healthcare Enterprise).
  • Pagina 121: Demografische Patiëntgegevens

    HemoSphere-monitor wordt bewaakt te koppelen aan een patiëntendossier dat uit het ZIS is opgehaald.
  • Pagina 122: Fysiologische Gegevens Patiënt

    Home aan te raken. Nadat de gegevens van de patiënt zijn opgeslagen, genereert de geavanceerde HemoSphere-monitor unieke identificatoren voor de geselecteerde patiënt en wordt deze informatie in uitgaande berichten met fysiologische gegevens naar de bedrijfstoepassingen meegezonden. 8.4.2 Fysiologische gegevens patiënt...
  • Pagina 123: Cyberbeveiliging

    Bovendien moet worden gewaarborgd dat verbonden apparaten vrij zijn van malware. Het gebruik van enige interface van de geavanceerde HemoSphere-monitor voor iets anders dan voor het beoogde doel kan een risico met betrekking tot cyberbeveiliging inhouden. Geen enkele verbinding met de geavanceerde HemoSphere-monitor is bedoeld om de bediening van andere apparaten te beheren.
  • Pagina 124: Hemosphere-Swan-Ganz-Modulebewaking

    De HemoSphere-Swan-Ganz-module aansluiten ........
  • Pagina 125 IEC 60601-1. Zorg ervoor dat geavanceerde HemoSphere-monitor uit staat en voordat u de HemoSphere- Swan-Ganz-module in de monitor plaatst. Plaats de HemoSphere-Swan-Ganz-module in de geavanceerde HemoSphere-monitor.
  • Pagina 126: Cco-Kabel Patiënt Testen

    9.1.1 CCO-kabel patiënt testen Voer een kabelintegriteitstest uit om de integriteit van de Patiënt CCO-kabel van Edwards te controleren. Het wordt aanbevolen om bij het oplossen van problemen eerst de integriteit van de kabel te testen. Dit test niet de aansluiting van de kabel op de injectaattemperatuursonde.
  • Pagina 127: Continue Cardiac Output

    HemoSphere-Swan-Ganz-module. 9.2 Continue cardiac output De geavanceerde HemoSphere-monitor meet de cardiac output continu door kleine energiepulsen in de bloedstroom te introduceren en de bloedtemperatuur te meten via een longslagaderkatheter. De maximale oppervlaktetemperatuur van het thermische filament dat wordt gebruikt om energiepulsen in het bloed vrij te geven is 48 °C.
  • Pagina 128: De Patiëntkabels Aansluiten

    9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking 9.2.1 De patiëntkabels aansluiten Sluit de CCO-kabel voor de patiënt aan op de ingevoerde HemoSphere-Swan-Ganz-module zoals eerder beschreven in sectie 9.1. Bevestig het katheteruiteinde van de patiëntkabel op de connectoren van de thermistor en het thermische filament op de Swan-Ganz CCO-katheter. Deze aansluitingen worden weergegeven als de letters ...
  • Pagina 129: Thermische Signaalcondities

    CO-waarde. In tabel 9-2 worden de alarm-/foutmeldingen weergegeven die op verschillende momenten op het scherm verschijnen terwijl het signaal zich stabiliseert. Raadpleeg tabel 13-7, ‘CO-fouten/-meldingen HemoSphere-Swan-Ganz-module’, op pagina 189 voor meer informatie over CO-fouten/-meldingen.
  • Pagina 130: Co-Afteltimer En Stat Co

    • Snelle veranderingen in cardiac output 9.3 Intermitterende cardiac output De HemoSphere-Swan-Ganz-module meet periodiek de cardiac output aan de hand van de bolusthermodilutiemethode. Bij deze techniek wordt een kleine hoeveelheid steriele fysiologische oplossing (bijv. zout of dextrose) met een bekend volume en op een bekende temperatuur – koeler dan de bloedtemperatuur –...
  • Pagina 131: Sondeselectie

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking  Swan-Ganz-katheter  Patiënt CCO-kabel  thermistorverbinding  HemoSphere- Swan-Ganz-module  aansluiting injectaat- temperatuursonde  geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 9-4 Overzicht iCO-aansluitingen 9.3.1.1 Sondeselectie Een injectaattemperatuursonde detecteert de injectaattemperatuur. De geselecteerde sonde is aangesloten op de Patiënt CCO-kabel (afbeelding 9-4). Er kan een van de volgende twee sondes worden gebruikt: Er wordt een in-line-sonde lijn aangesloten op de doorstroombehuizing op het injectaat •...
  • Pagina 132: Configuratie-Instellingen

    Configuratie-instellingen De geavanceerde HemoSphere-monitor biedt de gebruiker de keus om een specifieke berekeningsconstante in te voeren of de HemoSphere-Swan-Ganz-module zo te configureren dat deze automatisch de berekeningsconstante kan bepalen door het selecteren van het injectaatvolume en de kathetermaat. De gebruiker kan ook het weergavetype voor de parameters en de bolusmodus selecteren.
  • Pagina 133: De Kathetermaat Selecteren

    Instructies voor bolusmetingmethodes De standaardfabrieksinstelling voor bolusmeting van de HemoSphere-Swan-Ganz-module is de modus Auto. In deze modus laat de geavanceerde HemoSphere-monitor het bericht Injecteren oplichten bij het bereiken van een basislijn-bloedtemperatuur. In de modus Handmatig bepaalt de gebruiker wanneer er moet worden geïnjecteerd door de knop Injecteren aan te raken. Als een injectie is voltooid, berekent de module een waarde en is hij gereed om een andere bolusinjectie te verwerken.
  • Pagina 134 Berekenen op ( ) en wordt de resulterende iCO-meting weergegeven. Als de thermische washout-curve is voltooid, laat de geavanceerde HemoSphere-monitor Wachten en vervolgens Injecteren oplichten – of Klaar in de handmatige modus – als opnieuw een stabiele thermische basislijn is bereikt. Herhaal de stappen 2 t/m 4 maximaal zes keer, zoals gewenst.
  • Pagina 135: Samenvattingsscherm Thermodilutie

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking Bekijk de set met washout-curves als het gewenste aantal bolusinjecties is toegediend door de knop Overzicht aan te raken. Verwijderen van een van de zes injecties in de set kan door deze aan te raken op het beoordelingsscherm.
  • Pagina 136: Edv/Rvef-Bewaking

    Bewaking van het einddiastolisch volume (EDV) van het rechterventrikel is beschikbaar in combinatie met de CO-bewakingsmodus bij het gebruik van een Swan-Ganz CCOmbo V-katheter en ECG-signaalingang. Tijdens EDV-bewaking geeft de geavanceerde HemoSphere-monitor continu metingen van het EDV en de rechterventrikel ejectiefractie (RVEF) weer. EDV en RVEF zijn tijdsgemiddelde waarden die numeriek kunnen worden weergegeven in parameterbollen en waarvan het verloop in de tijd grafisch kan worden weergegeven in de grafische trendweergave.
  • Pagina 137: De Ecg-Interfacekabel Aansluiten

    De ECG-interfacekabel aansluiten Sluit de 1/4 inch miniatuurtelefoonstekker van de ECG-interfacekabel aan op de ECG-monitoringang op het achterpaneel van de geavanceerde HemoSphere-monitor. Sluit het andere uiteinde van de ECG-interfacekabel aan op de ECG-signaaluitgang van de monitor aan het bed. Dit zal een meting van de gemiddelde hartslag (HR ) geven aan de geavanceerde HemoSphere- monitor voor EDV- en RVEF-metingen.
  • Pagina 138 Geavanceerde HemoSphere-monitor 9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking (met de HemoSphere Swan-Ganz-module) en het meten van de veneuze zuurstofsaturatie (met de HemoSphere- oximetriekabel). De prestaties van dit apparaat zijn getest met behulp van ECG-ingangssignalen. WAARSCHUWING PATIËNTEN MET EEN PACEMAKER – (hart)slagmeters kunnen het tempo van de pacemaker blijven tellen tijdens het optreden van een hartstilstand of bepaalde aritmieën.
  • Pagina 139: Meting Starten

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking 9.4.3 Meting starten WAARSCHUWING CO-bewaking moet altijd worden gestaakt wanneer de bloedstroming rond het thermische filament is gestopt. Klinische situaties waarin de CO-bewaking moet worden gestaakt omvatten, maar zijn niet beperkt tot: • tijdsperioden waarin een patiënt een cardiopulmonale bypass ondergaat;...
  • Pagina 140 De nauwkeurigheid van continue EDV- en RVEF-bepalingen is afhankelijk van een consistent ECG-signaal vanaf de bedmonitor. Voor extra probleemoplossingen, raadpleeg tabel 13-8, ‘EDV- en SV-fouten/-meldingen HemoSphere-Swan-Ganz-module’, op pagina 191 en tabel 13-11, ‘Algemene probleemoplossing HemoSphere-Swan-Ganz-module’, op pagina 193. Indien de EDV-bewaking wordt gestopt door aanraking van het pictogram Bewaking stoppen zal de doelindicator in de parameterbol voor EDV en/of RVEF grijs worden en wordt onder de waarde een tijdstempel weergegeven waarmee het tijdstip wordt aangegeven waarop de laatste waarde is gemeten.
  • Pagina 141: Stat Edv En Rvef

    Een hemodynamisch instabiel thermisch signaal kan de weergave van een EDV-, EDVI- en/of RVEF-waarde op de geavanceerde HemoSphere-monitor vertragen nadat de bewaking is gestart. De clinicus kan gebruikmaken van de STAT-waarden, die schattingen van EDV- of EDVI - en RVEF-waarden weergeven, en die ongeveer elke 60 seconden worden bijgewerkt.
  • Pagina 142: Bewaking Met De Hemosphere-Drukkabel

    (DPT) of sensoren van Edwards ①. Zie afbeelding 10-1 op pagina 143. De HemoSphere -drukkabel ontvangt en verwerkt een enkel druksignaal van een compatibele DPT, zoals de TruWave DPT of een FloTrac -sensor. Er wordt een FloTrac- of FloTrac IQ-/Acumen IQ- sensor aangesloten op een bestaande arteriële katheter voor minimaal invasieve hemodynamische...
  • Pagina 143: Tabel 10-1 Configuraties Hemosphere-Drukkabel En Beschikbare Hoofdparameters

     druktransducer/sensor-aansluiting   nulknop/statuslampje  kleurinzet voor druktype  aansluiting geavanceerde HemoSphere-monitor  Afbeelding 10-1 HemoSphere-drukkabel Tabel 10-1 Configuraties HemoSphere-drukkabel en beschikbare hoofdparameters Beschikbare Configuratie drukkabel hoofd- FloTrac/ FloTrac/ FloTrac/ TruWave TruWave TruWave DPT parameters FloTrac IQ-/ FloTrac IQ-/...
  • Pagina 144 Bij producten die na deze datum worden gebruikt, kunnen de prestaties van de transducer of de slang verslechterd zijn, of kan de steriliteit aangetast zijn. Overmatig laten vallen van de HemoSphere -drukkabel kan leiden tot beschadiging en/ of storing van de kabel.
  • Pagina 145: Selectie Bewakingsmodus

    FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor en de functie Acumen-hypotensie- voorspellingsindex (HPI). Activering van de functie Acumen HPI is alleen beschikbaar in bepaalde regio’s. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie.
  • Pagina 146: De Flotrac-Sensor Of De Flotrac Iq-/Acumen Iq-Sensor Aansluiten

    10.3.1 De FloTrac-sensor of de FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor aansluiten Sluit een uiteinde van de drukkabel aan op de geavanceerde HemoSphere-monitor. Ga als volgt te werk om de infuuszak en de FloTrac-sensor of de FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor te ontluchten en te vullen: Keer de infuuszak met normale fysiologische zoutoplossing om (antistolling volgens het beleid van het ziekenhuis).
  • Pagina 147: Middelingstijd Instellen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 10 Bewaking met de Hemosphere-drukkabel Volg routinematige transducerkalibratieprocedures (volgens het beleid van het ziekenhuis) om er zeker van te zijn dat de juiste druksignalen worden verzonden. Raadpleeg de gebruiksinstructies van de FloTrac-sensor of FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor. Volg de stappen voor het invoeren van patiëntgegevens. Raadpleeg Patiëntgegevens op pagina 94.
  • Pagina 148: Svr-Bewaking

    (ART) golfvormweergave. Raadpleeg Live-weergave arteriële curve (ART) op pagina 75. Als u de HemoSphere -drukkabel loskoppelt van de monitor, of sensoren van de drukkabel, trek deze dan altijd los bij de connectoren. Trek niet aan de kabels en gebruik geen gereedschap bij het loskoppelen.
  • Pagina 149: Drukkabelbewaking Met Een Truwave Dpt

    Gebruik een rechte beweging naar binnen of naar buiten om de TruWave DPT op de Hemosphere-drukkabel aan te sluiten. Het lampje van de drukkabel rond de nulknop (zie ② in afbeelding 10-1) knippert groen om aan te geven dat de DPT is gedetecteerd. Een geel lampje geeft een storing aan.
  • Pagina 150: Intravasculaire Druk Nullen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 10 Bewaking met de Hemosphere-drukkabel 10.4.2 Intravasculaire druk nullen De TruWave DPT moet voor een nauwkeurige bewaking worden genuld naar atmosferische druk. Raak het pictogram Nullen & Curve op de navigatiebalk aan. Druk op de fysieke nulknop op de drukkabel (zie afbeelding 10-1).
  • Pagina 151: Drukkabelbewaking In De Bewakingsmodus Van De Swan-Ganz-Module

    De Hemosphere-drukkabel wordt aangesloten op een enkele Swan-Ganz-longslagaderdrukpoort voor de longslagaderdruk (PAP). In de bewakingsmodus van de HemoSphere Swan-Ganz-module kan de drukkabel worden aangesloten op een TruWave DPT op een longslagaderlijn. Sluit een uiteinde van de drukkabel aan op de geavanceerde HemoSphere-monitor.
  • Pagina 152: Scherm Nullen & Curve

    10.6.2 Druk uit Met het scherm Nullen & Curve kan de gebruiker de drukgolfvorm naar een aangesloten patiëntmonitor versturen. Steek de Hemosphere druk uit-kabel in de druk uit-poort op het achterpaneel van de monitor. in afbeelding 3-2 op pagina 47. ...
  • Pagina 153: Bevestiging Golfvorm

    Bewaking PAP in de Swan-Ganz-modulemodus. Nullen en golfvorm wordt ook gebruikt om de longslagaderdruk (PAP) te bewaken bij gebruik van de HemoSphere Swan-Ganz-module in combinatie met de drukkabel. Hoewel PAP niet beschikbaar is als hoofdparameter, kan de golfvorm wel op dit scherm worden weergegeven.
  • Pagina 154: Overzicht Oximetriekabel

    HemoSphere-oximetriekabel resetten ........
  • Pagina 155 Oximetrie wordt geïnitialiseerd – een ogenblik geduld Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere-monitor aan te zetten en volg de stappen voor het invoeren van patiëntgegevens. Raadpleeg Patiëntgegevens op pagina 94. Open de verpakking van een compatibele katheter gedeeltelijk zodat u bij de optische connector kunt.
  • Pagina 156: In-Vitro-Kalibratie

    Zorg ervoor dat de oximetriekabel goed is gestabiliseerd om onnodige beweging van de daaraan verbonden katheter te voorkomen. WAARSCHUWING Naleving van IEC 60601-1 is alleen gegarandeerd als de HemoSphere - oximetriekabel (accessoire voor toegepast onderdeel, defibrillatiebestendig) is aangesloten op een compatibel bewakingsplatform. Door het aansluiten van externe apparatuur of het configureren van het systeem op een manier die niet in deze handleiding wordt beschreven, wordt niet aan deze standaard voldaan.
  • Pagina 157: In-Vitro-Kalibratie Fout

    Plaats de katheter zoals wordt beschreven in de gebruiksaanwijzing voor de katheter. Raak de knop Start aan. 11.3.1 In-vitro-kalibratie fout Als de geavanceerde HemoSphere-monitor geen in-vitrokalibratie kan uitvoeren, verschijnt een pop-upscherm met foutmelding. Raak de knop In-vitro-kalibratie aan om het kalibratieproces voor oximetrie te herhalen.
  • Pagina 158: Indicator Signaalkwaliteit ('Signal Quality Indicator')

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 11 Oximetriebewaking Als het instellen mislukt, wordt een van de volgende meldingen weergegeven: Waarschuwing: Wandartefact of wiggedruk waargenomen. Verplaats de katheter. Waarschuwing: Instabiel signaal. Als een bericht ‘Wandartefact of wiggedruk waargenomen’ of ‘Instabiel signaal’ wordt getoond, probeer het probleem dan te verhelpen zoals aangegeven in tabel 13-18, ‘Oximetriewaarschuwingen’, op pagina 202 en raak de knop Opnieuw kalibreren aan om het instellen van de basislijn te herstarten.
  • Pagina 159: Oximetriegegevens Opvragen

    Oximetriegegevens opvragen (Recall Oximetry Data) kan worden gebruikt om gegevens van de oximetriekabel op te roepen nadat een patiënt niet meer is aangesloten op de geavanceerde HemoSphere- monitor. Met deze functie kan de laatste kalibratie van de patiënt worden opgeroepen samen met diens demografische gegevens voor onmiddellijke oximetriebewaking.
  • Pagina 160: Hb Bijwerken

    Voer de patiëntgegevens opnieuw in, indien nodig. OPMERKING Zorg ervoor dat de tijd en datum van alle geavanceerde HemoSphere-monitors altijd de huidige tijd en datum is. Als de datum en/of tijd van de geavanceerde...
  • Pagina 161: Hemosphere-Oximetriekabel Resetten

    11.8 HemoSphere-oximetriekabel resetten Gebruik HemoSphere-oximetriekabel resetten als het SQI-niveau continu hoog is. Het resetten van de oximetriekabel kan de signaalkwaliteit stabiliseren. Het moet alleen worden uitgevoerd nadat andere acties zijn ondernomen om het hoge SQI-niveau op te lossen als gedefinieerd in Problemen oplossen.
  • Pagina 162: Geavanceerde Eigenschappen

    Geavanceerde eigenschappen Inhoud Softwarefunctie Acumen-hypothensievoorspellingsindex (HPI) ....... .162 Verbeterd volgen van parameters ............178 12.1 Softwarefunctie Acumen-hypothensievoorspellingsindex (HPI) Wanneer de software Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) is geactiveerd en gebruikmaakt van een FloTrac IQ-/Acumen IQ-sensor die op een radiale arteriële katheter is aangesloten, geeft deze de arts...
  • Pagina 163: Tabel 12-1 Hpi-Weergaveconfiguraties

    Om de Acumen HPI-software te activeren, moet er op het platform een wachtwoord worden ingevoerd om het scherm Functies beheren te openen. Hier moet een activeringscode worden ingevoerd. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie.
  • Pagina 164: Acumen-Hypotensievoorspellingsindex (Hpi)

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen In tegenstelling tot andere bewaakte parameters kunnen de alarmlimieten voor HPI niet worden aangepast, aangezien HPI geen fysiologische parameter met een selecteerbaar doelbereik is (zoals bijv. bij het hartminuutvolume), maar eerder een waarschijnlijkheid van een fysiologische toestand. De alarmlimiet wordt aan de gebruiker weergegeven in de software, maar de bedieningselementen om de alarmlimieten te wijzigen zijn uitgeschakeld.
  • Pagina 165: Tabel 12-2 Grafische En Hoorbare Schermelementen Voor De Hpi-Waarde

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen WAARSCHUWING De Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) mag niet als enige worden gebruikt voor de behandeling van patiënten. Aanbevolen wordt de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen voordat met een behandeling wordt gestart. Tabel 12-2 Grafische en hoorbare schermelementen voor de HPI-waarde...
  • Pagina 166: Hpi Als Hoofdparameter

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen 12.1.2 HPI als hoofdparameter Nadat de functie Acumen-HPI is geactiveerd, kan de gebruiker HPI configureren als hoofdparameter. Volg daarvoor de stappen beschreven in Parameters wijzigen op pagina 70. De weergave van HPI verschilt in meerdere opzichten van die van andere hoofdparameters. De weergave van andere hoofdparameters is beschreven in Statusindicatoren op pagina 71.
  • Pagina 167: Tabel 12-4 Kleuren Parameterstatus Voor Hpi

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen Afbeelding 12-1 Hoofdparameterbol HPI HPI wordt weergegeven zoals in afbeelding 12-1 als deze als hoofdparameter is geconfigureerd in alle schermen behalve het cockpitscherm (afbeelding 12-2). Zie Cockpitscherm op pagina 79 voor meer informatie over het cockpitscherm.
  • Pagina 168: Hpi-Alarm

    (wit/rood) in overweging worden genomen. Net als met andere beschikbare alarmen op het geavanceerde bewakingsplatform HemoSphere kan het volume van het hoorbare HPI-alarm worden aangepast. Raadpleeg Alarmen/doelen op pagina 106 voor informatie over het dempen van het alarm en het instellen van het alarmvolume.
  • Pagina 169: Hpi-Pop-Upmelding Met Hoge Prioriteit

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen Om de HPI-indicator op de informatiebalk weer in te schakelen, herhaalt u stap 1 t/m 4 en zet u de wisseltoets op Aan in stap 5. Afbeelding 12-4 Parameterinstellingen - wisseltoets HPI informatiebalk De HPI-functie blijft beschikbaar, zelfs als HPI niet wordt weergegeven op het scherm. Als HPI is geconfigureerd als een hoofdparameter, verstuurt de parameter alarmen of meldingen zoals beschreven in HPI-alarm op pagina 168.
  • Pagina 170: Secundair Hpi-Scherm

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen Om de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen op het secundaire HPI-scherm (zie Secundair HPI-scherm op pagina 170) en de HPI-pop-up met hoge prioriteit te bevestigen, raakt u de toets Meer informatie aan. Om de HPI-pop-up met hoge prioriteit te bevestigen zonder de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen op het secundaire HPI-scherm, raakt u de toets Bevestigen aan.
  • Pagina 171: Klinische Toepassing

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen variatie in hartslagvolume (SVV) • contractiliteit linkerventrikel (dP/dt) • dynamische arteriële elastantie (Ea • Voor alle parameters op het secundaire HPI-scherm, worden ook procentuele verandering en richting van de verandering (via een pijl omhoog/omlaag) over een door de gebruiker te selecteren tijdsinterval weergegeven.
  • Pagina 172: Aanvullende Parameters

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen Nadat een tweede opeenvolgende HPI-waarde hoger is dan 85, verschijnt een pop-up met hoge • prioriteit. Controleer de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het secundaire HPI-scherm en andere • parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van de grote kans op hypotensie te onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
  • Pagina 173 Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen De meeste interventies ter behandeling van SV (of SVI) en MAP hebben voornamelijk invloed op SV en de bepalende factoren preload, contractiliteit en afterload. Ondersteuning bij behandelingsbeslissingen moet integraal informatie verstrekken over alle drie deze aspecten, aangezien deze vaak met elkaar in verband staan.
  • Pagina 174: Klinische Validatie

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen 12.1.10 Klinische validatie Er is een retrospectief klinisch validatieonderzoek uitgevoerd voor het beoordelen van de diagnostische werking van HPI bij het voorspellen van hypotensieve en niet-hypotensieve gebeurtenissen. Dit onderzoek omvatte 52 chirurgiepatiënten. Tabel 12-5 toont de demografische patiëntgegevens. Het aantal segmenten voor hypotensieve gebeurtenissen dat is opgenomen in de analyse was 1058 en het totale aantal segmenten voor niet-hypotensieve gebeurtenissen opgenomen in de analyse was 521.
  • Pagina 175: Tabel 12-6 Klinische Validatieonderzoeken

    [63,7, 67,9] [97,6, 99,0] [83,9, 86,0] *Betreffende gegevens beschikbaar bij Edwards Lifesciences Tabel 12-7 geeft het percentage waarin hypotensieve gebeurtenissen voorkomen en de ‘tijd-tot-gebeurtenis’- gegevens voor een bepaald HPI-bereik voor patiënten in het klinisch validatieonderzoek (N=52). Deze gegevens worden weergegeven in tijdvakken die zijn geselecteerd op basis van de snelheid waarmee hypotensieve gebeurtenissen zich gemiddeld ontwikkelden bij OK-patiënten.
  • Pagina 176: Tabel 12-7 Klinische Validatie (N=52)

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen LET OP De informatie over de HPI-parameter in tabel 12-7 wordt gegeven als algemene richtlijn en is mogelijk niet representatief voor individuele ervaring. Aanbevolen wordt de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen voordat met een behandeling wordt gestart.
  • Pagina 177: Literatuurverwijzingen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen 12.1.11 Literatuurverwijzingen De Hert et al, Evaluation of Left Ventricular Function in Anesthetized Patients Using Femoral Artery dP/dtmax. Journal of Cardiothoracic and Vascular Anesthesia 2006; 20(3): 325-330. Tartiere et al, Non-invasive radial pulse wave assessment for the evaluation of left ventricular systolic performance in heart failure.
  • Pagina 178: Verbeterd Volgen Van Parameters

    12 Geavanceerde eigenschappen 12.2 Verbeterd volgen van parameters Het geavanceerde HemoSphere-bewakingsplatform biedt hulpmiddelen voor het uitvoeren van Doelgerichte therapie (DGT), waarmee de gebruiker de hoofdparameters in het optimale bereik kan volgen en beheren. Met verbeterd volgen van parameters is het voor artsen mogelijk aangepaste protocollen te creëren en te bewaken.
  • Pagina 179 Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen Raak de onderste helft van het selectiepictogram Parameter/Doel aan om een waarde voor bereik in te voeren op het toetsenpaneel. De geselecteerde operator (<, ≤, > of ≥) en waarde vertegenwoordigen de boven- of ondergrens tijdens het volgen van de parameter. Raak de Enter-...
  • Pagina 180: Dgt Actief Volgen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen 12.2.1.2 DGT actief volgen Tijdens DGT actief volgen wordt het plotgebied van de trendgrafiek voor parameters binnen het doelbereik blauw gearceerd getoond. Zie afbeelding 12-9, ‘DGT actief volgen’, op pagina 179. Beheerpaneel voor GDT volgen. Raak de knop DGT volgen aan om het actieve volgen te pauzeren of te stoppen.
  • Pagina 181: Historische Dgt

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 12 Geavanceerde eigenschappen 12.2.1.3 Historische DGT Druk op de knop Historische gegevens om recente sessies voor DGT volgen weer te geven. Onderin het scherm verschijnt een blauwe banner ‘Historische DGT-sessie bekijken’. Tijdens het bekijken van een historische DGT-sessie worden de huidige parameterwaarden weergegeven op bollen met belangrijke parameters.
  • Pagina 182: Problemen Oplossen

    Foutmeldingen geavanceerde HemoSphere-monitor ........
  • Pagina 183: Tabel 13-1 Visuele Alarmindicator Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    13 Problemen oplossen 13.2 Statuslampjes monitor De geavanceerde HemoSphere-monitor heeft een visuele alarmindicator om de gebruiker te waarschuwen voor alarmcondities. Raadpleeg Alarmprioriteiten op pagina 224 voor meer informatie over fysiologische alarmcondities met gemiddelde en hoge prioriteit. De aan-uitknop van de monitor heeft een geïntegreerd ledlampje om te allen tijde de aan-uitstatus aan te geven.
  • Pagina 184: Tabel 13-2 Aan-Uitlampje Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 13 Problemen oplossen Tabel 13-2 Aan-uitlampje geavanceerde HemoSphere-monitor Monitorstatus Kleur Lichtpatroon Voorgestelde actie Monitor AAN Groen Constant AAN Geen Monitor UIT Geel Knippert AAN/UIT Wacht tot de batterij volledig is opgeladen voordat Monitor aangesloten op netvoeding u de monitor loskoppelt van de netvoeding...
  • Pagina 185: Tabel 13-4 Systeemfouten/-Meldingen

    Aansluitpunten van sleuf of module zijn Controleer of er pennen verbogen of kapot zijn beschadigd Probeer modulesleuf 2 Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Fout: Modulesleuf 2 – Module 2 is niet goed geplaatst...
  • Pagina 186 Aansluitpunten van kabel of poort zijn Controleer of er pennen verbogen of kapot zijn beschadigd Probeer kabelpoort 1 Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Fout: Monitor – Incompatibele Software-upgrade niet geslaagd of Neem contact op met Edwards Technical Support...
  • Pagina 187 Sluit de druk-uitkabel opnieuw aan Aansluitpunten van kabel of poort zijn Controleer of er pennen verbogen of kapot zijn beschadigd Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Alarm: Systeemtemperatuur De temperatuur in de monitor loopt op tot...
  • Pagina 188: Systeemwaarschuwingen

    Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Batterij moet geconditioneerd De gasmeetschaal is niet gekoppeld Verzeker u ervan dat de geavanceerde HemoSphere- worden aan de werkelijke status van de monitor is aangesloten op een stopcontact om te zorgen batterijcapaciteit voor een ononderbroken meting...
  • Pagina 189: Tabel 13-7 Co-Fouten/-Meldingen Hemosphere-Swan-Ganz-Module

    Vervang de CCO-kabel voor de patiënt De aangesloten katheter is geen Gebruik bolus CO-modus Edwards CCO-katheter Controleer of de katheter een Edwards CCO-katheter is Fout: CO – Controleer Verbinding thermisch filament Controleer de aansluitingen van de CCO-kabel voor de aansluitingen van en thermistor van de katheter de patiënt en de katheter...
  • Pagina 190 Koppel de CCO-kabel voor de patiënt los tijdens elektrocauterisatie Interne systeemfout Verwijder de module en plaats deze terug om te resetten Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Alarm: CO – Signaaladaptatie - Grote bloedtemperatuurveranderingen...
  • Pagina 191: Tabel 13-8 Edv- En Sv-Fouten/-Meldingen Hemosphere-Swan-Ganz-Module

    * Deze vergrendeling is in storing. Raak het pictogram voor stilte aan, om het geluid stil te zetten. Om te wissen moet de bewaking opnieuw worden gestart. 13.5.2 EDV- en SV-fouten/-meldingen Tabel 13-8 EDV- en SV-fouten/-meldingen HemoSphere-Swan-Ganz-module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Alarm: EDV –...
  • Pagina 192: Tabel 13-9 Ico-Fouten/-Meldingen Hemosphere-Swan-Ganz-Module

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 13 Problemen oplossen 13.5.3 iCO-fouten/-meldingen Tabel 13-9 iCO-fouten/-meldingen HemoSphere-Swan-Ganz-module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: iCO – Controleer Injectaattemperatuursonde niet gevonden Controleer de aansluiting tussen de CCO-kabel voor de aansluiting van de patiënt en de injectaattemperatuursonde Storing injectaattemperatuursonde...
  • Pagina 193: Tabel 13-10 Svr-Fouten/-Meldingen Hemosphere-Swan-Ganz-Module

    13.5.5 Algemene probleemoplossing Tabel 13-11 Algemene probleemoplossing HemoSphere-Swan-Ganz-module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Sluit de HemoSphere Er is geen aansluiting op de HemoSphere- Plaats de HemoSphere-Swan-Ganz-module in sleuf 1 Swan-Ganz-module aan voor Swan-Ganz-module gedetecteerd of sleuf 2 van de monitor CO-bewaking...
  • Pagina 194 Test de CCO-kabel voor de patiënt CCO-katheter van Edwards Vervang de CCO-kabel voor de patiënt Controleer of de katheter een Edwards CCO-katheter is Sluit de injectaatsonde aan voor Er is geen verbinding tussen de Controleer de aansluiting tussen de CCO-kabel voor iCO-bewaking CCO-kabel voor de patiënt en de...
  • Pagina 195: Foutmeldingen Drukkabel

    Als de kabel warm aanvoelt, moet u hem laten afkoelen voordat u hem weer gebruikt Schakel de monitor uit en in om het platform te herstellen Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Fout: Druksensor...
  • Pagina 196: Tabel 13-13 Co-Fouten/-Meldingen Hemosphere-Drukkabel

    Stel de CO-sensor van Edwards op de geavanceerde HemoSphere-monitor op nul om de transducer op nul te zetten en bevestig de aansluiting van de drukkabel Verzeker u ervan dat de drukzak opgeblazen is en de zak met spoeloplossing ten minste voor ¼...
  • Pagina 197 Stel de CO-sensor van Edwards op de geavanceerde HemoSphere-monitor op nul om de transducer op nul te zetten en bevestig de aansluiting van de drukkabel Verzeker u ervan dat de drukzak opgeblazen is en de zak met spoeloplossing ten minste voor ¼...
  • Pagina 198: Tabel 13-14 Svr-Fouten/-Meldingen Hemosphere-Drukkabel

    Stel de CO-sensor van Edwards op de geavanceerde HemoSphere-monitor op nul, om de transducer op nul te zetten, en bevestig de aansluiting van de drukkabel Verzeker u ervan dat de drukzak opgeblazen is en de zak met spoeloplossing ten minste voor ¼...
  • Pagina 199: Tabel 13-16 Algemene Fouten Met De Hemosphere-Drukkabel Oplossen

    ¼ vol is Voer een Square Wave-test uit om de frequentierespons van het Edwards-drukbewakingssysteem te beoordelen 13.6.5 Algemene probleemoplossing Tabel 13-16 Algemene fouten met de HemoSphere-drukkabel oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Sluit de drukkabel aan voor...
  • Pagina 200 Geavanceerde HemoSphere-monitor 13 Problemen oplossen Tabel 13-16 Algemene fouten met de HemoSphere-drukkabel oplossen (vervolg) Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Nullen arteriële druk voor CO- Het arteriële druksignaal werd niet vóór Raak het pictogram ‘Nullen & Curve’ op de navigatiebalk bewaking...
  • Pagina 201: Tabel 13-17 Oximetriefouten/-Meldingen

    Als de kabel warm aanvoelt, moet u hem laten afkoelen voordat u hem weer gebruikt Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Fout: Storing oximetriekabel Interne systeemfout...
  • Pagina 202: Tabel 13-18 Oximetriewaarschuwingen

    Geavanceerde HemoSphere-monitor 13 Problemen oplossen Tabel 13-17 Oximetriefouten/-meldingen (vervolg) Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Alarm: Oximetrie – SQI = 4 Geringe bloedcirculatie bij de kathetertip Als de kabel omwikkeld is met stof of op een isolerend of kathetertip tegen vaatwand...
  • Pagina 203: Tabel 13-19 Algemene Probleemoplossing Oximetrie

    Patiëntgegevens in Laatste oximetriekabelkalibratie >24 uur Voer een in-vivokalibratie uit oximetriekabel meer dan 24 uur geleden Synchroniseer datum en tijd op alle Edwards-monitoren oud – opnieuw kalibreren Datum en tijd op de Edwards-monitoren in het ziekenhuis in het ziekenhuis verschillen...
  • Pagina 204: Specificaties

    Specificaties geavanceerde HemoSphere-monitor ........
  • Pagina 205 Geavanceerde HemoSphere-monitor A Specificaties Tabel A-1 Essentiële prestaties van de geavanceerde HemoSphere-monitor – transiënte en niet-transiënte elektromagnetische fenomenen Module Parameter Essentiële prestaties of kabel Algemeen: alle bewakingsmodi en parameters Geen onderbreking van huidige bewakingsmodus. Geen onverwacht opnieuw opstarten of stopzetten van werking. Geen spontane activering van gebeurtenissen waarvoor gebruikersinteractie nodig is om te initiëren.
  • Pagina 206: Specificaties Geavanceerde Hemosphere-Monitor

    ASTM D4169, DC13 *Voorbereiding van temperatuur en vochtigheid MRI-informatie. Gebruik de geavanceerde HemoSphere -monitor of -platformmodules en - kabels niet in een MRI-omgeving. Het geavanceerde HemoSphere -bewakingsplatform, met inbegrip van alle modules en kabels, is MRI-onveilig omdat deze metalen onderdelen bevat...
  • Pagina 207 Geavanceerde HemoSphere-monitor A Specificaties Tabel A-5 Technische specificaties geavanceerde HemoSphere-monitor Ingang/uitgang Aanraakscherm Projectieve capacitieve aanraking Seriële RS-232-poort (1) Bedrijfseigen protocol van Edwards; maximale gegevenssnelheid = 57,6 kilobaud USB-poorten (2) eenmaal USB 2.0 (achter) en eenmaal USB 3.0 (zijkant) RJ-45-Ethernet-poort Eén HDMI-poort Eén...
  • Pagina 208: Specificaties Hemosphere-Batterij

    0,5 kg (1,1 lb) Afmetingen Hoogte 35 mm (1,38 inch) Breedte 80 mm (3,15 inch) Diepte 126 mm (5.0 inch) Tabel A-7 milieuspecificaties voor batterij van geavanceerde HemoSphere-monitor Milieuspecificatie Waarde In bedrijf 10 tot 37 °C Aanbevolen opslagtemperatuur 21 °C Maximale temperatuur voor 35 °C...
  • Pagina 209: Specificaties Hemosphere-Drukkabel

    10 tot 90% wijziging onder condities van een stabiele bloedtemperatuur OPMERKING De verwachte gebruiksduur van de HemoSphere Swan-Ganz -module is 5 jaar na de fabricagedatum; hierna dient de module te worden vervangen en teruggestuurd naar Edwards Lifesciences. Neem contact op met de technische dienst of met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor verdere ondersteuning.
  • Pagina 210: Specificaties Hemosphere-Oximetriekabel

    Nauwkeurigheid getest onder laboratoriumomstandigheden OPMERKING De verwachte gebruiksduur van de HemoSphere -drukkabel is 5 jaar na de fabricagedatum; hierna dient de kabel te worden vervangen en teruggestuurd naar Edwards Lifesciences. Neem contact op met de technische dienst of met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor verdere ondersteuning.
  • Pagina 211 2 seconden Precisiegetest onder laboratoriumomstandigheden. OPMERKING De verwachte gebruiksduur van de HemoSphere -oximetriekabel is 1,5 jaar na fabricagedatum; hierna dient de kabel te worden vervangen en teruggestuurd naar Edwards Lifesciences. Neem contact op met de technische dienst of met uw...
  • Pagina 212: Lijst Van Accessoires

    B.1 Lijst van accessoires WAARSCHUWING Gebruik alleen goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde HemoSphere-monitor die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen.
  • Pagina 213 B.2 Beschrijving aanvullende accessoires B.2.1 Rolstandaard De rolstandaard voor de geavanceerde HemoSphere-monitor is bedoeld voor gebruik met de geavanceerde HemoSphere-monitor. Volg de meegeleverde instructies voor het monteren van de rolstandaard en de waarschuwingen. Plaats de gemonteerde rolstandaard op de vloer, controleer of alle wielen contact maken...
  • Pagina 214 Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters In dit deel worden de vergelijkingen beschreven die worden gebruikt om continue en intermitterende patiëntparameters te berekenen die worden weergegeven op de geavanceerde HemoSphere-monitor. OPMERKING Patiëntparameters worden berekend met meer decimalen dan worden weergegeven op het scherm. Bijvoorbeeld een CO-waarde van 2,4 op het scherm kan in werkelijkheid een CO van 2,4492 zijn.
  • Pagina 215 Geavanceerde HemoSphere-monitor C Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Tabel C-1 Vergelijkingen voor cardiaal en oxygenatieprofiel (vervolg) Parameter Beschrijving en formule Eenheden Veneus zuurstofgehalte = (0,0138 x Hb x SvO ) + (0,0031 x PvO ) (ml/dl) ml/dl = [0,0138 x (Hb...
  • Pagina 216 Geavanceerde HemoSphere-monitor C Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Tabel C-1 Vergelijkingen voor cardiaal en oxygenatieprofiel (vervolg) Parameter Beschrijving en formule Eenheden Dynamische arteriële elastantie = PPV/SVV waarbij: SVV - variatie in hartslagvolume, %: PPV - variatie in pulsdruk, berekend als: PPV= 1 OO*(PPmax-PPmin)/gemiddeld(PP)
  • Pagina 217 Geavanceerde HemoSphere-monitor C Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Tabel C-1 Vergelijkingen voor cardiaal en oxygenatieprofiel (vervolg) Parameter Beschrijving en formule Eenheden Zuurstofafvoerratio ER = (Ca-vO /CaO ) x 100 (%) waarbij: – Arterieel zuurstofgehalte, ml/dl Ca-vO – Verschil arterioveneus zuurstofgehalte, ml/dl...
  • Pagina 218 Geavanceerde HemoSphere-monitor C Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Tabel C-1 Vergelijkingen voor cardiaal en oxygenatieprofiel (vervolg) Parameter Beschrijving en formule Eenheden Systemische vasculaire weerstand (‘systemic vascular resistance’) SVR = {(MAP – CVD) x 80}/CO (dyne-sec/cm dyne-s/cm SVR = {(MAP – CVD...
  • Pagina 219 Geavanceerde HemoSphere-monitor C Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Tabel C-1 Vergelijkingen voor cardiaal en oxygenatieprofiel (vervolg) Parameter Beschrijving en formule Eenheden Geschat zuurstofverbruik-index e/ BSA ml O /min/m Ventilatieperfusie-index {1,38 x Hb x (1,0 - (SaO /100}+ (0,0031 x PAO VQI = ------------------------------------------------------------------ x 100...
  • Pagina 220: Invoerbereik Patiëntgegevens

    Bijlage Instellingen en standaardwaarden monitor D.1 Invoerbereik patiëntgegevens Tabel D-1 Informatie over de patiënt Parameter Minimum Maximum Beschikbare eenheden Geslacht M (Man) / F (Vrouw) N.v.t. n.v.t. Leeftijd jaar Lengte 30 cm 250 cm Gewicht 1,0 kg 400,0 kg 0,08 5,02 0 cijfers 40 tekens...
  • Pagina 221 Geen OPMERKING De geavanceerde HemoSphere-monitor accepteert geen instelling met een bovenwaarde voor de schaal die lager is dan de onderwaarde voor de schaal. De monitor accepteert ook geen instelling met een onderwaarde voor de schaal die hoger is dan de bovenwaarde voor de schaal.
  • Pagina 222: Parameterweergave En Configureerbare Alarm-/Doelbereiken

    Geavanceerde HemoSphere-monitor D Instellingen en standaardwaarden monitor D.3 Parameterweergave en configureerbare alarm-/doelbereiken Tabel D-3 Configureerbare parameteralarmen en weergavebereiken Configureerbaar Parameter Eenheden Weergavebereik bereik l/min 1,0 tot 20,0 1,0 tot 20,0 l/min 0,0 tot 20,0 0,0 tot 20,0 l/min 1,0 tot 20,0...
  • Pagina 223: Standaarden Voor Alarmen En Doelwaarden

    Geavanceerde HemoSphere-monitor D Instellingen en standaardwaarden monitor D.4 Standaarden voor alarmen en doelwaarden Tabel D-4 Gevarenzone van parameteralarm en standaard doelwaarden EW laagste EW hoogste standaardin- EW laagste EW hoogste standaardin- stelling alarm standaardin- standaardin- stelling alarm Parameter Eenheden (gevarenzone)
  • Pagina 224: Alarmprioriteiten

    Het genereren van een alarmsignaalvertraging is parameterafhankelijk. Voor oximetriegerelateerde parameters is de vertraging minder dan 2 seconden. Voor de continue CO- en bijbehorende parameters van de HemoSphere Swan-Ganz- module is de vertraging minder dan 360 seconden, hoewel een gebruikelijke vertraging als gevolg van parameterberekening 57 seconden bedraagt. Voor de...
  • Pagina 225 Geavanceerde HemoSphere-monitor D Instellingen en standaardwaarden monitor D.6 Standaard taalinstellingen* Tabel D-6 Standaard taalinstellingen Standaard weergave-eenheden Middelingstijd Taal Lengte Gewicht Tijdweergave Datumweergave CO-trend English (US) mmHg g/dl 12 uur MM/DD/JJJJ 20 seconden English (UK) mmol/l 24 uur DD.MM.JJJJ 20 seconden Français...
  • Pagina 226: Waarden Berekeningsconstanten

    Bijlage Berekeningsconstanten E.1 Waarden berekeningsconstanten In iCO-modus berekent de HemoSphere Swan-Ganz-module de cardiac output door ofwel een badsonde- opstelling of een in-line-temperatuursonde met behulp van de berekeningsconstanten in de volgende tabellen. De HemoSphere Swan-Ganz-module detecteert automatisch het type injectaattemperatuursonde dat wordt gebruikt en de bijbehorende injectaattemperatuur, kathetermaat en injectaatvolume definiëren de te gebruiken berekeningsconstante.
  • Pagina 227 Geavanceerde HemoSphere-monitor E Berekeningsconstanten Tabel E-2 Berekeningsconstanten voor in-line-temperatuursonde Temperatuurbereik Injectaatvolume Kathetermaat (French) injectaat* (°C) (ml) Kamertemp. 0,601 0,599 0,616 0,616 0,624 22,5-27 °C 0,294 0,301 0,311 0,307 0,310 Kamertemp. 0,593 0,593 0,603 0,602 0,612 18-22,5 °C 0,288 0,297 0,295...
  • Pagina 228: Algemeen Onderhoud

    Regionaal hoofdkantoor Edwards Lifesciences ........
  • Pagina 229: De Monitor En De Modules Reinigen

    LET OP Giet of spuit geen vloeistof over enig deel van de geavanceerde HemoSphere-monitor, accessoires, modules of kabels. Gebruik geen andere desinfecterende oplossing dan de hierboven aangegeven soorten.
  • Pagina 230: De Hemosphere-Oximetriekabel Reinigen

    Bevochtig een niet-pluizend wattenstaafje met steriele alcohol en gebruik lichte druk om de optische vezels in de voorzijde van de behuizing van de oximetriekabel te reinigen. LET OP Steriliseer de HemoSphere-oximetriekabel niet met behulp van stoom, straling of EO (ethyleenoxide). Dompel de HemoSphere-oximetriekabel niet onder. F.3.2 De CCO-kabel en connector van de patiënt reinigen...
  • Pagina 231: De Drukkabel Reinigen

    F.3.3 De drukkabel reinigen De HemoSphere-drukkabel kan worden gereinigd met de reinigingsmiddelen die worden vermeld in sectie F.2, met behulp van de methoden die zijn gespecificeerd voor platformkabels aan het begin van deze sectie (sectie F.3). Maak de drukkabel los van de monitor om de transducerconnector aan de lucht te drogen.
  • Pagina 232: Regionaal Hoofdkantoor Edwards Lifesciences

    • tech_support@edwards.com. Houd de volgende informatie bij de hand als u belt: het serienummer van de geavanceerde HemoSphere-monitor, dit staat op het achterpaneel; • de tekst van een eventuele foutmelding en gedetailleerde informatie over de aard van het probleem. •...
  • Pagina 233: De Monitor Afdanken

    F.6.1 Recycling van de batterij Vervang de HemoSphere-batterij als deze niet meer opgeladen blijft. Volg nadat u de batterij hebt verwijderd de plaatselijke richtlijnen voor recycling. LET OP De lithium-ion-batterij dient te worden gerecycled of afgevoerd in overeenstemming met alle nationale en plaatselijke wetgeving.
  • Pagina 234: Het Testen Van Alarmsignalen

    F Systeemverzorging, onderhoud en ondersteuning F.8 Het testen van alarmsignalen Elke keer dat de geavanceerde HemoSphere-monitor wordt ingeschakeld, wordt automatisch een zelftest uitgevoerd. Als onderdeel van de zelftest klinkt er een alarmtoon. Dit geeft aan dat de indicatoren voor hoorbare alarmen juist werken. Voor verder testen van individuele meetalarmen stelt u de grenswaarden voor alarmen regelmatig anders in en controleert u of het bijbehorende alarmgedrag wordt waargenomen.
  • Pagina 235: Elektromagnetische Compatibiliteit

    De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere-monitor moet waarborgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Bij aansluiting op de geavanceerde HemoSphere-monitor voldoen alle accessoirekabels genoemd in tabel B-1 op pagina 212 aan de hierboven genoemde EMC-normen.
  • Pagina 236 Richtlijnen voor het aanhouden van voldoende afstand tussen communicatieapparatuur en de geavanceerde HemoSphere-monitor vindt u in tabel G-3. De effecten van andere RF uitstralende apparatuur zijn onbekend en kunnen de werking en veiligheid van het HemoSphere- bewakingsplatform verstoren. LET OP Het instrument is getest en voldoet aan de limieten van IEC 60601-1-2.
  • Pagina 237: Beschrijving

    Tabel G-1 Elektromagnetische emissies Richtlijn en verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische emissies De geavanceerde HemoSphere-monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere-monitor moet waarborgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
  • Pagina 238: Testfrequentie

    Dienst Modulatie Meter (V/m) De geavanceerde HemoSphere-monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere-monitor moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Pulsmodulatie²...
  • Pagina 239 RF-storingen onder controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van het systeem kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand te bewaren tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de geavanceerde HemoSphere-monitor volgens de onderstaande aanbevelingen, al naar gelang het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
  • Pagina 240 IEC 60601-1-2-testniveau Nalevingsniveau Richtlijnen De geavanceerde HemoSphere-monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere-monitor moet waarborgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Elektrostatische ±8 kV contact ±8 kV...
  • Pagina 241: Nalevingsniveau Elektromagnetische Omgeving - Richtlijnen

    Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te kunnen bepalen, kan een elektromagnetisch locatieonderzoek worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de geavanceerde HemoSphere- monitor wordt gebruikt hoger is dan het eerder vermelde RF-compliantieniveau dat van toepassing is, dient u nauwlettend te controleren of de geavanceerde HemoSphere-monitor normaal functioneert.
  • Pagina 242: Informatie Over Draadloze Technologie

    IEEE 802.11a/b/g/n met volledig geïntegreerde beveiligingsaanvragen en enterprise- authenticatie en gegevensencryptie volgens 802.11i/WPA2. Technische informatie over de draadloze technologie die in de geavanceerde HemoSphere-monitor is geïmplementeerd, staat in de volgende tabel. Tabel G-6 Informatie over draadloze technologie van de geavanceerde...
  • Pagina 243 Geavanceerde HemoSphere-monitor G Richtlijnen en verklaring van de fabrikant Tabel G-6 Informatie over draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere-monitor (vervolg) Functie Beschrijving Maximaal 802.11a transmissievermogen 6 Mbps 15 dBm (31,623 mW) 54 Mbps 12 dBm (19,953 mW) Maximaal Opmerking: 802.11b...
  • Pagina 244 Geavanceerde HemoSphere-monitor G Richtlijnen en verklaring van de fabrikant Tabel G-6 Informatie over draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere-monitor (vervolg) Functie Beschrijving Beveiliging Normen IEEE 802.11i (WPA2) Encryptie AES, Rijndael-algoritme (Advanced Encryption Standard) Beschikbare encryptiesleutels Statisch (lengte 40 bit en 128 bit)
  • Pagina 245: Kwaliteit Van Service Voor Draadloze Technologie

    5% totaal gegevensverlies onder deze omstandigheden. De draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere-monitor heeft een effectief bereik van ca. 50 meter met direct zicht en 25 meter zonder direct zicht. Het effectieve bereik kan worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere draadloze zenders.
  • Pagina 246 Geavanceerde HemoSphere-monitor G Richtlijnen en verklaring van de fabrikant Verklaring van de Federal Communications Commission Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, volgens Deel 15 van de RCC-regelgeving. Deze limieten zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een installatie in een woonomgeving.
  • Pagina 247: Verklaringen Industry Canada

    Geavanceerde HemoSphere-monitor G Richtlijnen en verklaring van de fabrikant G.3.5 Verklaringen Industry Canada Waarschuwing voor gevaar van RF-straling Om overeenstemming met de blootstellingsvereisten voor RF van de FCC en Industry Canada te waarborgen, moet dit apparaat worden geïnstalleerd in een omgeving waar de afstand van de antennes van het apparaat tot enige persoon minimaal 20 cm bedraagt.
  • Pagina 248: R&Tte-Verklaringen Europese Unie

    10 mW EIRP in het frequentiebereik van 2454 - 2483,5 MHz. Voor gedetailleerde informatie kan de eindgebruiker contact opnemen met de nationale spectrumautoriteit in Frankrijk. Hierbij verklaart Edwards Lifesciences dat deze monitor in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante voorwaarden van Richtlijn 1999/5/EG.
  • Pagina 249 Gemengde veneuze zuurstofsaturatie (SvO Bolusmodus (iCO-modus) Percentage van hemoglobine dat is verzadigd met zuurstof in het veneuze bloed zoals gemeten in de longslagader. Functionele staat van de HemoSphere-Swan-Ganz-module Weergegeven als SvO waarin de cardiac output wordt gemeten met de bolus- thermodilutiemethode.
  • Pagina 250 ‘Slave’-kabel in het bloedvat. Kabel die gegevens overzet naar de geavanceerde HemoSphere-monitor vanaf een andere monitor. Injectaat Vloeistof die wordt gebruikt voor het meten van iCO Specificiteit (bolus thermodilutie cardiac output).
  • Pagina 251 Geavanceerde HemoSphere-monitor H Verklarende woordenlijst Standaardinstellingen Thermodilutie (TD) Initiële werkingsvoorwaarden die door het systeem Een variant van de indicatordilutietechniek die worden aangenomen. temperatuurwijzigingen gebruikt als indicator. STAT-waarde Een snelle schatting van de waarden voor CO/CI, EDV, Universele seriële bus. EDVI en RVEF.
  • Pagina 252 Index berekeningsconstante selectie afteltimer berekeningsconstanten bewaking met HemoSphere- def. badtemperatuursonde Swan-Ganz-module aanraakscherm, specificaties in-line-temperatuursonde aanraking vereiste accessoires tabellen condities thermisch signaal def. berichtengebied CO-bewaking achterpaneel besturingssysteem Connectiviteit ZIS verbindingspoorten connectoren beveiliging acroniemen reiniging bewaking gebruiken afkortingen continue bewaking patiënt afmetingen...
  • Pagina 253 HemoSphere-Swan-Ganz- geslacht, invoeren module gewicht milieuspecificaties HemoSphere Swan-Ganz ECG-kabel module monitor monitor hoorbare alarmen onderdrukken bewaking met HemoSphere-Swan- gewicht, patiëntgegevens Ganz-module def. grijs def. indicator vereiste accessoires def. statusindicator doelwaarde EDVI groen def. indicator def.
  • Pagina 254 CO-bewaking def. ondersteuning, technische PVRI oximetrie def. instelling labels problemen oplossen poorten product Regionaal hoofdkantoor Edwards waarschuwingen verpakking Lifesciences Oximetrie losgekoppeld labels op de verpakking reiniging kabel en connectoren lampjes monitor kabels LED-lampjes monitor def.
  • Pagina 255 RVEF vergelijking Vetgedrukt def. def. vereiste ac def. Vloeistoftoediening vereiste accessoires vereiste accessoires RVEF-bewaking def. RVSWI bewaking met HemoSphere- vergelijking def. Swan-Ganz-module def. def. vereiste accessoires vergelijking vergelijking schalen aanpassen SVRI scheidingsafstanden def. def. Scherm Fysiologiebewaking vergelijking...
  • Pagina 256 Artikel 3 van Richtlijn Medische hulpmiddelen 93/42/EEG dragen de CE-markering. Edwards, Edwards Lifesciences, het logo met de gestileerde E, Acumen, Acumen HPI, Acumen IQ, CCOmbo, CCOmbo V, CO-Set, CO-Set+, FloTrac, FloTrac IQ, HemoSphere, HemoSphere Swan-Ganz, Hypotension Prediction Index, HPI, PediaSat, Swan, Swan-Ganz, Time-In-Target en TruWave zijn handelsmerken van Edwards Lifesciences Corporation.

Inhoudsopgave