Download Print deze pagina

Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 243

Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere -monitor
Wanneer de gemiddelde arteriële druk drie opeenvolgende metingen onder de 65 mmHG blijft,
hetgeen wijst op het optreden van een hypotensiegebeurtenis:
*
HPI geeft 100 weer.
*
Controleer de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het Secundair HPI-scherm en andere
parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van de grote kans op hypotensie te
onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
14.1.9 Aanvullende parameters
Afwijking in slagvolume (SVV) en afwijking in pulsdruk (PPV) – gevoelige dynamische metingen van
de vloeistofresponsiviteit, die voorspellen of de preload is toegenomen – door meer vloeistof toe te
dienen of door het veneuze onbelaste volume te verlagen door compenserende
controlemechanismen of medicatie – het hart reageert met een toename van het slagvolume [1].
Lage SVV- of PPV-waarden wijzen erop dat een patiënt niet vloeistofresponsief is; hoge waarden
zijn een indicatie dat een patiënt vloeistofresponsief is; daartussen ligt een grijze zone [6].
Systolische hellingsgraad (dP/dt): de maximale oplopende helling van de arteriële drukgolfvorm voor
een perifere slagader. De arteriële druk dP/dt zal (door de berekening tijdens de uitstroom) absolute
waarden hebben die lager zijn dan de isovolumetrische LV-druk dP/dt-max, maar er bestaat een
sterke correlatie tussen de verandering van de twee waarden [1, 2].
Opmerking
dP/dt gemeten voor de perifere slagader is niet onderzocht als maat voor contractiliteit van het
linkerventrikel voor alle patiëntengroepen.
Dynamische arteriële elastantie (Ea
arteriële systeem (arteriële elastantie), ten opzichte van de elastantie van het linkerventrikel,
berekend als de verhouding tussen PPV en SVV [8]. De arteriële elastantie is een integratieve
parameter voor de arteriële belasting die systemische vasculaire weerstand (SVR), totale arteriële
compliantie (C) en systolische en diastolische tijdsintervallen [9, 10] omvat.
De correlatie van deze parameters met de fysiologische status en hun relatie met het klinisch resultaat is
uitgebreid bestudeerd in een grote hoeveelheid klinische literatuur.
De meeste interventies ter behandeling van SV (of SVI) en MAP hebben voornamelijk invloed op SV en
de bepalende factoren daarvan: preload, contractiliteit en afterload. Ter ondersteuning van
behandelingsbeslissingen moet integraal informatie worden verstrekt over alle drie aspecten, aangezien
deze vaak met elkaar in verband staan.
1. Preload
) – een maat voor de afterload op het linkerventrikel door het
dyn
2. Contractiliteit
243
Geavanceerde eigenschappen
3. Afterload

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere