Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oximetriegegevens Opvragen - Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding

Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:
Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere -monitor
Pulsatiliteit (bijv. de kathetertip wordt ingeklemd)
Signaalintensiteit (bijv. de katheter is geknikt, stolselvorming, hemodilutie)
intermitterend contact met vaatwand door katheter.
Signaalkwaliteit wordt weergegeven gedurende in-vivo-kalibratie en Hb-updatefuncties. Het wordt
aanbevolen de kalibratie alleen uit te voeren als het SQI-niveau 3 of 4 is. Als de SQI 1 of 2 is, raadpleeg
dan Foutmeldingen veneuze oximetrie op pagina 300 om het probleem vast te stellen en op te lossen.
LET OP
Het SQI-signaal wordt soms beïnvloed door het gebruik van elektrochirurgische units. Probeer
apparatuur en bekabeling voor elektrocauterisatie op een grotere afstand van de geavanceerde
HemoSphere -monitor te houden en sluit de netsnoeren indien mogelijk op verschillende stroomcircuits
aan. Als de problemen met de signaalkwaliteit blijven bestaan, neem dan contact op met de plaatselijke
vertegenwoordiger van Edwards voor hulp.

12.6 Oximetriegegevens opvragen

Veneuze oximetriegegevens opvragen kan worden gebruikt om gegevens van de oximetriekabel op te
roepen wanneer een patiënt niet meer is aangesloten op de geavanceerde HemoSphere -monitor. Met
deze functie kan de laatste kalibratie van de patiënt worden opgeroepen samen met diens
demografische gegevens voor onmiddellijke oximetriebewaking. Kalibratiegegevens in de oximetriekabel
moeten minder dan 24 uur oud zijn voor gebruik van deze functie.
Opmerking
Als er al patiëntgegevens zijn ingevoerd in de geavanceerde HemoSphere -monitor, wordt alleen de
informatie van de systeemkalibratie opgeroepen. De HemoSphere -oximetriekabel wordt bijgewerkt met
gegevens van de huidige patiënt.
1.
Laat de katheter aan de HemoSphere -oximetriekabel zitten; koppel de kabel los van de
geavanceerde HemoSphere -monitor en vervoer deze samen met de patiënt. De katheter mag niet
van de oximetriekabel worden losgemaakt.
2.
Als de oximetriekabel wordt aangesloten op een andere geavanceerde HemoSphere -monitor,
dienen de gegevens van de vorige patiënt te worden gewist.
3.
Als de patiënt eenmaal is overgeplaatst, sluit de oximetriekabel dan aan op de geavanceerde
HemoSphere -monitor, en zet deze aan.
4.
Raak het grijze pictogram voor oximetriekalibratie
raak het pictogram Instellingen
pictogram Veneuze oximetriekalibratie
5.
Raak de knop Veneuze oximetriegegevens opvragen aan.
6.
Als de gegevens van de oximetriekabel minder dan 24 uur oud zijn, raak dan de knop Ja aan om de
oximetriebewaking te starten met gebruik van de opgeroepen kalibratiegegevens.
OF
Raak de knop Nee aan en voer een in-vivo-kalibratie uit.
op de parametertegel ScvO₂/SvO₂ aan of
→ Klinische hulpmiddelen tabblad
aan.
207
Veneuze oximetriebewaking

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere

Inhoudsopgave