Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 177
Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails
Zie ook voor HemoSphere:
- Gebruikershandleiding (338 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (256 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (192 pagina's)
Advertenties
Geavanceerde HemoSphere -monitor
wordt continu weergegeven door vermenigvuldiging van de pulsfrequentie en het berekende slagvolume,
bepaald aan de hand van de drukgolfvorm. De FloTrac of Acumen IQ -sensor meet variaties van arteriële
druk naar evenredigheid van het slagvolume.
De HemoSphere -drukkabel en FloTrac of Acumen IQ -sensor gebruiken de bestaande arteriële
drukgolfvorm van de patiënt om voortdurend het slagvolume te meten (SVV). SVV is een gevoelige
indicator van de preloadresponsiviteit van de patiënt wanneer de patiënt 100 % wordt beademd met een
vaste snelheid en vast slagvolume, zonder spontane ademteugen. SVV kan altijd het best worden
gebruikt in combinatie met een beoordeling van het slagvolume of hartminuutvolume.
Wanneer een Acumen IQ sensor wordt gebruikt, dan wordt de bestaande golfvormhelling voor arteriële
druk van de patiënt gebruikt om doorlopend de systolische helling (dP/dt) en dynamische arteriële
elastantie (Ea
) te meten. Ea
dyn
systeem (arteriële elastantie) ten opzichte van de elastantie van het linkerventrikel (dynamische arteriële
elastantie). Raadpleeg Softwarefunctie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI) op pagina 231 voor
meer informatie over de Acumen IQ -sensor en de functie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI).
Activering van de functie Acumen HPI is alleen beschikbaar in bepaalde regio's. Neem contact op met de
plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze
geavanceerde functie.
Beschikbare parameters die gebruikmaken van de FloTrac -technologie zijn cardiac output (CO), cardiale
index (CI), slagvolume (SV), slagvolume-index (SVI), afwijking in slagvolume (SVV), systolische druk
(SYS), diastolische druk (DIA), gemiddelde arteriële druk (MAP) en pulsfrequentie (PR). Wanneer een
Acumen IQ -sensor wordt gebruikt en de functie Acumen HPI geactiveerd is, zijn de volgende
aanvullende parameters beschikbaar: dynamische arteriële elastantie (Ea
pulsdrukvariatie (PPV) en de parameter Acumen Hypotension Prediction Index (HPI). Als de FloTrac of
Acumen IQ -sensor aan de centraalveneuze druk van de patiënt (CVD) is gekoppeld, zijn ook
systemische vasculaire weerstand (SVR) en index systemische vasculaire weerstand (SVRI)
beschikbaar.
LET OP
De effectiviteit van FT-CO-metingen bij pediatrische patiënten is niet geëvalueerd.
Onnauwkeurige FT-CO-metingen kunnen worden veroorzaakt door factoren zoals:
•
onjuist op nul gestelde en/of horizontaal geplaatste sensor/transducer;
•
overmatig of onvoldoende gedempte druklijnen;
•
overmatige variaties in bloeddruk. Enkele aandoeningen die BD-variaties veroorzaken omvatten,
maar zijn niet beperkt tot:
* intra-aortale ballonpompen.
•
elke klinische situatie waarbij de arteriële druk wordt beschouwd als onnauwkeurig of niet
representatief voor de aortadruk, inclusief maar niet beperkt tot:
* extreme perifere vasoconstrictie die resulteert in een aangetaste radiale drukgolfvorm;
* hyperdynamische omstandigheden zoals die voorkomen na een levertransplantatie.
•
overmatig bewegen door de patiënt;
•
interferentie van een elektrocauterisatie- of een elektrochirurgische eenheid.
Regurgitatie van de aortaklep kan een overschatting van het berekende Hartslagvolume / Cardiac Output
veroorzaken, afhankelijk van de ernst van de klepaandoening en het volume dat in het linkerventrikel
verloren gaat.
is een maat voor de afterload van het linkerventrikel door het arteriële
dyn
177
Bewaking met de HemoSphere -drukkabel
), systolische helling (dP/dt),
dyn
Advertenties
