Geavanceerde HemoSphere -monitor
Opmerking
*De parameter Acumen Hypotension Prediction Index, HPI, is een geavanceerde functie die geactiveerd
moet worden met een Acumen IQ -sensor aangesloten op een radiale arteriële katheter. Zie
Softwarefunctie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI) op pagina 231 voor meer informatie.
WAARSCHUWING
FloTrac, Acumen IQ -sensoren, TruWave -transducers of -katheters mogen niet opnieuw worden
gesteriliseerd of worden hergebruikt; raadpleeg de "gebruiksaanwijzing" van de katheter.
Gebruik FloTrac, Acumen IQ -sensoren, TruWave -transducers of -katheters die nat of beschadigd zijn of
waarvan de elektrische contactpunten blootliggen niet.
Het product mag op geen enkele wijze worden gewijzigd, gerepareerd of aangepast. Reparaties,
aanpassingen of wijzigingen kunnen de veiligheid van de patiënt of bediener in gevaar brengen en/of een
negatief effect hebben op de werking van het product.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij elk accessoire is geleverd voor specifieke instructies voor het
plaatsen en gebruiken ervan en voor WAARSCHUWINGEN, AANDACHTSPUNTEN en specificaties.
Wanneer de drukkabel niet wordt gebruikt, moet de blootliggende kabelconnector worden afgeschermd
tegen vloeistoffen. Vocht in de connector kan resulteren in storing in de kabel of onnauwkeurige
drukmetingen.
Naleving van IEC 60601-1 is alleen gewaarborgd als de HemoSphere -drukkabel (accessoire voor
toegepast onderdeel, defibrillatiebestendig) is aangesloten op een compatibel bewakingsplatform. Door
het aansluiten van externe apparatuur of het configureren van het systeem op een manier die niet in
deze handleiding wordt beschreven, wordt niet aan deze norm voldaan. Als het hulpmiddel niet volgens
de instructies wordt gebruikt, kan dit het risico op elektrische schokken voor de patiënt of bediener
verhogen.
LET OP
Gebruik een FloTrac -sensor of TruWave -transducer niet na de aangegeven 'Uiterste gebruiksdatum'.
Bij producten die na deze datum worden gebruikt, kunnen de prestaties van de transducer of de slang
verslechterd zijn, of kan de steriliteit aangetast zijn.
Wanneer de HemoSphere -drukkabel te vaak valt, kan de kabel beschadigd raken en/of een storing gaan
vertonen.
10.2 Selectie bewakingsmodus
De primaire bewakingsmodus voor de HemoSphere -drukkabel is de bewakingsmodus minimaal invasief.
De drukkabel kan ook worden gebruikt voor het verzamelen van longslagaderdrukgegevens (PAP) in de
bewakingsmodus Invasief bij gebruik van een Swan-Ganz -module en intravasculaire druk (CVP en PAP)
bij gebruik van een ClearSight -module in niet-invasieve modus. Raadpleeg Bewakingsmodus selecteren
op pagina 111 voor meer informatie over het wisselen tussen bewakingsmodi.
10.3 Bewaking met FloTrac -sensor
De HemoSphere -drukkabel fungeert als een Edwards FloTrac -sensorverbindingskabel voor het
HemoSphere geavanceerd bewakingsplatform. De HemoSphere -drukkabel met aangesloten FloTrac of
Acumen IQ -sensor gebruikt de bestaande arteriële drukgolfvorm van de patiënt om voortdurend de
cardiac output te meten (FloTrac arteriële druk automatisch gekalibreerde cardiac output [FT-CO]). Op
basis van ingevoerde lengte, gewicht, leeftijd en geslacht van de patiënt wordt een specifieke vasculaire
compliantie bepaald. De automatische vasculaire tonusaanpassing binnen het FloTrac -algoritme herkent
veranderingen in de vasculaire weerstand en compliantie en past zich daaraan aan. De cardiac output
Bewaking met de HemoSphere -drukkabel
176