Geavanceerde HemoSphere -monitor
WAARSCHUWING
De analoge communicatiepoorten van de geavanceerde HemoSphere -monitor hebben een
gemeenschappelijke aarde die geïsoleerd is van de elektronica van de katheterinterface. Bij het
aansluiten van meerdere apparaten op de geavanceerde HemoSphere -monitor, moeten alle apparaten
worden voorzien van geïsoleerde voeding om het verbreken van de elektrische isolatie van elk van de
aangesloten apparaten te voorkomen.
Risicostroom en lekstroom van de uiteindelijke systeemconfiguratie moeten overeenstemmen met IEC
60601-1:2005/A1:2012. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om naleving te garanderen.
Accessoires die zijn aangesloten op de monitor moeten gecertificeerd zijn in overeenstemming met
IEC/EN 60950 voor apparatuur voor gegevensverwerking of IEC 60601-1:2005/A1:2012 voor medische
elektrische toestellen. Alle combinaties van apparaten moeten in overeenstemming zijn met de
systeemeisen van IEC 60601-1:2005/A1:2012.
LET OP
Raadpleeg bij het aansluiten van de geavanceerde HemoSphere -monitor op externe apparaten de
gebruikershandleiding van het externe apparaat voor de volledige instructies. Verifieer vóór klinisch
gebruik de juiste werking van het systeem.
Als de bedmonitor eenmaal geconfigureerd is voor de gewenste parameteruitgang, sluit u de monitor met
een interfacekabel aan op de gewenste analoge ingangspoort van de geavanceerde HemoSphere -
monitor.
Opmerking
Een compatibele monitor aan het bed moet een analoog uitgangssignaal leveren.
Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards om de juiste analoge-
ingangsinterfacekabel van de geavanceerde HemoSphere -monitor voor uw bedmonitor te krijgen.
De volgende procedure beschrijft hoe u de analoge-ingangspoorten van de geavanceerde
HemoSphere -monitor kunt configureren.
1.
Raak het pictogram Instellingen
2.
Raak de knop Geavanceerde instelling aan en voer het vereiste wachtwoord in. Alle wachtwoorden
worden ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem. Neem contact op met de beheerder of IT-
afdeling van uw ziekenhuis voor een wachtwoord.
3.
Raak de knop Analoge ingang aan.
4.
Selecteer in geval van bewaking met de HemoSphere Swan-Ganz -module MAP met de lijstknop
Parameter voor de genummerde analoge poort waarop de MAP is aangesloten (1 of 2). De
standaard instelwaarden voor MAP worden weergegeven.
Opmerking
In de FloTrac -sensorbewakingsmodus zijn MAP-gegevens via een analoge ingang niet beschikbaar.
Als er geen analoog signaal wordt waargenomen op de geselecteerde poort, wordt "Niet
aangesloten" weergegeven onder de lijstknop Poort.
→ tabblad Instellingen aan
132
Instellingen gebruikersinterface
.