Geavanceerde HemoSphere -monitor
10.3.1 De FloTrac of Acumen IQ -sensor aansluiten
1.
Sluit een uiteinde van de drukkabel aan op de geavanceerde HemoSphere -monitor.
2.
Ga als volgt te werk om de infuuszak en de FloTrac -sensor of de Acumen IQ -sensor te ontluchten
en te vullen: keer de infuuszak met normale fysiologische zoutoplossing om (antistolling volgens het
beleid van het ziekenhuis). Sluit de vochttoedieningsset aan op de infuuszak en houd de
druppelkamer daarbij rechtop. Houd de infuuszak omgekeerd en knijp voorzichtig met een hand de
lucht uit de zak, trek ondertussen met de andere hand aan het spoellipje (Snap-Tab) tot de lucht uit
de infuuszak is verdwenen en de druppelkamer voor de helft is gevuld.
3.
Plaats de infuuszak in de drukzak en hang deze aan de infuusstandaard (NIET OPBLAZEN).
4.
Spoel de FloTrac -sensor met alleen zwaartekracht (zonder druk in de drukzak) door, waarbij de
drukslang rechtop wordt gehouden terwijl de vloeistofkolom door de slang stijgt en lucht uit de
drukslang wordt geduwd tot de vloeistof het uiteinde van de slang bereikt.
5.
Breng de drukzak onder druk tot 300 mmHG.
6.
Snelspoel de FloTrac -sensor en tik op de slang en de kraantjes om resterende luchtbellen te
verwijderen.
7.
Gebruik een rechte beweging naar binnen of naar buiten om de groene connector van de
voorgevulde FloTrac -sensor aan te sluiten. Het lampje van de drukkabel rond de nulknop (zie (2) in
Afbeelding 10-1 op pagina 175) knippert groen om aan te geven dat de druksensor is gedetecteerd.
Een geel licht geeft een foutwaarde aan. Raadpleeg de statusbalk voor details over de specifieke
storingstoestand als dit gebeurt.
8.
Sluit de slang aan op de arteriële katheter en aspireer en spoel het systeem zodat er geen
luchtbellen achterblijven.
9.
Volg routinematige transducerkalibratieprocedures (volgens het beleid van het ziekenhuis) om er
zeker van te zijn dat de juiste druksignalen worden verzonden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de FloTrac of Acumen IQ -sensor.
10. Volg de stappen voor het invoeren van patiëntgegevens. Zie Patiëntgegevens op pagina 125.
11. Volg onderstaande instructies voor het nullen van de FloTrac of Acumen IQ -sensor.
LET OP
Pak bij het aansluiten of loskoppelen van kabels altijd de connector vast, niet de kabel zelf.
Verdraai of verbuig de connectoren niet.
10.3.2 Middelingstijd instellen
1.
Raak het gebied in een parametertegel aan om het tegelconfiguratiemenu te openen.
2.
Raak het tabblad Intervallen/gemiddelde aan.
3.
Raak de waardeknop Middelingstijd CO/druk aan en selecteer een van de volgende intervalopties:
•
5 sec
•
20 sec (standaard en aanbevolen tijdsinterval)
•
5 min
Voor meer informatie over de Middelingstijd CO/druk-menuopties, raadpleeg Tijdsintervallen/
middeling op pagina 130.
Bewaking met de HemoSphere -drukkabel
178