Klinische Toepassing - Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding
Geavanceerde monitor
Verberg thumbnails
Zie ook voor HemoSphere:
- Gebruikershandleiding (338 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (256 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (192 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerde HemoSphere -monitor
Raak een van de parametergrafieken aan om een grotere trendgrafiek weer te geven. De geselecteerde
trendgrafiek van de parameter verschijnt in plaats van de bloeddrukgolfvormgrafiek. Raadpleeg
Afbeelding 14-7 op pagina 242. Raak een willekeurige plek op het Secundair HPI-scherm aan om de
vergrote trendgrafiek af te sluiten. Voor de trendgrafiek geldt een time-out van dertig seconden.
Zie Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters op pagina 324 voor parameterafleidingen.
Afbeelding 14-7: Secundair HPI -scherm - grafische weergave van de trendwaarde
14.1.8 Klinische toepassing
De parameter Acumen Hypotension Prediction Index, HPI, kan worden geconfigureerd als
hoofdparameter op het bewakingsscherm of kan uitsluitend worden weergegeven op de informatiebalk
rechts onderaan het bewakingsscherm, zoals beschreven in Softwarefunctie Acumen Hypotension
Prediction Index (HPI) op pagina 231.
Wanneer HPI wordt weergegeven op de informatiebalk:
•
Nadat een tweede opeenvolgende HPI -waarde hoger is dan 85, verschijnt een pop-upmelding met
hoge prioriteit.
•
Controleer de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het Secundair HPI-scherm en andere
parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van de grote kans op hypotensie te
onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
Als HPI is geconfigureerd als hoofdparameter verschijnen HPI en de trendgrafiek op het
bewakingsscherm:
•
Er treedt een alarm op wanneer de HPI hoger is dan 85.
•
Wanneer de HPI lager dan of gelijk aan 85 is:
*
De trendlijn en waarde worden weergegeven in het wit.
*
Blijf de hemodynamiek van de patiënt bewaken. Blijf alert op een veranderende hemodynamiek van de
patiënt door het primaire bewakingsscherm, Secundair HPI-scherm, HPI en trends in parameters en vitale
functies te gebruiken.
•
Als de HPI hoger is dan 85, controleert u de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het
Secundair HPI-scherm en andere parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van
de grote kans op hypotensie te onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
242
Geavanceerde eigenschappen
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
