Pagina 1
Geavanceerde HemoSphere -monitor Gebruikershandleiding...
Pagina 2
Irvine, CA 92614 Vervaardigd in de VS Handelsmerken Edwards, Edwards Lifesciences, het logo met de gestileerde E, Acumen, Acumen HPI, Acumen IQ, CCOmbo, CCOmbo V, ClearSight, CO-Set, CO-Set+, FloTrac, FORE-SIGHT, FORE-SIGHT ELITE, HemoSphere, Hypotension Prediction Index, HPI, PediaSat, Physiocal, Swan, Swan-Ganz, Time-In-Target en TruWave zijn handelsmerken van Edwards Lifesciences Corporation.
Pagina 3
1 Inleiding..............................21 1.1 Beoogd doel van deze handleiding................... 21 1.2 Indicaties voor gebruik......................21 1.2.1 Geavanceerde HemoSphere -monitor met HemoSphere Swan-Ganz -module..21 1.2.2 Geavanceerde HemoSphere -monitor met HemoSphere -oximetriekabel....21 1.2.3 Geavanceerde HemoSphere -monitor met HemoSphere -drukkabel......22 1.2.4 Geavanceerde HemoSphere -monitor met HemoSphere - weefseloximetriemodule en FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule......
Pagina 4
3.4 Eerste opstart..........................71 3.4.1 Opstartprocedure......................71 3.4.2 Taal selecteren......................71 4 Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor..................73 4.1 Bewaking cardiac output met de HemoSphere Swan-Ganz -module........73 4.1.1 Bewaking continue cardiac output................74 4.1.2 Bewaking intermitterende cardiac output..............74 4.1.3 Continue bewaking einddiastolisch volume..............75 4.2 Bewaking met de HemoSphere -drukkabel................76 4.2.1 Installatie drukkabel.....................76...
Pagina 5
8.3.3 Fysiologische alarmen en storingen in apparatuur............152 8.4 Cyberbeveiliging........................152 8.4.1 HIPAA........................153 9 HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking..................154 9.1 De HemoSphere Swan-Ganz -module aansluiten..............154 9.1.1 De CCO-kabel voor de patiënt testen............... 156 9.1.2 Parameterselectiemenu.................... 157 9.2 Continue cardiac output......................158 9.2.1 De patiëntkabels aansluiten..................158 9.2.2 Bewaking starten.......................159...
Pagina 6
11.2.2 Kies de maat van de vingermanchet............... 191 11.2.3 De vingermanchet(ten) plaatsen................191 11.2.4 De hartreferentiesensor op nul stellen en plaatsen..........191 11.2.5 Algemene problemen met het HemoSphere niet-invasief systeem voor bewaking oplossen......................192 11.3 Optionele HRS........................194 11.3.1 Patiënt gesedeerd en stationair................195 11.3.2 Hoogteverschil tijdens bewaking bijwerken.............196...
Pagina 7
13.2 FORE-SIGHT ELITE Oximeter Module Overview..............210 13.2.1 Bevestigingsoplossingen FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule......211 13.2.2 Installeren van de bevestigingsklem............... 212 13.2.3 De bevestigingsklem verwijderen................214 13.3 De HemoSphere -weefseloximetriemodule en FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule aansluiten..........................215 13.3.1 Sensoren aan de patiënt bevestigen...............220 13.3.2 Loskoppelen van sensoren na bewaking..............227 13.3.3 Overwegingen voor de bewaking................
Pagina 9
Geavanceerde HemoSphere -monitor Inhoud G.1 Elektromagnetische compatibiliteit..................348 G.2 Gebruiksaanwijzing........................ 348 G.3 Informatie over draadloze technologie................... 354 G.3.1 Kwaliteit van service voor draadloze technologie.............357 G.3.2 Maatregelen draadloze beveiliging................358 G.3.3 Problemen oplossen met betrekking tot draadloze coëxistentie......358 G.3.4 Verklaringen van de Federal Communications Commission (FCC)......358 G.3.5 Verklaringen Industry Canada..................
Pagina 10
Afbeelding 4-4: Overzicht van de aansluitingen voor de HemoSphere -weefseloximetriemodule..80 Afbeelding 4-5: Overzicht aansluiting HemoSphere niet-invasief systeem ........82 Afbeelding 5-1: Functies van het scherm van de geavanceerde HemoSphere -monitor....85 Afbeelding 5-2: Navigatiebalk en pictogrammen................86 Afbeelding 5-3: Voorbeeld van het tabblad voor selectie van bewakingsschermen......89 Afbeelding 5-4: Voorbeeld van tegelconfiguratiemenu voor selectie van hoofdparameters ....
Pagina 11
Afbeelding 9-1: HemoSphere Swan-Ganz -module overzicht aansluitingen........155 Afbeelding 9-2: Aansluitingen voor de test van de CCO-kabel voor de patiënt......157 Afbeelding 9-3: HemoSphere Swan-Ganz -module – venster voor selectie van hoofdparameters 158 Afbeelding 9-4: Overzicht CO-aansluitingen................... 159 Afbeelding 9-5: Overzicht iCO-aansluitingen.................. 163 Afbeelding 9-6: Scherm Nieuwe instelling iCO-configuratie............164...
Pagina 12
Afbeelding 13-5: De bevestigingsklem verticaal bevestigen............213 Afbeelding 13-6: De bevestigingsklem horizontaal bevestigen............214 Afbeelding 13-7: De bevestigingsklem verwijderen................ 215 Afbeelding 13-8: Overzicht van de aansluitingen voor de HemoSphere -weefseloximetriemodule 216 Afbeelding 13-9: Status-led FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule..........218 Afbeelding 13-10: De beschermstrook van de sensor verwijderen..........222 Afbeelding 13-11: Sensorplaatsing (cerebraal)................223...
Pagina 14
Lijst van tabellen Lijst van tabellen Tabel 1-1: Lijst met beschikbare parameters voor de HemoSphere Swan-Ganz -module....24 Tabel 1-2: Lijst met beschikbare parameters voor de HemoSphere -oximetriekabel ...... 24 Tabel 1-3: Lijst met beschikbare parameters voor de HemoSphere Swan-Ganz -module met oximetriekabel..........................
Pagina 15
Tabel 7-3: Standaarddoelwaarden....................139 Tabel 8-1: Verbindingsstatus wifi....................149 Tabel 8-2: Status ZIS-connectiviteit....................151 Tabel 9-1: Beschikbare parameters HemoSphere Swan-Ganz -module en vereiste aansluitingen..........................156 Tabel 9-2: Tijdsverloop instabiel thermisch signaal voor CO-meldingen en -foutberichten.... 160 Tabel 10-1: Configuraties HemoSphere -drukkabel en beschikbare hoofdparameters....175 Tabel 11-1: SQI-niveaus van de arteriële golfvorm.................197...
Pagina 17
Tabel 15-25: Algemene probleemoplossing veneuze oximetrie............. 303 Tabel 15-26: Weefseloximetriefouten/-meldingen ................303 Tabel 15-27: Algemene probleemoplossing weefseloximetrie............306 Tabel A-1: Essentiële prestaties van de geavanceerde HemoSphere -monitor – transiënte en niet-transiënte elektromagnetische fenomenen................. 309 Tabel A-2: Fysieke en mechanische specificaties van de geavanceerde HemoSphere -monitor.. 311 Tabel A-3: Omgevingsspecificaties geavanceerde HemoSphere -monitor ........311...
Pagina 18
(ToC) tussen geavanceerde HemoSphere -monitor (EUT) in niet-invasieve modus en externe apparatuur....................352 Tabel G-6: Elektromagnetische immuniteit (ESD, EFT, piek, dalingen en magnetisch veld)..353 Tabel G-7: Elektromagnetische immuniteit (uitgestraalde en geleide RF)........354 Tabel G-8: Informatie over draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere -monitor.. 355...
Pagina 19
HemoSphere -monitor. LET OP Controleer de geavanceerde HemoSphere -monitor en alle accessoires en apparatuur die met de monitor worden gebruikt voorafgaand aan gebruik op schade. Onder schade vallen bijvoorbeeld scheuren, krassen, deuken, blootliggende elektrische contacten, of tekenen dat de behuizing niet volledig in orde is.
Pagina 20
Swan-Ganz -module Bewaking met de minimaal invasieve HemoSphere -drukkabel : beschrijft procedures voor het instellen en uitvoeren van vasculaire drukbewaking HemoSphere niet-invasieve ClearSight -modulebewaking : beschrijft de methodologie achter de ClearSight -technologie en geeft instructies voor het instellen en toepassen van apparatuur voor patiëntbewaking en voor het meten...
Pagina 21
Te verwachten medisch voordeel ............... . 28 Hemodynamische technologieverbindingen geavanceerde HemoSphere -monitor ......28 Stijlconventies in de handleiding .
Pagina 22
(SvO₂ en ScvO₂) en de afgeleide hemodynamische parameters bewaakt moeten worden in een ziekenhuisomgeving. Raadpleeg de tekst in de indicaties voor gebruik van de oximetriekatheter van Edwards voor informatie over de specifieke patiëntengroep voor de katheter die wordt gebruikt.
Pagina 23
Raadpleeg de Verklaring voor beoogd gebruik voor een volledige lijst van beschikbare gemeten en afgeleide parameters voor elke patiëntengroep. 1.3 Contra-indicaties voor gebruik De geavanceerde HemoSphere -monitor heeft bij gebruik met de HemoSphere Swan-Ganz -module, - oximetriekabel of -drukkabel geen contra-indicaties voor gebruik. 1.3.1 Geavanceerde HemoSphere -monitor met HemoSphere - weefseloximetriemodule en FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule De FORE-SIGHT ELITE -sensor is gecontra-indiceerd voor gebruik bij patiënten:...
Pagina 24
Een uitgebreide lijst met parameters die beschikbaar zijn voor volwassen en pediatrische patiëntengroepen tijdens het bewaken met de geavanceerde HemoSphere -monitor en een aangesloten HemoSphere -oximetriekabel wordt hieronder weergegeven in Tabel 1-2 op pagina 24. Tabel 1-2: Lijst met beschikbare parameters voor de HemoSphere -oximetriekabel...
Pagina 25
*De parameters voor 20-secondenflow zijn alleen beschikbaar als de functie 20-secondenflowparameters is ingeschakeld. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie. Zie Parameterinstellingen 20-secondenflow op pagina 161 voor meer informatie over deze parameters.
Pagina 26
Activering is alleen in bepaalde regio's beschikbaar. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie. Een uitgebreide lijst met parameters die beschikbaar zijn voor volwassen en pediatrische tijdens het bewaken met de geavanceerde HemoSphere -monitor en zowel een aangesloten HemoSphere - drukkabel als -oximetriekabel, wordt hieronder in Tabel 1-6 op pagina 26 weergegeven.
Pagina 27
HPI -parameters zijn beschikbaar bij gebruik van een Acumen IQ vingermanchet, hartreferentiesensor (HRS) en indien de HPI -functie is geactiveerd. Activering is alleen in bepaalde regio's beschikbaar. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie.
Pagina 28
ScvO₂ wordt bewaakt WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de geavanceerde HemoSphere -monitor kan een gevaar opleveren voor de patiënt. Lees vóór gebruik van het platform de sectie ‘Waarschuwingen’ in hoofdstuk 2 van deze handleiding zorgvuldig door. De geavanceerde HemoSphere -monitor is uitsluitend bedoeld voor gebruik bij beoordeling van patiënten.
Pagina 29
De HemoSphere Swan-Ganz -module past in een standaardmodulesleuf. Voor meer informatie: zie hoofdstuk 9, HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking op pagina 154. Tabel 1-10 op pagina 30 toont een lijst met de beschikbare parameters bij gebruik van de HemoSphere Swan-Ganz -module...
Pagina 30
Geavanceerde HemoSphere -monitor Inleiding Tabel 1-10: Beschrijving parameters voor HemoSphere Swan-Ganz -module Parameter Beschrijving Technologie continue cardiac output (CO) continue beoordeling aan de hand Swan-Ganz CCO- en CCOmbo - van geavanceerde katheters thermodilutietechnologie van het volume dat door het hart wordt...
Pagina 31
Inleiding 1.6.2 HemoSphere -drukkabel Met de HemoSphere -drukkabel kan de vasculaire druk worden bewaakt met een compatibele druktransducer/sensor en katheter van Edwards. Een aangesloten FloTrac of Acumen IQ -sensor toont continue cardiac output CO en bijbehorende hemodynamische parameters. Een aangesloten TruWave - transducer toont de locatiegebaseerde intravasculaire druk.
Pagina 32
Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie. Opmerking De met de HemoSphere -drukkabel berekende cardiac output kan afwijken van de met de HemoSphere Swan-Ganz -module berekende output vanwege methodologische en algoritmische verschillen. 1.6.3 HemoSphere -oximetriekabel De HemoSphere -oximetriekabel maakt bewaking mogelijk van de gemengde veneuze zuurstofsaturatie (SvO₂) of centraalveneuze zuurstofsaturatie (ScvO₂) met een compatibele oximetriekatheter van...
Pagina 33
(CO) en bijbehorende hemodynamische parameters. Steek de HemoSphere ClearSight -module in de sleuf voor de grote technologische module (L-Tech) van de monitor. Zie hoofdstuk 11 HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule...
Pagina 34
Geavanceerde HemoSphere -monitor Inleiding Tabel 1-14: Beschrijving hoofdparameters voor HemoSphere ClearSight -module Parameter Beschrijving Technologie continue cardiac output (CO) continue beoordeling van het ClearSight of Acumen IQ -cuff bloedvolume dat door het hart wordt gepompt, gemeten in liter per minuut, op basis van de bestaande arteriële drukgolfvorm en het...
Pagina 35
Zie Lijst van accessoires op pagina 321. Wanneer u meer informatie wilt over de wijze waarop u training voor of beschikbare documentatie over de geavanceerde HemoSphere -monitor kunt krijgen, kunt u contact opnemen met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards of met de technische dienst van Edwards. Zie bijlage F, Systeemverzorging, onderhoud en ondersteuning op pagina 340.
Pagina 36
Geavanceerde HemoSphere -monitor Inleiding Conventie Beschrijving Pictogram Veneuze Vetgedrukte tekst met een menupictogram geeft een pictogram aan dat gekoppeld is oximetriekalibratie aan de softwareterm of -frase die op het scherm wordt weergegeven. Het pictogram Veneuze oximetriekalibratie ziet er op het scherm bijvoorbeeld als volgt uit: 1.8 Afkortingen in deze handleiding...
Pagina 38
SVRI index van systemische vasculaire weerstand afwijking in slagvolume systemische arteriële systolische bloeddruk systolische bloeddruk in longslagader Aanraken Werken met de geavanceerde HemoSphere -monitor door het scherm aan te raken. thermodilutie Universal Serial Bus VO₂ zuurstofverbruik VO₂I zuurstofverbruiksindex VO₂e...
Pagina 39
Essentiële prestaties van de geavanceerde HemoSphere -monitor ........
Pagina 40
(hoofdstuk 3) • Zorg dat de geavanceerde HemoSphere -monitor stevig staat of gemonteerd is en dat alle snoeren en accessoirekabels zo geordend zijn dat het risico op letsel bij patiënten en gebruikers of schade aan de apparatuur wordt beperkt. (hoofdstuk 3) •...
Pagina 41
Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen om het netsnoer aan te sluiten. Gebruik geen andere afneembare netsnoeren dan het meegeleverde netsnoer. (hoofdstuk 3) • Om het risico op elektrische schok te vermijden, kan de geavanceerde HemoSphere -monitor uitsluitend worden aangesloten op een geaard stopcontact (randaarde). Gebruik geen 3-naar-2-pins- adapters. (hoofdstuk 3) •...
Pagina 42
(hoofdstuk 10) • Naleving van IEC 60601-1 is alleen gewaarborgd als de HemoSphere -drukkabel (accessoire voor toegepast onderdeel, defibrillatiebestendig) is aangesloten op een compatibel bewakingsplatform. Door het aansluiten van externe apparatuur of het configureren van het systeem op een manier die niet in deze handleiding wordt beschreven, wordt niet aan deze norm voldaan.
Pagina 43
(hoofdstuk 11) • Verwijder altijd de sensoren en onderdelen van het HemoSphere niet-invasief systeem bij de patiënt en koppel de patiënt volledig los van het instrument voordat u de patiënt wast. (hoofdstuk 11) •...
Pagina 44
Edwards -accessoires zorgen voor veiligheid van de patiënt en houden de integriteit, nauwkeurigheid en elektromagnetische compatibiliteit van de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule intact. Wanneer een sensor wordt aangesloten die niet van Edwards is, zorgt dit voor een melding over geschiktheid op dat kanaal en worden er geen StO₂-waarden geregistreerd. (hoofdstuk 13) •...
Pagina 45
• Gebruik alleen goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde HemoSphere -monitor die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet- goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen. (bijlage B) •...
Pagina 46
HemoSphere -bewakingsplatform verstoren. (bijlage G) 2.3 Let op Hieronder staan de let op-meldingen die worden gebruikt in de bedieningshandleiding van de geavanceerde HemoSphere -monitor. Ze zijn in de handleiding opgenomen waar dit relevant is voor de functie of procedure die wordt beschreven. •...
Pagina 47
Bij producten die na deze datum worden gebruikt, kunnen de prestaties van de transducer of de slang verslechterd zijn, of kan de steriliteit aangetast zijn. (hoofdstuk 10) • Wanneer de HemoSphere -drukkabel te vaak valt, kan de kabel beschadigd raken en/of een storing gaan vertonen. (hoofdstuk 10) •...
Pagina 48
Duw de module niet met kracht in de sleuf. Schuif en klik de module met gelijkmatige druk op zijn plaats. (hoofdstuk 11) • De effectiviteit van het HemoSphere niet-invasief systeem is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 18 jaar. (hoofdstuk 11) •...
Pagina 49
Het SQI-signaal wordt soms beïnvloed door het gebruik van elektrochirurgische units. Probeer apparatuur en bekabeling voor elektrocauterisatie op een grotere afstand van de geavanceerde HemoSphere -monitor te houden en sluit de netsnoeren indien mogelijk op verschillende stroomcircuits aan. Als de problemen met de signaalkwaliteit blijven bestaan, neem dan contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor hulp.
Pagina 50
Als een of meer van de leds op de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule niet aangaat, mag de kabel niet worden gebruikt tot deze is gerepareerd of vervangen. Neem contact op met Edwards Technical Support. Er bestaat een risico dat beschadigde onderdelen de prestaties van de module verminderen.
Pagina 51
(bijlage G) 2.4 Symbolen gebruikersinterface Hieronder volgen pictogrammen die in het scherm van de geavanceerde HemoSphere -monitor verschijnen. Voor meer informatie over het uiterlijk van schermen en navigatie raadpleegt u hoofdstuk 5, Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor op pagina 84. Bepaalde pictogrammen zijn alleen zichtbaar tijdens bewaking met een specifieke hemodynamische technologiemodule of kabel, zoals aangegeven.
Pagina 52
CO-bewaking met CO-afteltimer stoppen (zie CO-afteltimer op pagina 161) (HemoSphere Swan-Ganz -module) Niet-invasieve bewaking starten (HemoSphere ClearSight -module) Niet-invasieve bewaking stoppen (HemoSphere ClearSight -module) Niet-invasieve bewaking hervatten na druk van cuff afgelaten (HemoSphere ClearSight -module) Nullen & Curve DGT volgen...
Pagina 53
Geavanceerde HemoSphere -monitor Veiligheid en symbolen Pictogrammen voor menu Klinische hulpmiddelen iCO (intermitterende cardiac output) (HemoSphere Swan-Ganz -module) Veneuze oximetriekalibratie (HemoSphere -oximetriekabel) CVD invoeren Calc. afgeleide waarden Gebeurtenisoverzicht Nullen & Curve Patiënt CCO kabel test (HemoSphere Swan-Ganz -module) Secundair HPI-scherm (geavanceerde functie)
Pagina 54
Menu Alarmen / doelen: hoorbare alarmindicator parameter ingeschakeld Menu Alarmen / doelen: hoorbare alarmindicator parameter uitgeschakeld Signaalkwaliteitsindicatorbalk Zie Indicator signaalkwaliteit op pagina 206 (HemoSphere -oximetriekabel) Zie SQI op pagina 197 (HemoSphere ClearSight -module) Indicator SVV-filtering overschreden: mogelijk heeft een hoge mate van...
Pagina 55
ECG-ingang) Wifi-signaal Raadpleeg Tabel 8-1 op pagina 149 Tijd tot modus druk van cuff aflaten (HemoSphere ClearSight -module, zie Modus druk van cuff aflaten op pagina 198) Tijd tot voltooiing van modus druk van cuff aflaten (HemoSphere ClearSight -module, zie Modus druk van cuff aflaten op pagina 198)
Pagina 56
Symbool Tijd in doel op het scherm DGT volgen Pictogrammen HPI Sneltoets Secundair HPI-scherm 2.5 Symbolen op productlabels Dit gedeelte geeft de symbolen weer die op de geavanceerde HemoSphere -monitor en andere beschikbare accessoires voor het HemoSphere geavanceerd bewakingsplatform staan. Tabel 2-2: Symbolen op productlabels Symbool...
Pagina 57
Geavanceerde HemoSphere -monitor Veiligheid en symbolen Symbool Beschrijving Dit apparaat bevat een niet-ioniserende stralingszender, die RF-interferentie kan veroorzaken met andere apparaten in de buurt van dit apparaat. Volg de gebruiksaanwijzing op de website De gebruiksaanwijzing is in elektronische vorm beschikbaar via de telefoon of de website...
Pagina 58
Geavanceerde HemoSphere -monitor Veiligheid en symbolen Symbool Beschrijving Technisch conformiteitskeurmerk (Japan) Niet demonteren Niet verbranden Medisch hulpmiddel Importeur Identificatielabels voor connectoren Equipotentiaal aansluiting USB 2.0 USB 3.0 Ethernet-aansluiting Analoge ingang 1 Analoge ingang 2 Drukuitgang (DPT) Defibrillatiebestendig toegepast onderdeel of toegepaste verbinding van type CF...
Pagina 59
Geavanceerde HemoSphere -monitor Veiligheid en symbolen Identificatielabels voor connectoren Verwijder het omhulsel voor de drukregelaar aan deze zijde Verwijder het omhulsel voor de drukregelaar niet aan deze zijde ECG-ingang vanuit externe monitor High-Definition multimedia-Interface-uitgang Connector: seriële COM-uitgang (RS232) Aanvullende labels op de verpakking...
Pagina 60
Het platform moet voorzien in een weergave van non-invasieve bewaking van de arteriële bloeddruk met een compatibele Edwards -vingermanchet volgens de specificaties in bijlage A. Het platform moet voorzien in een weergave van StO₂ met een compatibele oximetriemodule en -sensor volgens de specificaties in bijlage A.
Pagina 61
Verbindingspoorten geavanceerde HemoSphere -monitor ........
Pagina 62
• • *De 20-secondenflowparameters zijn alleen beschikbaar bij bewaking met een CCOmbo V -katheter (modellen 777F8 en 774F75) en hiervoor is een pulmonaal arterieel druksignaal vereist via een HemoSphere - drukkabelverbinding. Zie Parameterinstellingen 20-secondenflow op pagina 161. Opmerking Niet alle parameters kunnen worden bewaakt of berekend bij pediatrische patiënten. Zie Tabel 1-1 op pagina 24 voor beschikbare parameters.
Pagina 63
Geavanceerde HemoSphere -monitor Plaatsing en instelling Tabel 3-4: Opties voor vingermanchetten voor het bewaken van parameters met de HemoSphere ClearSight -module Gemeten en berekende parameters Opties voor SVV/ SYS/ HPI/ vingermanchetten (één DIA/ dP/dt / vingermanchet nodig) ClearSight - •...
Pagina 64
Geavanceerde HemoSphere -monitor Plaatsing en instelling 3.2 Verbindingspoorten geavanceerde HemoSphere -monitor De volgende monitoraanzichten tonen de verbindingspoorten en andere belangrijke kenmerken op de voor-, achter- en zijpanelen van de geavanceerde HemoSphere -monitor. 3.2.1 Voorzijde monitor 1. visuele alarmindicator 2. aan-uitknop...
Pagina 67
3.3 Installatie van de geavanceerde HemoSphere -monitor 3.3.1 Opties en aanbevelingen voor montage De geavanceerde HemoSphere -monitor moet op een stabiel, plat oppervlak worden geplaatst of stevig op een compatibele standaard worden gemonteerd, in overeenstemming met de werkwijzen van uw instelling.
Pagina 68
Geavanceerde HemoSphere -monitor Plaatsing en instelling Zorg dat de geavanceerde HemoSphere -monitor stevig staat of gemonteerd is en dat alle snoeren en accessoirekabels zo geordend zijn dat het risico op letsel bij patiënten en gebruikers of schade aan de apparatuur wordt beperkt.
Pagina 69
Laad de batterij niet buiten de monitor op. Als dit wel gebeurt, kan de batterij beschadigd raken en de gebruiker letsel oplopen. Het wordt aanbevolen om de geavanceerde HemoSphere -monitor met de batterij geplaatst te gebruiken om eventuele onderbrekingen in de bewaking tijdens stroomuitval te voorkomen.
Pagina 70
Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen om het netsnoer aan te sluiten. Gebruik geen andere afneembare netsnoeren dan het meegeleverde netsnoer. Om het risico op elektrische schok te vermijden, kan de geavanceerde HemoSphere -monitor uitsluitend worden aangesloten op een geaard stopcontact (randaarde). Gebruik geen 3-naar-2-pins-adapters.
Pagina 71
Dit is een optionele functie die geen invloed heeft op de primaire functie van de geavanceerde HemoSphere -monitor: het bewaken van de cardiac output (met de HemoSphere Swan-Ganz -module) en het meten van de veneuze zuurstofsaturatie (met de HemoSphere -oximetriekabel).
Pagina 72
Geavanceerde HemoSphere -monitor Plaatsing en instelling taal stelt ook de weergave-eenheden en tijd- en datumnotering in op de standaardinstellingen voor die taal (zie Bijlage D: Instellingen en standaardwaarden monitor op pagina 331). Elk van de taalgerelateerde instellingen kan later worden gewijzigd op het scherm Datum / tijd van het scherm Algemene instellingen en in de taaloptie via Instellingen →...
Pagina 73
Bewaking cardiac output met de HemoSphere Swan-Ganz -module ....... . .
Pagina 74
Geavanceerde HemoSphere -monitor Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor Plaats de HemoSphere Swan-Ganz -module in de monitor. De module klikt vast als hij goed op zijn plaats zit. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm.
Pagina 75
11. Raak de knop Accepteren aan. 4.1.3 Continue bewaking einddiastolisch volume Volg stap 1 t/m 10 in Bewaking cardiac output met de HemoSphere Swan-Ganz -module op pagina 73 voordat u doorgaat. Om de EDV/RVEF -parameters te ontvangen, moet een Swan-Ganz CCO-katheter met RVEDV worden gebruikt.
Pagina 76
4.2.1 Installatie drukkabel Sluit het monitoruiteinde van de drukkabel aan op de geavanceerde HemoSphere -monitor. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm. Selecteer de knop Doorgaan met dezelfde patiënt of de knop Nieuwe patiënt en voer nieuwe patiëntgegevens in.
Pagina 77
Volg alle instructies in de gebruiksaanwijzing van de drukbewakingskatheter voor procedures voor het gereedmaken en inbrengen van de katheter. De HemoSphere -drukkabel moet vóór elke bewakingssessie op nul worden gesteld. 4.2.2 De drukkabel op nul stellen Raak het pictogram Nullen & Curve op de navigatiebalk of via het menu Klinische hulpmiddelen aan.
Pagina 78
Sluit de HemoSphere -oximetriekabel aan op de linkerzijde van de geavanceerde HemoSphere - monitor. Zie Afbeelding 4-3 op pagina 78. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm. Selecteer de knop Doorgaan met dezelfde patiënt of de knop Nieuwe patiënt en voer nieuwe patiëntgegevens in.
Pagina 79
Geavanceerde HemoSphere -monitor Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor Raak de knop In-vitrokalibratie aan. Voer de hemoglobine- (Hb) of hematocrietwaarde (Ht) van de patiënt in. Er kan een standaardwaarde worden gebruikt tot de Hb of Ht van de patiënt beschikbaar is. Raak de knop Kalibreren aan.
Pagina 80
Afbeelding 4-4: Overzicht van de aansluitingen voor de HemoSphere -weefseloximetriemodule Plaats de HemoSphere -weefseloximetriemodule in de monitor. De module klikt vast als hij goed op zijn plaats zit. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm.
Pagina 81
Geavanceerde HemoSphere -monitor Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor voor FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule A en B1 en B2 voor FORE-SIGHT ELITE- oximetriemodule B. Het kanaal verschijnt in de linkerbovenhoek van de parametertegel. Raak de patiëntafbeelding in de parametertegel aan om het tabblad Sensorlocatie van het configuratiemenu voor tegels te openen.
Pagina 82
3. vingermanchet(ten) Afbeelding 4-5: Overzicht aansluiting HemoSphere niet-invasief systeem Steek de HemoSphere ClearSight -module in de sleuf voor de grote technische module (L-Tech) van de monitor. De module klikt vast als hij goed op zijn plaats zit. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm.
Pagina 83
Geavanceerde HemoSphere -monitor Snelstart geavanceerde HemoSphere-monitor Opmerking Na 8 uur geaccumuleerde bewaking van dezelfde vinger stopt het HemoSphere niet-invasief systeem met bewaken en wordt er een waarschuwing gegeven om de cuff op een andere vinger te plaatsen als verdere bewaking gewenst is.
Pagina 84
Uiterlijk scherm geavanceerde HemoSphere -monitor ........
Pagina 85
De navigatiebalk is op de meeste schermen te vinden. De uitzonderingen zijn het opstartscherm en de schermen waarop wordt aangegeven dat de bewaking met de geavanceerde HemoSphere -monitor is gestopt. Het voorbeeld dat hieronder wordt weergegeven voor Afbeelding 5-2 op pagina 86 heeft betrekking op een trendgrafiekbewakingsscherm.
Pagina 86
CO-bewaking stoppen. Het pictogram voor stoppen met bewaking geeft aan dat er CO-bewaking met behulp van de HemoSphere Swan-Ganz -module wordt uitgevoerd. De gebruiker kan de bewaking onmiddellijk stoppen door dit pictogram aan te raken en vervolgens op OK te klikken in de bevestigingspop-up.
Pagina 87
Raadpleeg Softwarefunctie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI) op pagina 231. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie. Een beschrijving van Kies bewakingsmodus, Calc. afgeleide waarden, Gebeurtenisoverzicht en CVD- vermelding vindt u in dit hoofdstuk (zie Klinische hulpmiddelen op pagina 111).
Pagina 88
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Instellingen. Het pictogram voor instellingen biedt toegang tot configuratieschermen waaronder: • Algemene instellingen: Zie hoofdstuk 6: Instellingen gebruikersinterface op pagina 123 • Geavanceerde instelling: Zie hoofdstuk 7: Alarmen / doelen op pagina 136,...
Pagina 89
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.3 Bewakingsweergaven Er zijn acht klassieke bewakingsweergaven: trendgrafiekweergave, trendtabelweergave, gedeeld scherm met trendgrafiekweergave en trendtabelweergave, fysiologieweergave, cockpitweergave, fysiorelatieweergave, doelpositioneringsweergave en de hoofdbewakingsweergave, een gedeeld scherm met trendgrafiekweergave en cockpitweergave. Afhankelijk van de geselecteerde bewakingsweergave kunnen maximaal acht bewaakte parameters worden weergegeven.
Pagina 90
HemoSphere Swan-Ganz -module. Bij bewaking met andere HemoSphere -modules of met HemoSphere -kabels ziet dit tabblad er anders uit dan het tabblad in Afbeelding 5-4 op pagina 90. De parameters zijn onderverdeeld in categorieën. De categorieën die beschikbaar zijn, hangen af van de huidige bewakingsmodus.
Pagina 91
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Doe het volgende om de plaats in de volgorde van een hoofdparameter te wijzigen: houd een vinger op de parametertegel totdat een blauw kader om de tegel verschijnt. Verplaats de parametertegel met slepen en neerzetten naar de nieuwe gewenste plaats om de volgorde van de hoofdparameters bij te werken.
Pagina 92
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Statusbalkberichten. Wanneer er zich een situatie met een fout, melding of alarm voordoet, wordt het corresponderende bericht op de statusbalk weergegeven totdat de situatie is opgelost. Als er zich meer dan één fout, melding of alarm tegelijk voordoet, worden de corresponderende berichten om de twee seconden afgewisseld.
Pagina 93
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-6: Hoofdbewakingsoverzicht 5.3.3 Bewakingsscherm met trendgrafieken Op het trendgrafiekscherm worden de huidige status en eerdere gegevens van de bewaakte parameters weergegeven. De hoeveelheid eerdere gegevens die voor de bewaakte parameters worden weergegeven, kan worden geconfigureerd door de tijdschaal aan te passen.
Pagina 94
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-7: Grafisch trendscherm Raak het scherm bij de x-as of y-as aan buiten het gebied met de grafiekwaarden om de tijdschaal van een weergegeven parameter te wijzigen. Er verschijnt dan een pop-upmenu voor de schaal. Raak de waardezijde van de knop Tijd grafische trend aan om een andere tijdsperiode te selecteren.
Pagina 95
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Opmerking Het is niet mogelijk om voorbij de meest recente of oudste gegevens te gaan. Er kan alleen worden gebladerd naar punten waarop er nog gegevens beschikbaar zijn. 5.3.3.2 Interventiegebeurtenissen Wanneer in het trendgrafiekscherm of in andere bewakingsweergaven met trendgrafieken, zoals de...
Pagina 96
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Raak het pictogram voor invoeren aan Tabel 5-2: Interventiegebeurtenissen Interventie Indicator Type Interventie Inotropie Vasodilator (groen) Vasopressor Positionering Trendelenburg (paars) Vloeistoffen Rode bloedcellen Colloïd (blauw) Kristalloïd Vloeistofbolus* Oximetrie In-vitrokalibratie* Bloed afnemen* (rood)
Pagina 97
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Opmerking De informatieballon verdwijnt na 2 minuten. Bewerken van interventies Voor elke interventie kunnen de tijd, datum en opmerkingen die erbij zijn ingevoerd, worden bewerkt: Raak de indicator voor interventiegebeurtenis aan die bij de te bewerken interventie hoort.
Pagina 98
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Opmerking Als er 4 hoofdparameters worden weergegeven wanneer het pictogram voor bloeddrukgolfvorm weergeven wordt aangeraakt, wordt de vierde hoofdparameter tijdelijk niet meer weergegeven en wordt de grafiek van de bloeddrukgolfvorm boven de resterende 3 trendgrafieken van hoofdparameters geplaatst.
Pagina 99
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-11: Pop-upscherm Tijdsintervallen 5.3.4.1 Bladermodus trendtabellen De gegevens kunnen over een periode van maximaal 72 uur worden weergegeven door terug te bladeren. De bladermodus is gebaseerd op het aantal cellen. U kunt kiezen uit drie bladersnelheden: 1x, 6x en 40x.
Pagina 100
Zie Weefseloximetriefysiologiescherm op pagina 229. De waarden voor continue parameters worden in samenhang met de animatie weergegeven. Afbeelding 5-12: Fysiologiescherm bij bewaking met HemoSphere Swan-Ganz module Op het fysiologiescherm is het beeld van een kloppend hart een visuele weergave van de hartslag, maar...
Pagina 101
CVD nodig, verkregen door middel van het invoerscherm CVD, CVD- bewaking via een HemoSphere -drukkabel of via de analoge ingang. De weergegeven mate van constrictie van het bloedvat wordt aangepast op basis van de verkregen SVR-waarde en de lage/ hoge doelwaardenbereiken die zijn geselecteerd voor die parameter.
Pagina 102
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor weergave van de waarden van de alarmzones en het doelwaardebereik en op de bollen wordt met een wijzernaald aangegeven in welk(e) bereik/zone de huidige parameterwaarde zich bevindt. Net als bij de gebruikelijke parametertegels knippert de parameterwaarde in de bol als die zich in de alarmzone bevindt.
Pagina 103
Het voorbeeld dat wordt getoond in Afbeelding 5-14 op pagina 103 is tijdens bewaking met een HemoSphere Swan-Ganz -module. Met andere bewakingsmodi zullen er verschillen in uiterlijk en parameters zijn. Zo wordt bij bewaking in de minimaal invasieve bewakingsmodus, HR vervangen door PR;...
Pagina 104
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-15: Scherm Historische fysiorelatiegegevens Opmerking Het scherm Historische fysiorelatie toont de meeste parameters die op een bepaald moment in het systeem aanwezig zijn. De parameters op het scherm zijn door lijnen met elkaar verbonden, die de relaties tussen de parameters aanduiden.
Pagina 105
Raak een parameter aan om het pop-upscherm Doelwaarde/invoeren te openen zodat u de doelwaarde- instellingen kunt aanpassen. Het pop-upscherm Doelwaarde/invoeren van Fysiorelatie wordt weergeven als de volgende parametervakjes voor fysiorelatie worden aangeraakt: • • SaO₂ • SvO₂/ScvO₂ (als er geen HemoSphere -oximetriekabelmeting beschikbaar is) Afbeelding 5-17: Pop-upvenster voor instellen/invoeren van fysiorelatie...
Pagina 106
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Als een waarde wordt geaccepteerd, wordt er een nieuwe, van een tijdstempel voorziene gegevensset voor het scherm Historische fysiorelatie gegenereerd. De gegevensset betreft: • huidige continue parametergegevens; • de ingevoerde waarde en berekende afgeleide waarden.
Pagina 107
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.4.1 Bewakingsweergave selecteren Raak in de gerichte bewakingsweergave het pictogram voor instellingen → tabblad Schermen selecteren aan . Raadpleeg Afbeelding 5-3 op pagina 89. De gerichte bewakingsweergave is beschikbaar in drie uitvoeringen:...
Pagina 108
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 1. Naam parameter 4. Eenheden 2. Indicator voor hoorbaar alarm 5. Indicator voor continue verandering 3. Parameterwaarde Afbeelding 5-19: Parametertegel van de gerichte weergave 5.4.4 Parameters wijzigen Plaats een vinger ergens boven de centrale lijn van de parametertegel in het segment met de naam om in een gerichte bewakingsweergave een parameter te wijzigen.
Pagina 109
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.4.5 Alarmen/doelen wijzigen Plaats een vinger onder de centrale lijn van de parametertegel in het segment met de parameterwaarde en eenheid om in een gerichte bewakingsweergave de alarmen of doelen voor een hoofdparameter te wijzigen.
Pagina 110
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-22: Gefocust grafische-trendoverzicht De gerichte trendgrafiekweergave heeft een rij-indeling, waarbij de categorie van de parameter en de verticale meter links, de trendgrafieken in het midden en de parametertegels rechts worden weergegeven. Raadpleeg Afbeelding 5-22 op pagina 110. Raak de x- of y-as van de trendgrafiek van de parameter ergens aan om de tijdsschaal of de onder- of bovengrens voor weergave van de parameterwaarde aan te passen.
Pagina 111
Afbeelding 5-24: Gerichte tabelweergave – kolommen configureren 5.5 Klinische hulpmiddelen De meeste opties in het menu voor klinische effecten houden verband met de huidige bewakingsmodus (bijv. bewaking met de HemoSphere Swan-Ganz -module). De volgende klinische effecten zijn beschikbaar in alle bewakingsmodi. 5.5.1 Bewakingsmodus selecteren Via de pagina Kies bewakingsmodus kan de gebruiker wisselen tussen de bewakingsmodi.
Pagina 112
Voer de CVD-waarde in. Raak het pictogram Home aan om terug te keren naar het hoofdscherm voor bewaking. Opmerking CVD invoeren is niet beschikbaar wanneer de HemoSphere -drukkabel en een TruWave -transducer CVD bewaken (zie Drukkabelbewaking met een TruWave DPT op pagina 180).
Pagina 113
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor 5.5.3 Calc. afgeleide waarden De Calc. afgeleide waarden stelt de gebruiker in staat bepaalde hemodynamische parameters te berekenen en vormt een eenvoudige manier om deze parameters weer te geven voor eenmalige berekening.
Pagina 114
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Gebeurtenis Wanneer de tijd wordt geregistreerd BD-kalibratie Gewist De bestaande BD-kalibratie is gewist BD-kalibratie Mislukt Bloeddrukkalibratie is mislukt, waarbij {0} de door de user-entered REFERENTIE: SYS {0}, DIA {1} referentiewaarde voor SYS is en {1} de door de user-entered waarde voor DIA...
Pagina 115
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Gebeurtenis Wanneer de tijd wordt geregistreerd FRT Baseline instabiel Er is een FRT-baselinemeting beëindigd met een geldige meting, maar de meting is instabiel FRT Start toediening Er is gestart met een FRT-challengemeting FRT Einde toediening Er is een FRT-challengemeting beëindigd met een geldige meting.
Pagina 116
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Gebeurtenis Wanneer de tijd wordt geregistreerd [IA#N] <subtype> <detail> Er wordt een interventieanalyse uitgevoerd, waarbij #N het aantal interventies <opmerking> voor deze patiënt is. <sub-type> is het geselecteerde interventiesubtype (voor algemene interventie: Inotropie, Vasodilator of Vasopressor;...
Pagina 117
Bij bewaking met de HemoSphere Swan-Ganz -module kunnen op de parameterinformatiebalk de bloedtemperatuur en hartslag worden weergegeven. Bij bewaking met de HemoSphere -drukkabel in de minimaal invasieve modus, kunnen op de parameterinformatiebalk de waarden van de middelingstijd voor CO/druk en de HPI -parameter worden weergegeven. Raadpleeg Softwarefunctie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI) op pagina 231 voor meer informatie over de functie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI).
Pagina 118
VS. Zie Tabel D-6 op pagina 336 voor de standaardinstellingen van alle talen. 5.6.1 Batterij Als de geavanceerde HemoSphere -monitor van een HemoSphere -accupack is voorzien, wordt de bewaking niet onderbroken tijdens stroomuitval. De levensduur van de batterij wordt aangegeven op de informatiebalk met de symbolen zoals getoond in Tabel 5-5 op pagina 119.
Pagina 119
Met het schermopnamepictogram kan een afdruk van het huidige scherm worden gemaakt. Er moet een USB-stick in een van de twee USB-poorten (achterpaneel en paneel aan de rechterzijde) van de geavanceerde HemoSphere -monitor zijn geplaatst om de afbeelding op te slaan. Raak het momentopnamepictogram op de informatiebalk aan 5.6.5 Lock Screen...
Pagina 120
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Afbeelding 5-26: Pop-upvenster Scherm vergrendelen Er wordt dan op de informatiebalk een rood vergrendelingspictogram weergegeven. Om het scherm te ontgrendelen raakt u het rode vergrendelingspictogram aan en raakt u Scherm ontgrendelen aan in het menu Scherm vergrendelen.
Pagina 121
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Bij selectie uit een lijst bewegen de verticale bladerpijlen één item tegelijk omhoog of omlaag. 5.8.2 Navigatiepictogrammen Er zijn bepaalde knoppen die altijd dezelfde functie hebben: Home. Met het Home-pictogram gaat u terug naar het meest recent weergegeven bewakingsscherm en worden wijzigingen die in de gegevens op het scherm zijn aangebracht, opgeslagen.
Pagina 122
Geavanceerde HemoSphere -monitor Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor Toetsenblok. Raak de knoppen van het toetsenblok aan om numerieke gegevens in te voeren. 1. gegevenstype 4. enter 2. eenheden 5. decimaal 3. backspace 6. annuleren Toetsenbord. Raak de toetsen op het toetsenbord aan om alfanumerieke gegevens in te voeren.
Pagina 123
Algemene monitorinstellingen ................127 6.1 Wachtwoordbeveiliging De geavanceerde HemoSphere -monitor is op drie niveaus met een wachtwoord beveiligd. Tabel 6-1: Wachtwoordniveaus geavanceerde HemoSphere monitor...
Pagina 124
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen gebruikersinterface Selectie menu Selectie submenu Hoofdgebruiker Veilige gebruiker Edwards - Geavanceerde gebruiker instelling DGT-instellingen • • • Analoge ingang • • • Instellingsprofiel geen toegang • • Systeemherstel Alle standaardinstellingen geen toegang • • herstellen Gegevens wissen geen toegang •...
Pagina 125
De gebruiker heeft de mogelijkheid om een nieuwe patiënt in te voeren na het opstarten van het systeem of als het systeem al draait. WAARSCHUWING Voer Nieuwe patiënt uit of verwijder het patiëntgegevensprofiel als een nieuwe patiënt wordt aangesloten op de geavanceerde HemoSphere -monitor. Als u dit nalaat, kunnen eerdere patiëntgegevens in de historische weergaven terechtkomen.
Pagina 126
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen gebruikersinterface Na het aanzetten van de monitor verschijnt het scherm Nieuwe of vervolgpatiënt (Afbeelding 6-1 op pagina 125). Raak Nieuwe patiënt aan en ga verder met stap 6. Ga als volgt te werk als de monitor al aanstaat: raak het pictogram Instellingen →...
Pagina 127
De geselecteerde taal bepaalt de standaard tijd- en datumweergave. Deze kunnen ook onafhankelijk van de geselecteerde taal worden gewijzigd. Opmerking Als de stroomtoevoer naar de geavanceerde HemoSphere -monitor uitvalt en wordt hersteld, worden de systeeminstellingen van voor de stroomuitval, waaronder alarminstellingen, alarmvolume, doelinstellingen, bewakingsscherm, parameterconfiguratie, taal en eenheidselectie, automatisch hersteld...
Pagina 128
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen gebruikersinterface 6.3.1 Taal wijzigen Raak het pictogram Instellingen → tabblad Instellingen aan Raak de knop Algemeen aan. Afbeelding 6-3: Algemene monitorinstellingen Raak de waardesectie aan van de knop Taal en selecteer de gewenste weergavetaal. Raak het pictogram Home aan om terug te keren naar het bewakingsscherm.
Pagina 129
Eventuele bewaarde gegevens worden bijgewerkt om de tijdswijziging te weerspiegelen. Opmerking De tijdsklok van de geavanceerde HemoSphere -monitor past zich niet automatisch aan de zomertijd aan. Deze aanpassing moet worden gedaan aan de hand van de volgende instructies. Raak het pictogram Instellingen →...
Pagina 130
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen gebruikersinterface 6.3.4 Tijdsintervallen/middeling Op het scherm Tijdsintervallen/gemiddelde kan de gebruiker het tijdsinterval instellen voor continue procentuele verandering %. Tijdens de FloTrac -sensorbewakingsmodus kan de gebruiker ook de middelingstijd CO/druk wijzigen. Opmerking Het scherm keert na twee minuten inactiviteit terug naar de bewakingsweergave.
Pagina 131
Aansluiting op externe ingangsapparaten maakt het mogelijk om extra informatie weer te geven. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens bewaking met de HemoSphere Swan-Ganz -module en als MAP en CVD continu beschikbaar zijn vanaf een bedmonitor, SVR weergegeven indien geconfigureerd in een parametertegel.
Pagina 132
Raak de knop Analoge ingang aan. Selecteer in geval van bewaking met de HemoSphere Swan-Ganz -module MAP met de lijstknop Parameter voor de genummerde analoge poort waarop de MAP is aangesloten (1 of 2). De standaard instelwaarden voor MAP worden weergegeven.
Pagina 133
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen gebruikersinterface Wanneer een verbinding of loskoppeling van een analoge ingang voor het eerst wordt waargenomen, wordt er een kort bericht weergegeven op de statusbalk. Selecteer CVD met de lijstknop Parameter voor de genummerde analoge poort waarop de CVD is aangesloten.
Pagina 134
6.3.5.1 Kalibratie De kalibratie-optie is nodig als de standaardwaarden onjuist zijn of het spanningsbereik onbekend is. Het kalibratieproces configureert de geavanceerde HemoSphere -monitor met het analoge signaal dat wordt ontvangen van de bedmonitor. Opmerking Voer geen kalibratie uit als de standaardwaarden juist zijn.
Pagina 135
Aangezien de analoge signaalkwaliteit voor de MAP en CVD van de externe monitor niet kan worden gevalideerd door de geavanceerde HemoSphere - monitor, kunnen de werkelijke waarden (inclusief alle afgeleide waarden) en de waarden die worden weergegeven door de geavanceerde HemoSphere -monitor mogelijk niet consistent zijn.
Pagina 136
Demomodus ................... 145 7.1 Alarmen / doelen Het intelligente alarmsysteem van de geavanceerde HemoSphere -monitor beschikt over twee typen alarmen: •...
Pagina 137
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde instellingen • HemoSphere -drukkabel continue CO en bijbehorende met de FloTrac -sensor gemeten parameters: variëren op basis van de menuselectie middelingstijd CO/druk en bijbehorende bijwerksnelheid (zie Tabel 6-4 op pagina 131) • De arteriële bloeddrukparameters van de HemoSphere -drukkabel (SYS/DIA/MAP) terwijl de arteriële golfvorm wordt weergegeven: 2 seconden...
Pagina 138
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde instellingen 7.1.1.2 Technische alarmen Tijdens een actief technisch alarm kan de gebruiker het alarmgeluid onderdrukken en de visuele alarmindicator (middelhoge en lage prioriteit) uitschakelen door het pictogram voor het onderdrukken van hoorbare alarmen aan te raken .
Pagina 139
De instellingen voor elke hoofdparameter worden weergegeven in een parametervak. De huidige geconfigureerde hoofdparameters vormen de eerste set hoofdparameters die wordt afgebeeld. De overige hoofdparameters worden afgebeeld in een gedefinieerde volgorde. De parameters vermelden ook waarop de doelwaarden gebaseerd zijn: Aangepaste standaardwaarde, Standaardwaarde Edwards en Aangepast. Tabel 7-3: Standaarddoelwaarden...
Pagina 140
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde instellingen Afbeelding 7-1: Configuratie alarmen/doelen Opmerking Voor dit scherm geldt een inactiviteitstimer van 2 minuten. De rode, gele en groene balken veranderen niet in afmeting of vorm. 7.1.5 Alle doelwaarden configureren Alarmen / doelen kunnen eenvoudig allemaal tegelijk worden geconfigureerd of gewijzigd. Vanaf het scherm Alles configureren kan de gebruiker het volgende doen: •...
Pagina 141
Doorgaan aan in het bevestigingspop-upscherm om het herstellen te bevestigen. • Om alle instellingen terug te zetten op de standaardwaarden van Edwards, raakt u Alle Edwards-waarden herstellen aan. Het bericht "Met deze actie worden ALLE alarmwaarden en doelwaarden in Edwards’ standaardwaarden hersteld." verschijnt. Raak de knop Doorgaan aan in het bevestigingspop-upscherm om het herstellen te bevestigen.
Pagina 142
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde instellingen Afbeelding 7-2: Individuele parameteralarmen en -doelen instellen Als de waarden correct zijn, raakt u het Enter-pictogram aan Raak het pictogram voor Annuleren aan om te annuleren WAARSCHUWING Visuele en hoorbare fysiologische alarmen worden alleen geactiveerd als de parameter is geconfigureerd op de schermen als hoofdparameter (1-8 parameters weergegeven in parametertegels).
Pagina 143
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde instellingen 7.2 Schalen aanpassen De grafische trendgegevens vullen de grafiek van links naar rechts met de meest recente gegevens aan de rechterzijde. De parameterschaal staat op de verticale as en de tijdschaal op de horizontale. Afbeelding 7-3: Grafisch trendscherm Het schaalinstellingenscherm stelt de gebruiker in staat om zowel de parameter- als de tijdschaal in te stellen.
Pagina 144
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde instellingen Opmerking Het scherm keert na twee minuten inactiviteit terug naar de bewakingsweergave. Raak voor elke parameter de knop Onderste aan om de minimumwaarde in te voeren die op de verticale as moet verschijnen. Raak de knop Bovenste aan om de maximale waarde in te voeren.
Pagina 145
Opmerking De 20-secondenflowparameters zijn beschikbaar als met de HemoSphere Swan-Ganz -module wordt bewaakt en een PA-druksignaal voor de longslagader ook via een aangesloten HemoSphere -drukkabel, TruWave DPT en CCOmbo V -katheter wordt bewaakt (modellen 777F8 en 774F75). Daarnaast moet de functie 20-secondenflowparameter worden ingeschakeld.
Pagina 146
Invasief: zie hoofdstuk 9: HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking op pagina 154 voor gegevens over bewaking met de HemoSphere Swan-Ganz -module en de Invasief bewakingsmodus. Minimaal invasief: Zie hoofdstuk 10: Bewaking met de HemoSphere -drukkabel op pagina 174 voor gegevens over bewaking met de HemoSphere -drukkabel en de bewakingsmodus Minimaal invasief.
Pagina 147
8.1 Gegevensdownload Het scherm Gegevens exporteren geeft een aantal functies voor het exporteren van gegevens van de geavanceerde HemoSphere -monitor. Dit scherm is met een wachtwoord beveiligd. Vanuit dit scherm kunnen artsen diagnostische rapporten exporteren, bewakingssessies verwijderen en rapporten van bewakingsgegeven exporteren.
Pagina 148
Geavanceerde HemoSphere -monitor Gegevens exporteren en connectiviteitsinstellingen LET OP Gebruik een virusscanner op een USB-stick voordat deze wordt geplaatst, om infectie met virussen of malware te voorkomen. Raak de knop Gegevensdownload aan. 8.1.1.1 Bewakingsgegevens Om een spreadsheet te genereren van bewakingsgegevens van een patiënt: Raak de zijde met de waarde van de knop Interval aan en selecteer de frequentie waarmee de gegevens moeten worden gedownload.
Pagina 149
Diagnostische Gegevens beschikbaar binnen het instellingenmenu Gegevens exporteren waar deze informatie kan worden gedownload voor diagnostiek. Deze informatie kan worden opgevraagd door onderhoudspersoneel van Edwards om te helpen problemen op te lossen. Daarnaast biedt dit technische gedeelte gedetailleerde informatie over softwareherziening van verbonden platformonderdelen.
Pagina 150
8.3 Connectiviteit ZIS De geavanceerde HemoSphere -monitor beschikt over de mogelijkheid te communiceren met het Ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) om demografische en fysiologische gegevens van patiënten te verzenden en te ontvangen. De geavanceerde HemoSphere -monitor ondersteunt de berichtenstandaard Health Level 7 (HL7) en implementeert IHE-profielen (Integrating Healthcare Enterprise).
Pagina 151
Gegevensopvraag patiënt kan worden gebruikt om demografische gegevens over de patiënt op te halen bij het starten van een nieuwe patiënt of om de fysiologische gegevens van de patiënt die met de geavanceerde HemoSphere -monitor wordt bewaakt te koppelen aan een patiëntdossier dat uit het ZIS is opgehaald.
Pagina 152
8.4 Cyberbeveiliging Dit hoofdstuk geeft manieren aan waarop patiëntgegevens kunnen worden overgedragen naar en van de geavanceerde HemoSphere -monitor. Het is belangrijk op te merken dat instellingen die de geavanceerde HemoSphere -monitor gebruiken, maatregelen moeten nemen om de privacy van de...
Pagina 153
Bovendien moet worden gewaarborgd dat verbonden apparaten vrij zijn van malware. Het gebruik van een interface van de geavanceerde HemoSphere -monitor voor iets anders dan voor het beoogde doel kan een risico met betrekking tot cyberbeveiliging inhouden. Geen enkele verbinding met de geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld om de bediening van andere apparaten te beheren.
Pagina 154
De HemoSphere Swan-Ganz -module aansluiten ........
Pagina 155
IEC 60601-1. Plaats de HemoSphere Swan-Ganz -module in de geavanceerde HemoSphere -monitor. De module klikt vast als hij goed op zijn plaats zit.
Pagina 156
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten en volg de stappen voor het invoeren van patiëntgegevens. Raadpleeg Patiëntgegevens op pagina 125. Sluit de CCO-kabel voor de patiënt aan op de HemoSphere Swan-Ganz -module.
Pagina 157
Afbeelding 9-2: Aansluitingen voor de test van de CCO-kabel voor de patiënt Sluit de CCO-kabel voor de patiënt aan op de ingebrachte HemoSphere Swan-Ganz -module (1). Sluit de connector van het thermische filament (3) en de thermistorconnector (2) van de CCO-kabel voor de patiënt aan op de daarop passende testpoorten op de HemoSphere Swan-Ganz -module.
Pagina 158
Afbeelding 9-3: HemoSphere Swan-Ganz -module – venster voor selectie van hoofdparameters 9.2 Continue cardiac output De geavanceerde HemoSphere -monitor meet de cardiac output continu door kleine energiepulsen in de bloedstroom te introduceren en de bloedtemperatuur te meten via een longslagaderkatheter. De maximale oppervlaktetemperatuur van het thermische filament dat wordt gebruikt om energiepulsen in het bloed vrij te geven is 48 °C.
Pagina 159
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking 1. Swan-Ganz CCO-katheter 4. CCO-kabel patiënt 2. aansluiting thermisch filament 5. HemoSphere Swan-Ganz -module 3. thermistoraansluiting 6. Geavanceerde HemoSphere -monitor Afbeelding 9-4: Overzicht CO-aansluitingen 9.2.2 Bewaking starten WAARSCHUWING CO-bewaking moet altijd worden gestaakt wanneer de bloedstroming rond het thermische filament is gestopt.
Pagina 160
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking Opmerking Er wordt geen CO-waarde weergegeven tot er voldoende tijdsgemiddelde gegevens beschikbaar zijn. 9.2.3 Thermische signaalcondities In sommige situaties waarbij de toestand van de patiënt gedurende enkele minuten grote veranderingen veroorzaakt in de bloedtemperatuur in de longslagader, kan de monitor er langer dan 6 minuten over doen om een eerste CO-meting te verkrijgen.
Pagina 161
9.2.6 Parameterinstellingen 20-secondenflow De 20-secondenflowparameters zijn beschikbaar als met de HemoSphere Swan-Ganz -module wordt bewaakt en een PA-druksignaal voor de longslagader ook via een aangesloten HemoSphere -drukkabel, TruWave DPT en CCOmbo V -katheter wordt bewaakt (modellen 777F8 en 774F75). Er wordt een pulscontouranalyse gebruikt van de longslagaderdruk in combinatie met het CCO-thermodilutiealgoritme voor een snellere parameterberekening voor CO, CI, SV en SVI.
Pagina 162
20-secondenparameterflow. 9.3 Intermitterende cardiac output De HemoSphere Swan-Ganz -module meet periodiek de cardiac output aan de hand van de bolusthermodilutiemethode. Bij deze techniek wordt een kleine hoeveelheid steriele fysiologische oplossing (bijv.
Pagina 163
9.3.2 Configuratie-instellingen De geavanceerde HemoSphere -monitor biedt de gebruiker de keus om een specifieke berekeningsconstante in te voeren of de HemoSphere Swan-Ganz -module zo te configureren dat deze automatisch de berekeningsconstante kan bepalen door het selecteren van het injectaatvolume en de kathetermaat.
Pagina 164
Opmerking De HemoSphere Swan-Ganz -module detecteert automatische welk type temperatuursonde wordt gebruikt (ijsbad of in-line). De module gebruikt deze informatie om de berekeningsconstante te bepalen. Als een injectaattemperatuur (IT-)sonde niet wordt gedetecteerd door de monitor, wordt het bericht "Sluit de injectaatsonde aan voor iCO-bewaking"...
Pagina 165
9.3.3 Instructies voor bolusmeetmodi De standaardfabrieksinstelling voor bolusmeting van de HemoSphere Swan-Ganz -module is de modus Auto. In deze modus markeert de geavanceerde HemoSphere -monitor het bericht Injecteren bij het bereiken van een basislijn-bloedtemperatuur. In de modus Handmatig bepaalt de gebruiker wanneer er moet worden geïnjecteerd door de knop Injecteren aan te raken.
Pagina 166
Berekenen gemarkeerd ( ) en wordt de resulterende iCO-meting weergegeven. Wanneer de thermische washout-curve is voltooid, markeert de geavanceerde HemoSphere - monitor Wachten en vervolgens Injecteren – of Klaar in de handmatige modus – als opnieuw een stabiele thermische basislijn is bereikt. Herhaal de stappen 2 t/m 4 maximaal zes keer, zoals gewenst.
Pagina 167
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking Verwijderen van een van de zes injecties in de set kan door deze aan te raken op het beoordelingsscherm. Aanraken → Er verschijnt een rode "X" over de golfvorm, waarmee deze wordt verwijderd uit de gemiddelde CO/CI-waarde.
Pagina 168
9.4.1 Patiëntkabels aansluiten Sluit de CCO-kabel voor de patiënt aan op de ingevoerde HemoSphere Swan-Ganz -module zoals eerder beschreven in De HemoSphere Swan-Ganz -module aansluiten op pagina 154. Bevestig het uiteinde van de katheter van de patiëntkabel aan de connectoren van de thermistor en het thermisch filament op de Swan-Ganz CCOmbo V -katheter.
Pagina 169
Sluit het andere uiteinde van de interfacekabel aan op de ECG-signaaluitgang van de monitor aan het bed. Hierdoor wordt een meting van de gemiddelde hartfrequentie (HR ) aan de geavanceerde HemoSphere -monitor geleverd ten behoeven van de meting van EDV en RVEF. Neem voor compatibele ECG-interfacekabels contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards.
Pagina 170
Dit is een optionele functie die geen invloed heeft op de primaire functie van de geavanceerde HemoSphere -monitor: het bewaken van de cardiac output (met de HemoSphere Swan-Ganz -module) en het meten van de veneuze zuurstofsaturatie (met de HemoSphere -oximetriekabel).
Pagina 171
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking 9.4.3 Meting starten WAARSCHUWING CO-bewaking moet altijd worden gestaakt wanneer de bloedstroming rond het thermische filament is gestopt. Klinische situaties waarin de CO-bewaking moet worden gestaakt omvatten, maar zijn niet beperkt tot: • perioden waarin een patiënt een cardiopulmonale bypass ondergaat;...
Pagina 172
Een hemodynamisch instabiel thermisch signaal kan de weergave van een EDV-, EDVI- en/of RVEF- waarde op de geavanceerde HemoSphere -monitor vertragen nadat de bewaking is gestart. De clinicus kan gebruikmaken van de STAT-waarden, die schattingen van EDV- of EDVI - en RVEF-waarden weergeven, en die ongeveer elke 60 seconden worden bijgewerkt.
Pagina 173
HemoSphere Swan-Ganz -modulebewaking 9.5 SVR Tijdens het uitvoeren van CO-bewaking kan de geavanceerde HemoSphere -monitor ook de SVR berekenen door gebruik te maken van analoge druksignalen voor MAP en CVD van een aangesloten patiëntenmonitor. Raadpleeg Signaalingang voor analoge druk op pagina 131.
Pagina 174
Afbeelding 10-1 op pagina 175. De HemoSphere -drukkabel verkrijgt en verwerkt een enkel druksignaal van een compatibele Edwards DPT, zoals de TruWave DPT of een FloTrac -sensor. Er wordt een FloTrac of Acumen IQ -sensor aangesloten op een bestaande arteriële katheter voor minimaal invasieve hemodynamische parameters.
Pagina 175
Bewaking met de HemoSphere -drukkabel 1. druktransducer/sensor-aansluiting 3. kleurinzetstuk voor druktype 2. nulstellingsknop/status ledlampje 4. aansluiting geavanceerde HemoSphere - monitor Afbeelding 10-1: HemoSphere -drukkabel Tabel 10-1: Configuraties HemoSphere -drukkabel en beschikbare hoofdparameters Beschikbare Configuratie drukkabel hoofd- FloTrac/ FloTrac/ FloTrac/ TruWave DPT...
Pagina 176
Bij producten die na deze datum worden gebruikt, kunnen de prestaties van de transducer of de slang verslechterd zijn, of kan de steriliteit aangetast zijn. Wanneer de HemoSphere -drukkabel te vaak valt, kan de kabel beschadigd raken en/of een storing gaan vertonen.
Pagina 177
De FloTrac of Acumen IQ -sensor meet variaties van arteriële druk naar evenredigheid van het slagvolume. De HemoSphere -drukkabel en FloTrac of Acumen IQ -sensor gebruiken de bestaande arteriële drukgolfvorm van de patiënt om voortdurend het slagvolume te meten (SVV). SVV is een gevoelige indicator van de preloadresponsiviteit van de patiënt wanneer de patiënt 100 % wordt beademd met een...
Pagina 178
Bewaking met de HemoSphere -drukkabel 10.3.1 De FloTrac of Acumen IQ -sensor aansluiten Sluit een uiteinde van de drukkabel aan op de geavanceerde HemoSphere -monitor. Ga als volgt te werk om de infuuszak en de FloTrac -sensor of de Acumen IQ -sensor te ontluchten en te vullen: keer de infuuszak met normale fysiologische zoutoplossing om (antistolling volgens het beleid van het ziekenhuis).
Pagina 179
Geavanceerde HemoSphere -monitor Bewaking met de HemoSphere -drukkabel Raak het pictogram Terug aan. 10.3.3 Nulstelling arteriële bloeddruk De FloTrac of Acumen IQ -sensor moet voor een nauwkeurige bewaking op nul worden gesteld ten opzichte van de omgevingsluchtdruk. Raak het pictogram Nullen & Curve op de navigatiebalk of via het menu Klinische hulpmiddelen aan.
Pagina 180
Zie Actuele bloeddrukgolfvorm weergeven op pagina 97. Wanneer u de HemoSphere -drukkabel loskoppelt van een compatibele monitor, of sensoren van de drukkabel, trek deze dan altijd los bij de connectoren. Trek niet aan de kabels en gebruik geen gereedschap bij het loskoppelen.
Pagina 181
Voer een snelspoeling van de transducerslang uit en tik op de slang en de kraantjes om resterende luchtbellen te verwijderen. Gebruik een rechte beweging naar binnen of naar buiten om de TruWave DPT op de HemoSphere - drukkabel aan te sluiten. Het lampje van de drukkabel rond de nulknop (zie (2) in Afbeelding 10-1 op pagina 175) knippert groen om aan te geven dat de druksensor is gedetecteerd.
Pagina 182
-module De HemoSphere -drukkabel wordt aangesloten op één Swan-Ganz -longslagaderdrukpoort voor de longslagaderdruk (PAP). In de bewakingsmodus van de HemoSphere Swan-Ganz -module kan de drukkabel worden aangesloten op een TruWave DPT op een longslagaderlijn. Bewaking van PAP tijdens bewaking met een HemoSphere Swan-Ganz -module maakt bewaking van parameterwaarden voor 20 seconden eveneens mogelijk.
Pagina 183
Geavanceerde HemoSphere -monitor Bewaking met de HemoSphere -drukkabel Breng de knop van het kraantje (ontluchtingspoort) net boven de TruWave -transducer op één lijn met de flebostatische as van de patiënt, volgens de gebruiksaanwijzing. Open het kraantje om de atmosferische omstandigheden te meten. De druk moet worden weergegeven als een vlakke lijn.
Pagina 184
PAP-bewaking in invasieve bewakingsmodus Nullen & Curve wordt ook gebruikt om de longslagaderdruk (PAP) te bewaken bij gebruik van de HemoSphere Swan-Ganz -module in combinatie met de drukkabel. Tijdens bewaking van PAP raakt u de knop Referentie aan om een golfvormscherm met golfvormvoorbeelden van diverse kathetertipposities te zien en om de juiste plaatsing in de longslagader te bevestigen.
Pagina 185
Het HemoSphere niet-invasief systeem aansluiten ........
Pagina 186
Er kan bij dezelfde patiënt maximaal 8 uur geaccumuleerd worden bewaakt met één compatibele Edwards -vingermanchet op één vinger. Tijdens bewaking met één cuff laat het HemoSphere niet- invasief systeem automatisch met regelmatige tussenpozen druk af in de cuff. Zie Modus druk van cuff aflaten op pagina 198.
Pagina 187
HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule 11.1.7 Bewaking met twee cuffs Voor bewakingsperioden die langer duren dan 8 uur kan het HemoSphere niet-invasief systeem met twee compatibele Edwards -vingermanchetten worden gebruikt die tegelijk op afzonderlijke vingers kunnen worden geplaatst. In deze configuratie wisselt het systeem de actieve bewaking af tussen de twee cuffs met een door de gebruiker ingestelde tussentijd waardoor de bewaking met minimale onderbrekingen doorgaat.
Pagina 188
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten en volg de stappen voor het invoeren van patiëntgegevens. Zie Patiëntgegevens op pagina 125. Volg onderstaande instructies voor het gebruik van de drukregelaar, de keuze van de maat van de vingermanchet en het aanbrengen van de vingermanchet(ten) bij de patiënt.
Pagina 189
Bevestig voor gebruik dat alle sensoren en kabels juist en volledig zijn aangesloten. 11.2.1 De drukregelaar bevestigen De drukregelaar wordt gedragen om de pols van de patiënt en maakt verbinding met de HemoSphere ClearSight -module, HRS en vingermanchet(ten). Zie Afbeelding 11-2 op pagina 190.
Pagina 190
(Afbeelding 11-2 op pagina 190, links) Klik de drukregelaar in de kunststof huls op de band waarbij de cuffconnectoren naar de vingers gericht zijn. Sluit de kabel van de drukregelaar aan op de HemoSphere ClearSight -module (Afbeelding 11-1 op pagina 188) WAARSCHUWING Breng de drukregelaarband of vingermanchet(ten) niet te strak aan.
Pagina 191
Bewaking met twee cuffs. Het is mogelijk om twee compatibele Edwards -vingermanchetten gelijktijdig op het HemoSphere niet-invasief systeem aan te sluiten voor het afwisselen van een meting tussen twee vingers. Met deze functie ontstaan er slechts minimale onderbrekingen in een bewaking van maximaal 72 uur en de functie is noodzakelijk voor metingen die langer duren dan 8 hours.
Pagina 192
Raak het pictogram voor bewaking stoppen aan op de navigatiebalk om de bewaking op elk gewenst moment te beëindigen. 11.2.5 Algemene problemen met het HemoSphere niet-invasief systeem voor bewaking oplossen Hieronder staan veelvoorkomende problemen die kunnen optreden tijdens de normale bewaking, en...
Pagina 193
MRI-apparaat kan de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. LET OP Het HemoSphere niet-invasief systeem is niet bedoeld voor gebruik als apneumonitor. Bij sommige patiënten met extreme contractie van de gladde spieren in de arteriën en arteriola in de onderarm en hand, zoals het geval kan zijn bij patiënten met de ziekte van Raynaud, kan het meten van...
Pagina 194
Optionele HRS is een geavanceerde functie die ingeschakeld moet worden. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wijken de stappen af van hetgeen eerder is beschreven in Hartreferentiesensor op pagina 186. In het vingermanchetalgoritme van het HemoSphere niet-invasief systeem moet rekening worden gehouden met drukverschillen vanwege veranderingen in het verticale hoogteverschil tussen de bewaakte vinger en het hart.
Pagina 195
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule 11.3.1 Patiënt gesedeerd en stationair Deze modus dient te worden geselecteerd voor patiënten onder algehele anesthesie die niet of nauwelijks opnieuw gepositioneerd hoeven te worden. De HRS kan tijdens deze modus worden gebruikt, maar dat is niet noodzakelijk.
Pagina 196
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule Het scherm Nullen & Curve in deze modus (weergegeven in Afbeelding 11-6 op pagina 195) toont een verticale schaalverdeling om het hoogteverschil tussen de hand en het hart aan te geven: het hoogteniveau van het hart is op nul gesteld. Een positief hoogteverschil duidt op een positionering van de patiënt waarbij de hand zich op een hoger niveau bevindt dan het hart.
Pagina 197
11.4 SQI Een signaalkwaliteitsindicator SQI is aanwezig op alle niet-invasieve parametertegels tijdens HemoSphere niet-invasieve bewaking. HetSQI-niveau wordt elke 20 seconden nadat een parameter wordt bijgewerkt, berekend. Raadpleeg Tabel 11-1 op pagina 197 hieronder voor een beschrijving van de SQI-niveaus van de arteriële golfvormen. SQI-niveaus van een en twee worden normaal gesproken geassocieerd met meldingscondities.
Pagina 198
Raak het tabblad HRS aan om de status en informatie van de aangesloten HRS weer te geven. 11.6.1 Modus druk van cuff aflaten Tijdens bewaking met één cuff zal het HemoSphere niet-invasief systeem automatisch met regelmatige tussenpozen de druk in de vingermanchet aflaten.
Pagina 199
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule Wanneer er ≤5 minuten resteren tot de modus Druk van cuff aflaten, verschijnt er een pictogram met een witte afteltimer op de informatiebalk naast de resterende tijd tot de druk wordt afgelaten. Er wordt een pop-upmelding weergegeven waarin wordt aangegeven dat de aftelklok is gestart.
Pagina 200
Klinische hulpmiddelen aan. Steek de HemoSphere -drukuitgangskabel in de drukuitgangspoort op het achterpaneel van de monitor. Zie (9) in Afbeelding 3-2 op pagina 65. Sluit de gewenste druksignaalstekker (AP, rood) aan op een compatibele patiëntmonitor. Controleer of de geselecteerde connector volledig is ingebracht.
Pagina 201
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere ClearSight niet-invasieve bewakingsmodule Raak het pictogram Stuur curve door aan om de druksignaaluitgang naar de patiëntmonitor te activeren. Zie (2) in Afbeelding 11-8 op pagina 201. Het bericht "Instellen voltooid" verschijnt wanneer de live-golfvorm naar de aangesloten patiëntmonitor wordt verstuurd.
Pagina 202
Sluit de HemoSphere -oximetriekabel aan op de geavanceerde HemoSphere -monitor. U krijgt dan de volgende melding: Oximetriekabel aan het opstarten. Even geduld a.u.b. Als de geavanceerde HemoSphere -monitor niet aan is, drukt u op de aan-uitknop en volgt u de stappen voor het invoeren van patiëntgegevens. Raadpleeg Patiëntgegevens op pagina 125.
Pagina 203
Longslagader- en centraalveneuze katheters zijn defibrillatiebestendige TOEGEPASTE ONDERDELEN van TYPE CF. Patiëntkabels die aan de katheter worden bevestigd, zoals de HemoSphere - oximetriekabel, zijn niet bedoeld als toegepaste onderdelen, maar kunnen in contact komen met de patiënt en voldoen aan de vereisten voor toegepaste onderdelen conform IEC 60601-1.
Pagina 204
Geavanceerde HemoSphere -monitor Veneuze oximetriebewaking Omwikkel het hoofddeel van de oximetriekabel niet met stof en leg hem niet direct op de huid van de patiënt. Het oppervlak kan heet worden (tot wel 45 °C) en moet warmte kunnen afvoeren om het interne temperatuurniveau te kunnen behouden.
Pagina 205
12.3.1 Fout bij in-vitro-kalibratie Als de geavanceerde HemoSphere -monitor geen in-vitro-kalibratie kan uitvoeren, verschijnt een pop- upscherm met foutmelding. Raak de knop In-vitrokalibratie aan om het kalibratieproces voor oximetrie te herhalen. Raak de knop Annuleren aan om terug te keren naar het menu Veneuze oximetriekalibratie.
Pagina 206
Geavanceerde HemoSphere -monitor Veneuze oximetriebewaking Raak, wanneer kalibratie van de basislijn is geslaagd, de knop Afnemen aan en neem hierna het bloedmonster af. Neem het bloedmonster langzaam af (2 ml of 2 cc gedurende 30 seconden) en stuur het bloedmonster naar het lab voor metingsanalyse met behulp van een co-oximeter.
Pagina 207
Veneuze oximetriegegevens opvragen kan worden gebruikt om gegevens van de oximetriekabel op te roepen wanneer een patiënt niet meer is aangesloten op de geavanceerde HemoSphere -monitor. Met deze functie kan de laatste kalibratie van de patiënt worden opgeroepen samen met diens demografische gegevens voor onmiddellijke oximetriebewaking.
Pagina 208
Voer de patiëntgegevens opnieuw in, indien nodig. Opmerking Zorg ervoor dat de tijd en datum van alle geavanceerde HemoSphere -monitors altijd de huidige tijd en datum is. Als de datum en/of tijd van de geavanceerde HemoSphere -monitor "van waaruit" wordt getransporteerd verschilt van die van de geavanceerde HemoSphere -monitor "waarnaar"...
Pagina 209
12.8 HemoSphere -oximetriekabel resetten Gebruik HemoSphere -oximetriekabel resetten als het SQI-niveau continu laag is. Het resetten van de oximetriekabel kan de signaalkwaliteit stabiliseren. Het mag alleen worden uitgevoerd nadat andere acties zijn ondernomen om het lage SQI-niveau op te lossen, zoals gedefinieerd in Problemen oplossen.
Pagina 210
HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking ........
Pagina 211
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking 1. moduleconnector 3. modulebehuizing 5. sensorkabels 2. modulekabel 4. led-scherm 6. sensorconnectoren Afbeelding 13-1: Vooraanzicht FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule Opmerking De weefseloximetriemodule en sensorkabels zijn doorgesneden weergegeven, zie Tabel A-18 op pagina 317. Zie Sensorcommunicatie FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule op pagina 266 voor een beschrijving van de led-statusindicatoren.
Pagina 212
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking 1. opening bevestigingsklem 2. houderlipje bevestigingsklem Afbeelding 13-3: Bevestigingspunten bevestigingsklem Achteraanzicht 1. houderinkeping 2. schuif bevestigingsklem 3. houderinkeping bevestigingsklem bevestigingsklem (verticaal) (horizontaal) Afbeelding 13-4: Modulebehuizing – bevestigingspunten bevestigingsklem 13.2.2 Installeren van de bevestigingsklem De bevestigingsklem kan verticaal (meestal bij een bedleuning: zie Afbeelding 13-5 op pagina 213) of horizontaal (meestal bij bevestiging aan een standaard: zie Afbeelding 13-6 op pagina 214) aan de FORE-SIGHT ELITE -oximetriekabel worden bevestigd.
Pagina 213
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking Plaats de bevestigingsklem aan de achterkant van de module met de opening richting de schuif van de bevestigingsklem. Schuif de bevestigingsklem richting de bovenkant van de module tot het houderlipje van de bevestigingsklem in de verticale houderinkeping van de bevestigingsklem valt.
Pagina 214
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking 1. houderlipje bevestigingsklem 2. houderinkeping bevestigingsklem (horizontaal) Afbeelding 13-6: De bevestigingsklem horizontaal bevestigen 13.2.3 De bevestigingsklem verwijderen Om de bevestigingsklem van de achterkant van de modulebehuizing te verwijderen (zie Afbeelding 13-7 op pagina 215): Til het houderlipje van de bevestigingsklem voorzichtig op tot het los is van de inkeping.
Pagina 215
13.3 De HemoSphere -weefseloximetriemodule en FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule aansluiten De HemoSphere -weefseloximetriemodule is compatibel met een FORE-SIGHT ELITE - oximetriemodule en FORE-SIGHT ELITE -sensoren. De HemoSphere -weefseloximetriemodule past in een standaardmodulesleuf.
Pagina 216
Als u schade ontdekt, mag de module niet worden gebruikt tot deze is gerepareerd of vervangen. Neem contact op met Edwards Technical Support. Er bestaat een risico dat beschadigde onderdelen de prestaties van de module verminderen of een gevaar voor de veiligheid vormen.
Pagina 217
LET OP Duw de module niet met kracht in de sleuf. Schuif en klik de module met gelijkmatige druk op zijn plaats. Druk op de aan-uitknop om de geavanceerde HemoSphere -monitor aan te zetten. Alle functies zijn toegankelijk via het aanraakscherm.
Pagina 218
1. Poorten van de HemoSphere - 3. Groene status-led voor modulegroep: weefseloximetriemodule kanalen die horen bij poort A op de weefseloximetriemodule 2. Poort B van de HemoSphere - 4. Blauwe status-led voor modulegroep: weefseloximetriemodule kanalen die horen bij poort B op de weefseloximetriemodule Afbeelding 13-9: Status-led FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule Selecteer de knop Doorgaan met dezelfde patiënt of de knop Nieuwe patiënt en voer nieuwe...
Pagina 219
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking Symbool Symbool Anatomische locatie voor Anatomische locatie voor kinderen volwassene (≥ 40 kg)* (sensormaat) (rechts)* (links)* (<40 kg)* (sensormaat) schouder (groot) n.v.t. arm (groot) n.v.t. zij/buik (groot) zij/buik (gemiddeld/klein) n.v.t. buik (gemiddeld/klein) been – quadriceps (groot) been –...
Pagina 220
De sensorlocaties volgen een kleurcode op basis van de HemoSphere -weefseloximetrieverbindingspoort: • Groen: sensorlocaties voor een FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule die verbonden is met poort A van de HemoSphere -weefseloximetriemodule • Blauw: sensorlocaties voor een FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule die verbonden is met poort B van de HemoSphere -weefseloximetriemodule 11.
Pagina 221
Edwards -accessoires zorgen voor veiligheid van de patiënt en houden de integriteit, nauwkeurigheid en elektromagnetische compatibiliteit van de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule intact. Wanneer een sensor wordt aangesloten die niet van Edwards is, zorgt dit voor een melding over geschiktheid op dat kanaal en worden er geen StO₂-waarden geregistreerd.
Pagina 222
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking Bij de grote en middelgrote sensorpakketten zit een alcoholschijfje. Gebruik het alcoholschijfje niet op de huid van pasgeborenen of op kwetsbare huid. U kunt Tegaderm of Mepitel onder de sensor gebruiken bij patiënten met een gevoelige huid of oedeem.
Pagina 223
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking 1. niet-klevende kleine sensor Afbeelding 13-11: Sensorplaatsing (cerebraal) Niet-cerebraal gebruik (Afbeelding 13-12 op pagina 224): kies de plaats die de ideale toegang geeft tot het gewenste botspierweefsel (als de spieren niet kunnen worden gepalpateerd, kan er teveel adipose of oedeem aanwezig zijn).
Pagina 224
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking 1. volwassene 3. niet-klevende kleine sensor 2. pediatrisch/neonataal Afbeelding 13-12: Sensorplaatsing (niet-cerebraal)
Pagina 225
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking Opmerking Wanneer u spierweefsel bewaakt, plaatst u de sensor centraal op het gekozen spierbed (bijv. midden van de bovenste helft van het onderbeen zoals afgebeeld). Een spierbed met significante atrofie heeft mogelijk niet genoeg weefsel voor bewaking.
Pagina 226
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking Afbeelding 13-13: Een sensor aansluiten op de sensorkabelstekker Druk de sensorstekker zachtjes recht in de sensorkabelstekker tot hij op zijn plaats klikt. Trek de sensor voorzichtig terug om te controleren of de sensor helemaal in de stekker zit.
Pagina 227
De werking van de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule moet ten minste ééns per 6 maanden worden getest, zoals beschreven in de HemoSphere -onderhoudshandleiding. Als dat niet gebeurt, kan dit leiden tot letsel. Wanneer de module niet reageert, mag deze niet worden gebruikt tot hij is geïnspecteerd en...
Pagina 228
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking gerepareerd of vervangen. Zie de contactgegevens van de technische dienst op de binnenzijde van de omslag. LET OP Vergeleken met eerdere softwareversies is een FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule met softwareversie V3.0.7 of latere versie, gebruikt met sensoren voor pedriatische patiënten (klein en gemiddeld), meer responsive in het scherm StO₂-waarden.
Pagina 229
Raadpleeg Indicator signaalkwaliteit op pagina 206 13.3.7 Weefseloximetriefysiologiescherm Tijdens de bewaking met de HemoSphere -weefseloximetriemodule zijn drie extra fysiologische schermen beschikbaar om de interactie weer te geven tussen locatiespecifieke weefseloximetriewaarden en het cardiovasculaire systeem. Deze drie schermen worden hieronder weergegeven in Afbeelding...
Pagina 230
Geavanceerde HemoSphere -monitor HemoSphere -weefseloximetriemodulebewaking is het weefseloximetriescherm, dat als eerste wordt weergegeven in Afbeelding 13-15 op pagina 230. Raak het hart aan voor een weergave van het hoofdfysiologiescherm, zoals beschreven in Fysiologiescherm op pagina 100. Raak het vergrootglas aan om terug te keren naar het weefseloximetriescherm.
Pagina 231
Geavanceerde eigenschappen Inhoud Softwarefunctie Acumen Hypotension Prediction Index (HPI) ..........231 Verbeterd volgen van parameters .
Pagina 232
-software te activeren, moet er op het platform een wachtwoord worden ingevoerd om het scherm Eigenschappen beheren te openen. Hier moet een activeringscode worden ingevoerd. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen van deze geavanceerde functie.
Pagina 233
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Net als andere bewaakte parameters wordt de HPI -waarde elke 20 secondenbijgewerkt. Wanneer de HPI -waarde hoger wordt dan 85, wordt een alarm met hoge prioriteit afgegeven. Als de HPI -waarde twee achtereenvolgende metingen (in totaal 40 seconden) hoger is dan 85, verschijnt een pop-upmelding voor 'HPI hoog' op het scherm waarin wordt aanbevolen de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen.
Pagina 234
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen schermelementen voor HPI (trendlijn, wijzerplaatsegment [cockpitscherm], hoorbare alarmen en parameterwaarde [tegelweergave]) en de aanbevolen gebruikersactie wanneer HPI is geconfigureerd als hoofdparameter. WAARSCHUWING De Acumen Hypotension Prediction Index, HPI, mag niet als enige worden gebruikt voor de behandeling van patiënten.
Pagina 235
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen HPI -waarde Grafische Hoorbaar Algemene interpretatie Aanbevolen gebruikersactie scherm- elementen HPI = 100 Rood Toon voor Patiënt ondervindt Pop-up bevestigen middels (knipperend) alarm met hypotensie gekozen methode Pop-up hoge Controleer de hemodynamiek prioriteit van de patiënt met behulp van...
Pagina 236
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Tabel 14-3: HPI t.o.v. andere hoofdparameters: overeenkomsten en verschillen Overeenkomsten Verschillen • Waarden worden iedere 20 seconden • HPI hoofdparametertegel heeft geen doelkleur in een bijgewerkt gekleurd lettertype, afhankelijk van de klinische status of •...
Pagina 237
(wit/rood) in overweging worden genomen. Net als met andere beschikbare alarmen op het HemoSphere geavanceerd bewakingsplatform kan het volume van het hoorbare HPI - alarm worden aangepast. Raadpleeg Alarm en / doelen op pagina 136 voor informatie over het dempen van het alarm en het instellen van het alarmvolume.
Pagina 238
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen LET OP De HPI-parameter geeft mogelijk geen waarschuwing vooraf voor een trend naar een hypotensiegebeurtenis in situaties waar een medische ingreep resulteert in een plotselinge niet- fysiologische hypotensiegebeurtenis. Wanneer dit gebeurt, geeft de HPI-functie direct het volgende: er worden een pop-up voor hoge alertheid, een alarm met hoge prioriteit en een HPI-waarde van 100 getoond waarmee wordt aangegeven dat de patiënt een hypotensiegebeurtenis doormaakt.
Pagina 239
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Afbeelding 14-4: Parameterinstellingen - Hypotension Prediction Index De HPI -functie blijft beschikbaar, ook als HPI niet wordt weergegeven op het scherm. Als HPI is geconfigureerd als een hoofdparameter, verstuurt de parameter alarmen of meldingen zoals beschreven in HPI -alarm op pagina 237.
Pagina 240
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Afbeelding 14-5: HPI -pop-upmelding met hoge prioriteit Nadat de pop-up is bevestigd, gebeurt het volgende: • De pop-up verdwijnt van het scherm. • De HPI -alarmtoon gaat uit zolang de melding actief is. • De HPI -melding met hoge prioriteit wordt bevestigd.
Pagina 241
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Om heen en weer te schakelen tussen de weergave van PPV en SVV raakt u de momenteel weergegeven parameternaam (PPV dan wel SVV) op het Secundair HPI-scherm aan. Voor alle parameters op het Secundair HPI-scherm worden ook procentuele verandering en richting van de verandering (via een pijl omhoog/omlaag) over een door de gebruiker te selecteren tijdsinterval en kleine grafische trendplots weergegeven.
Pagina 242
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Raak een van de parametergrafieken aan om een grotere trendgrafiek weer te geven. De geselecteerde trendgrafiek van de parameter verschijnt in plaats van de bloeddrukgolfvormgrafiek. Raadpleeg Afbeelding 14-7 op pagina 242. Raak een willekeurige plek op het Secundair HPI-scherm aan om de vergrote trendgrafiek af te sluiten.
Pagina 243
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen • Wanneer de gemiddelde arteriële druk drie opeenvolgende metingen onder de 65 mmHG blijft, hetgeen wijst op het optreden van een hypotensiegebeurtenis: HPI geeft 100 weer. Controleer de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het Secundair HPI-scherm en andere parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van de grote kans op hypotensie te onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
Pagina 244
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen SVV kent beperkingen als een maat voor preload voor patiënten die mechanisch worden beademd met een stabiele beademingsfrequentie en teugvolumes en die geen intra-abdominale insufflatie hebben [6, 7]. SVV kan het best worden gebruikt in combinatie met een beoordeling van het slagvolume of de cardiac output.
Pagina 245
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Het tweede retrospectieve klinische validatieonderzoek telde 204 patiënten en biedt nader bewijs betreffende de diagnostische werking van HPI bij het voorspellen van hypotensieve en niet-hypotensieve gebeurtenissen. Tabel 14-5 op pagina 245toont de demografische patiëntgegevens. Het aantal segmenten voor hypotensieve gebeurtenissen dat is opgenomen in de analyse was 1923 en het totale aantal gebeurtenissen voor niet-hypotensieve gebeurtenissen opgenomen in de analyse was 3731.
Pagina 246
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Tabel 14-6: Chirurgische kenmerken voor chirurgiepatiënten met NIBP (N=252) Diagnose Aantal patiënten % van totaal Blaas Cardiaal Craniaal 13,5 Gezicht 14,3 Gastro-intestinaal 19,4 Gynaecologisch 11,9 Lever Oesofageaal Orthopedisch Pancreas Plastisch Rectaal Renaal 11,1 Thoracaal Onbekend Vasculair Tabel 14-11 op pagina 249 toont de resultaten van deze klinische validatieonderzoeken.
Pagina 247
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen De 175 niet-chirurgiepatiënten met niet-invasieve bloeddrukbewaking (NIBD) kunnen verder worden onderverdeeld zoals hieronder in Tabel 14-10 op pagina 248 beschreven. Tabel 14-7: Demografische patiëntgegevens (niet-chirurgiepatiënten) Beschrijving Klinisch validatieonderzoek, Klinisch validatieonderzoek, Klinisch validatieonderzoek, arteriële radialislijn (N=298) arteriële radialislijn (N=228)
Pagina 248
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Tabel 14-9: Kenmerken niet-chirurgiepatiënten (N=228) Diagnose Aantal patiënten % van totaal Cardiovasculair 29,5 Bloeding 10,5 Sepsis Overig 26,2 Kanker Respiratoir Orthopedisch Neuro GI of hepatisch Tabel 14-10: Kenmerken voor niet-chirurgiepatiënten met NIBP (N=175) Diagnose Aantal patiënten...
Pagina 250
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen *Betreffende gegevens beschikbaar bij Edwards Lifesciences Tabel 14-13 op pagina 251 en Tabel 14-14 op pagina 252 geven het percentage waarin hypotensieve gebeurtenissen voorkomen en de 'tijd-tot-gebeurtenis'-gegevens voor een bepaald HPI -bereik voor chirurgiepatiënten in het klinisch validatieonderzoek (arteriële radialislijn [N = 52] en NIBP [N=252]).
Pagina 255
J Appl Physiol 2008; 105: 1342-1351. 14.2 Verbeterd volgen van parameters Het geavanceerde HemoSphere -bewakingsplatform biedt hulpmiddelen voor het uitvoeren van Doelgerichte therapie (DGT), waarmee de gebruiker de hoofdparameters in het optimale bereik kan volgen en beheren.
Pagina 256
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Afbeelding 14-9: Menuscherm DGT - selectie doelwaarde Raak een geselecteerde parameter aan om deze te wijzigen naar een andere beschikbare parameter of raak Geen aan in het selectiepaneel voor parameters om niet langer te volgen.
Pagina 257
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen van de parameter. Deze waarde vertegenwoordigt het geaccumuleerde percentage van tijd die een parameter binnen de doelwaarden is gebleven tijdens een actieve sessie voor volgen. Kleuren doelindicatoren parametertegels. Tabel 14-17 op pagina 257 definieert de kleuren van de klinische doelindicatoren tijdens DGT volgen.
Pagina 258
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Observeer de SV-trend tijdens het toedienen van het noodzakelijke vloeistofbeheer om een optimale waarde te bereiken. Raak het pictogram Doel toevoegen aan de rechterkant van de trendgrafiek SV/SVI aan. De trendlijn wordt blauw. Raak een gedeelte in het plotgebied aan om de waarde voor een trendlijn te bekijken. Er verschijnt een pictogram voor doelwaarde, samen met een pictogram 'ontgrendeld' .
Pagina 259
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Afbeelding 14-11: Vloeistofresponsiviteitstest – scherm Nieuwe test Raak op het tabblad Nieuwe test (Afbeelding 14-11 op pagina 259) het gewenste type test aan: PLR (passief omhoog brengen van de benen) of Vloeistofbolus. Raak het vraagtekenpictogram aan voor beknopte instructies voor het starten van elke test. Volg de stappen hieronder voor uitgebreidere instructies.
Pagina 260
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Opmerking Het gemiddelde van meerdere metingen wordt genomen als baselinewaarde. Zorg ervoor dat de patiënt gedurende deze meting niet beweegt en niet van houding verandert. Het scherm Baseline-meting verschijnt met een trenddiagram van de geselecteerde parameter en een afteltimer die aangeeft hoeveel tijd er nog resteert voor de baselinemeting.
Pagina 261
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Afbeelding 14-12: Vloeistofresponsiviteitstest – resultatenscherm 14.3.2 Vloeistofbolustest De Vloeistofbolus-test is een gevoelige methode om de vloeistofresponsiviteit van een patiënt te beoordelen. Tijdens deze test krijgt de patiënt een vloeistofbolus toegediend en kan de responsiviteit op de preload worden bepaald door de waarde van SV, SVI, CO of CI te volgen.
Pagina 262
Geavanceerde HemoSphere -monitor Geavanceerde eigenschappen Opmerking Om de baselinemeting af te breken, drukt u op de knop ANNULEREN en keert u terug naar het scherm Nieuwe test. Aan het einde van de baselinemeting verschijnt de baselinewaarde onder de trendgrafiek. Om de baselinewaarde opnieuw te meten, raakt u HERSTART aan.
Pagina 263
Foutmeldingen geavanceerde HemoSphere -monitor ........
Pagina 264
15.2 Statuslampjes monitor De geavanceerde HemoSphere -monitor heeft een visuele alarmindicator om de gebruiker te waarschuwen voor alarmcondities. Zie Alarmprioriteiten op pagina 335 voor meer informatie over fysiologische alarmcondities met gemiddelde en hoge prioriteit. De aan-uitknop van de monitor heeft een geïntegreerd ledlampje om te allen tijde de aan-uitstatus aan te geven.
Pagina 265
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Tabel 15-1: Visuele alarmindicator geavanceerde HemoSphere -monitor Alarmstatus Kleur Lichtpatroon Voorgestelde actie Fysiologisch alarm met Rood Knippert AAN/UIT Deze fysiologische alarmconditie heeft hoge prioriteit onmiddellijke aandacht nodig Raadpleeg de statusbalk voor de specifieke alarmconditie Technische fouten en...
Pagina 266
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen 1. druksensorstatus Afbeelding 15-2: Lampje drukkabel Tabel 15-3: Communicatielampje drukkabel Toestand Kleur Lichtpatroon Voorgestelde actie Geen druksensor/transducer Geen Constant UIT Geen aangesloten lampje Druksensor/transducer Groen Knippert Voer een nulstelling van de druksensor uit om aangesloten, maar nog niet op nul...
Pagina 267
Als een of meer van de leds op de FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule niet aangaat, mag de kabel niet worden gebruikt tot deze is gerepareerd of vervangen. Neem contact op met Edwards Technical Support. Er bestaat een risico dat beschadigde onderdelen de prestaties van de module verminderen.
Pagina 268
Groen Knippert AAN/UIT Geen. De aangesloten vingermanchet wordt actief bewaakt. Defecte vingermanchet Amber Knippert AAN/UIT Controleer of een compatibele Edwards - aangesloten vingermanchet is gebruikt. Vervallen vingermanchet Koppel de vingermanchet los en sluit deze aangesloten opnieuw aan. Niet-compatibele Edwards -...
Pagina 269
Problemen oplossen Toestand Kleur Lichtpatroon Voorgestelde actie Defecte hartreferentiesensor Amber Knippert AAN/UIT Controleer of er een Edwards - aangesloten hartreferentiesensor is gebruikt. Hartreferentiesensor Koppel de hartreferentiesensor los en sluit gedetecteerd die niet van deze opnieuw aan. Edwards is Vervang de hartreferentiesensor door een geschikte hartreferentiesensor.
Pagina 270
Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: Modulesleuf 1 – Er is een softwarefout met de Neem contact op met Edwards Technical Softwarefout module die in modulesleuf 1 is Support geplaatst Fout: Modulesleuf 2 – Er is een softwarefout met de...
Pagina 271
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: Modulesleuf 1 - Software-upgrade niet geslaagd Neem contact op met Edwards Technical Incompatibele softwareversie of incompatibele softwareversie Support gedetecteerd Fout: Modulesleuf 2 - Software-upgrade niet geslaagd Neem contact op met Edwards Technical...
Pagina 272
HemoSphere-ClearSight-module Controleer of er pennen van de module niet gedetecteerd verbogen of kapot zijn Aansluitpunten van sleuf of Neem contact op met Edwards Technical module zijn beschadigd Support indien het probleem blijft bestaan Fout: Intern systeemdefect Interne systeemfout Schakel het systeem uit en weer in...
Pagina 273
(curvepictogram) aan nadat patiëntmonitor is genuld Koppel de druk-uitkabel los *Opmerking: {0} is het poortnummer: 1 of 2. 15.6.2 Systeem-/bewakingswaarschuwingen Tabel 15-7: Waarschuwingen geavanceerde HemoSphere -monitor Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Batterij moet geconditioneerd De gasmeetschaal is niet...
Pagina 274
Voer een geldige datum in De ingevoerde datum is Voer de juiste datum in. ongeldig, bijv. 33.13.009. 15.7 Foutmeldingen HemoSphere Swan-Ganz -module 15.7.1 CO-fouten/-meldingen Tabel 15-9: CO-fouten/-meldingen HemoSphere Swan-Ganz -module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: CO – Bloedtemperatuur Gecontroleerde Controleer of de positie van de katheter in de buiten bereik (<...
Pagina 275
Vervang de CCO-kabel voor de patiënt CO-fout katheter Gebruik bolus CO-modus De aangesloten katheter is geen Controleer of de katheter een Edwards Edwards CCO-katheter CCO-katheter is Fout: CO – Controleer de Verbinding thermisch filament en Controleer de aansluitingen van de CCO-...
Pagina 276
Interne systeemfout Verwijder de module en plaats deze terug om te resetten Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Alarm: CO – Signaaladaptatie - Grote bloedtemperatuurvariaties Geef de monitor meer tijd om het CO te...
Pagina 277
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen 15.7.2 EDV- en SV-fouten/-meldingen Tabel 15-10: EDV- en SV-fouten/-meldingen HemoSphere Swan-Ganz -module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Alarm: EDV – Hartslagsignaal Tijdsgemiddelde hartslag van Wacht tot de gemiddelde hartslag binnen het ontbreekt patiënt buiten bereik (HR <...
Pagina 278
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen 15.7.3 iCO-fouten/-meldingen Tabel 15-11: iCO-fouten/-meldingen HemoSphere Swan-Ganz -module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: iCO – Controleer de Injectaattemperatuursonde niet Controleer de aansluiting tussen de CCO- aansluiting van de injectaatsonde gevonden kabel voor de patiënt en de...
Pagina 279
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Alarm: iCO – Verlengde curve Thermodilutiecurve keert Controleer of de injectietechniek juist is langzaam terug naar de basislijn Controleer of de positie van de katheter in de Injectaatpoort in de...
Pagina 280
2 te configureren voor MAP- en CVD- voor het ontvangen van MAP- en uitvoersignalen van een externe monitor CVD-signalen 15.7.5 Fouten/alarmen 20-secondenparameters Tabel 15-13: Fouten/alarmen 20s-parameters HemoSphere Swan-Ganz -module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: 20s-parameters – Slechte PA-drukcurve is ontoereikend om...
Pagina 281
Stel de druktransducer op de geavanceerde HemoSphere monitor op nul om de transducer opnieuw op nul te zetten en bevestig de aansluiting van de drukkabel 15.7.6 Algemene probleemoplossing Tabel 15-14: Algemene probleemoplossing HemoSphere Swan-Ganz -module Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Sluit HemoSphere-Swan-Ganz-...
Pagina 282
Sluit de ECG-ingang aan voor Geen verbinding ECG- Controleer of de kabel tussen de EDV- of SV-bewaking interfacekabel gevonden geavanceerde HemoSphere-monitor en de bedmonitor goed is aangesloten Vervang de ECG-interfacekabel Sluit drukkabel aan voor Verbinding tussen de Controleer de verbinding tussen de...
Pagina 283
Verwissel de interfacekabel voor de analoge invoer 15.8 Foutmeldingen drukkabel 15.8.1 Algemene fouten/meldingen drukkabel Tabel 15-15: Algemene fouten/meldingen HemoSphere -drukkabel Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: Kabelpoort {0} – Interne systeemfout Koppel de drukkabel los en sluit deze...
Pagina 284
Arteriële curve is onvoldoende Beoordeel het doorlopende CO-systeem van druk niet stabiel* om CO nauwkeurig te meten Edwards vanaf de patiënt tot aan de drukzak De integriteit van de Controleer de arteriële golfvorm op ernstige drukbewakingslijn is aangetast hypotensie, ernstige hypertensie en...
Pagina 285
Fout: CO – Controleer arteriële Arteriële curve is onvoldoende Beoordeel het doorlopende CO-systeem van curve om CO nauwkeurig te meten Edwards vanaf de patiënt tot aan de drukzak Slechte drukcurve gedurende Controleer de arteriële golfvorm op ernstige langere tijd hypotensie, ernstige hypertensie en...
Pagina 286
Arteriële curve onvoldoende om Beoordeel het doorlopende CO-systeem van druksignaal CO nauwkeurig te meten Edwards vanaf de patiënt tot aan de drukzak De bewakingslijn arteriële druk is Controleer de arteriële golfvorm op ernstige niet in orde hypotensie, ernstige hypertensie en...
Pagina 287
Arteriële curve is onvoldoende Beoordeel het doorlopende CO-systeem van stabiel om CO nauwkeurig te meten Edwards vanaf de patiënt tot aan de drukzak De integriteit van de Controleer de arteriële golfvorm op ernstige drukbewakingslijn is aangetast hypotensie, ernstige hypertensie en...
Pagina 288
Zorg ervoor dat de Edwards-CO-sensor is uitgelijnd met de flebostatische as van de patiënt Stel de CO-sensor van Edwards op de geavanceerde HemoSphere-monitor op nul om de transducer op nul te zetten en bevestig de aansluiting van de drukkabel...
Pagina 289
¼ vol is Voer een Square Wave-test uit om de frequentierespons van het Edwards- drukbewakingssysteem te beoordelen 15.8.5 Algemene probleemoplossing Tabel 15-19: Algemene fouten met de HemoSphere -drukkabel oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Sluit de drukkabel aan voor CO-...
Pagina 290
Sluit de analoge ingang voor de Verbinding CVD-kabel niet Controleer of de kabel tussen de CVD aan of voer de CVD-waarde gevonden geavanceerde HemoSphere-monitor en de in voor SVR-bewaking Geen CVD-waarde ingevoerd bedmonitor goed is aangesloten Vervang de CVD-kabel Voer de CVD-waarde in...
Pagina 291
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen 15.9 Foutmeldingen HemoSphere ClearSight -module 15.9.1 Fouten/-meldingen Tabel 15-20: HemoSphere ClearSight -module fouten/meldingen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: vingercuff 1 - Fout BD- De bloeddrukmeting is mislukt Breng de vingercuff op een andere vinger...
Pagina 292
Controleer of er een Edwards-vingercuff is aangesloten niet van Edwards. gebruikt. Defecte vingercuff 1 Koppel de Edwards-vingercuff 1 los en sluit aangesloten. deze opnieuw aan. Vervang vingercuff 1 door een Edwards-cuff. Start de meting opnieuw. Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan.
Pagina 293
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: Ongeldige HRS Gedetecteerde HRS is niet van Controleer of er een Edwards HRS is aangesloten Edwards. gebruikt. HRS is defect. Koppel Edwards HRS los en sluit deze opnieuw aan.
Pagina 294
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: Stroomstoring drukregelaar Defecte HemoSphere ClearSight Koppel de Edwards drukregelaar los en sluit module deze opnieuw aan Defecte Edwards drukregelaar Vervang de drukregelaar Vervang de HemoSphere ClearSight module Neem contact op met Edwards Technical...
Pagina 295
Controleer de arteriële golfvorm op ernstige hypotensie, ernstige hypertensie en bewegingsartefacten Zorg ervoor dat het uiteinde voor het hart van de Edwards-HRS is uitgelijnd met de flebostatische as van de patiënt Breng de vingercuff op een andere vinger Neem opnieuw de maat voor de vingercuff...
Pagina 296
Systolische druk te hoog of Zorg ervoor dat het uiteinde voor het hart diastolische druk te laag. van de Edwards-HRS is uitgelijnd met de flebostatische as van de patiënt Controleer de elektrische aansluitingen van de kabels Breng de vingercuff op een andere vinger...
Pagina 297
Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties *Note: {0} {1} is the specified distance where {0} is the value and {1} is the unit of measurement (CM or IN) Tabel 15-21: HemoSphere ClearSight -waarschuwingen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties HRS buiten bereik...
Pagina 298
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Sluit de HemoSphere ClearSight Er is geen aansluiting op de Plaats HemoSphere ClearSight module in module aan voor CO- of HemoSphere-ClearSight-module sleuf voor grote technologiemodule van de drukbewaking gedetecteerd monitor...
Pagina 299
Vervang de HemoSphere ClearSight module ClearSight module heeft binnenkort onderhoud Neem contact op met Edwards Technical nodig Support Tabel 15-22: Algemene probleemoplossing HemoSphere ClearSight Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Drukverschil: ClearSight BD HRS los van vingercuff of Controleer de plaatsing van de HRS: het versus andere BD flebostatische as.
Pagina 300
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Acumen IQ cuff voor HPI Acumen IQ cuff is niet Acumen IQ cuff aansluiten aansluiten gedetecteerd en HPI of HPI- Acumen IQ cuff vervangen hoofdparameter is geconfigureerd Acumen IQ cuff aansluiten in...
Pagina 301
Schakel de monitor uit en in om het platform Storing signaalverwerking te herstellen Vervang de oximetriekabel en kalibreer opnieuw Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Fout: Geheugen oximetriekabel Geheugenstoring oximetriekabel Koppel de kabel los en sluit deze opnieuw...
Pagina 302
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Melding: Veneuze oximetrie – Geringe bloedcirculatie bij de Als de kabel omwikkeld is met stof of op een Slechte signaalkwaliteit kathetertip of kathetertip tegen isolerend oppervlak ligt, zoals een kussen,...
Pagina 303
Voer een in-vivokalibratie uit. oximetriekabel meer dan 24 uur > 24 uur geleden Synchroniseer datum en tijd op alle oud - opnieuw kalibreren Datum en tijd op de Edwards- Edwards-monitoren in het ziekenhuis. monitoren in het ziekenhuis verschillen Sluit de oximetriekabel aan voor...
Pagina 304
Fout: StO₂ – FORE-SIGHT FSE-module A is defect Als de toestand blijft bestaan, neemt u ELITE Module A contact op met Edwards om de FSE-module te vervangen Fout: StO₂ – FORE-SIGHT FSE-module B is defect Als de toestand blijft bestaan, neemt u...
Pagina 305
Geavanceerde HemoSphere -monitor Problemen oplossen Bericht Mogelijke oorzaken Voorgestelde acties Fout: StO₂ {0} – Te veel De sensor maakt geen goed Controleer of de sensor direct contact maakt omgevingslicht* contact met de patiënt met de huid Breng een lichtblokkering of gordijn aan...
Pagina 306
StO₂ voor het Vervang de FSE-module aangegeven kanaal Vervang de weefseloximetriemodule Neem contact op met Edwards Technical Support indien het probleem blijft bestaan Melding: StO₂ {0} – Instabiel Interferentie door externe bron Beweeg de sensor weg van de...
Pagina 307
Voorgestelde acties Sluit FORE-SIGHT ELITE De verbinding tussen de Sluit een FSE-module aan op de Module A aan voor StO₂- HemoSphere- aangegeven poort van de HemoSphere- bewaking weefseloximetriemodule en FSE- weefseloximetriemodule module op de aangegeven poort Sluit de FSE-module opnieuw aan...
Pagina 308
Specificaties geavanceerde HemoSphere -monitor ........
Pagina 309
Geavanceerde HemoSphere -monitor Specificaties Tabel A-1: Essentiële prestaties van de geavanceerde HemoSphere -monitor – transiënte en niet- transiënte elektromagnetische fenomenen Module of kabel Parameter Essentiële prestaties Algemeen: alle bewakingsmodi en parameters Geen onderbreking van huidige bewakingsmodus. Geen onverwacht opnieuw opstarten of stopzetten van werking.
Pagina 310
FORE-SIGHT ELITE-oximetriemodule StO₂- waarden binnen de systeemspecificaties (raadpleeg Tabel A-18 op pagina 317) en voert hij op de juiste wijze waarden uit naar de HemoSphere -weefseloximetriemodule. De FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule wordt niet elektrisch beschadigd als een defibrillatiegebeurtenis optreedt.
Pagina 311
0 tot 3048 m (10.000 ft) Niet in bedrijf/opslag 0 tot 6096 m (20.000 ft) *Opmerking: Batterijcapaciteit begint af te nemen bij langdurige blootstelling boven 35 °C. Tabel A-4: Omgevingsspecificaties inzake vervoer voor geavanceerde HemoSphere - monitor Omgevingsspecificatie Waarde Temperatuur* −18 tot 45 °C...
Pagina 312
Geavanceerde HemoSphere -monitor Specificaties MRI-informatie Gebruik de geavanceerde HemoSphere -monitor of platformmodules en kabels niet in een MRI- omgeving. Het HemoSphere geavanceerd bewakingsplatform, inclusief alle modules en kabels, is MRI-onveilig omdat het apparaat metalen onderdelen bevat waarbij door RF geïnduceerde opwarming kan ontstaan in de MRI- omgeving.
Pagina 313
Alarm Geluidsdrukniveau 45 tot 85 dB(A) Wireless Type verbinding met wifi-netwerken die minimaal voldoen aan 802.11b/g/n A.3 Specificaties HemoSphere -batterij Tabel A-6: Fysieke specificaties HemoSphere -batterij HemoSphere -batterij Gewicht 0,5 kg (1,1 lb) Afmetingen Height 35 mm (1,38 in) Breedte...
Pagina 314
IPX1 indringing Classificatie toegepaste Defibrillatiebestendig toegepast onderdeel van type CF onderdelen Opmerking Zie Tabel A-3 op pagina 311 voor de omgevingsspecificaties van de HemoSphere Swan-Ganz -module. Tabel A-10: Specificaties meetparameters HemoSphere Swan-Ganz -module Parameter Specificatie Continue cardiac output (CO) Bereik...
Pagina 315
Geavanceerde HemoSphere -monitor Specificaties Opmerking De verwachte levensduur van de HemoSphere Swan-Ganz -module is 5 jaar vanaf de aankoopdatum. Neem contact op met de technische dienst of met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor verdere ondersteuning. Tabel A-11: Meetspecificaties20-secondenflowparameter HemoSphere Swan-Ganz -module...
Pagina 316
Nauwkeurigheid getest onder laboratoriumomstandigheden. Opmerking De verwachte levensduur van de HemoSphere -drukkabel is 5 jaar vanaf de aankoopdatum. Neem contact op met de technische dienst of met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor verdere ondersteuning. A.6 Specificaties HemoSphere -oximetriekabel...
Pagina 317
Classificatie toegepaste Defibrillatiebestendig onderdeel van type BF onderdelen Opmerking Zie Tabel A-3 op pagina 311 voor de omgevingsspecificaties van de HemoSphere - weefseloximetriemodule en de FORE-SIGHT ELITE-oximetriemodule. Tabel A-17: Fysieke specificaties FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule Specificaties FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule Gewicht...
Pagina 318
Opmerking: de vastgestelde nauwkeurigheid is gebaseerd op 30:70 % (arterieel:veneus) referentiemeting voor REF CX Opmerking De verwachte levensduur van de HemoSphere -oximetriemodule en FORE-SIGHT ELITE -oximetriemodule is 5 jaar vanaf de aankoopdatum. Neem contact op met de technische dienst of met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor verdere ondersteuning.
Pagina 319
Frequentie van 20 seconden bijwerken Nauwkeurigheid getest onder laboratoriumomstandigheden in vergelijking met een gekalibreerde drukmeter Variatiecoëfficiënt – gemeten met elektronisch gegenereerde gegevens Tabel A-22: Specificaties Edwards -vingermanchet Vingermanchet Maximumgewicht 11 g (0,02 lb) Spectrale stralingssterkte led Zie afbeelding A-1 Max.
Pagina 320
Geavanceerde HemoSphere -monitor Specificaties Opmerking De verwachte levensduur van de HemoSphere ClearSight -module is 5 jaar vanaf de aankoopdatum. Neem contact op met de technische dienst of met de plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor verdere ondersteuning.
Pagina 321
WAARSCHUWING Gebruik alleen goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde HemoSphere -monitor die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen.
Pagina 322
*Neem contact op met de vertegenwoordiger van Edwards voor model- en bestelinformatie. **Slave-kabels van Edwards Lifesciences zijn specifiek voor elke monitor aan het bed. Ze zijn beschikbaar voor modellen van verschillende bedrijven die deze monitoren leveren, zoals Philips (Agilent), GE (Marquette) en Spacelabs (OSI Systems).
Pagina 323
Geavanceerde HemoSphere -monitor Accessoires B.2.2 Oximetriestation Het HemoSphere -oximetriestation is een herbruikbaar accessoire dat dient om de HemoSphere - oximetriekabel goed vast te zetten tijdens bewaking met het geavanceerde HemoSphere - bewakingsplatform. Volg de meegeleverde instructies voor het monteren van het station.
Pagina 324
In dit deel worden de vergelijkingen beschreven die worden gebruikt om continue en intermitterende patiëntparameters te berekenen die worden weergegeven op de geavanceerde HemoSphere -monitor. Opmerking Patiëntparameters worden berekend met meer decimalen dan worden weergegeven op het scherm. Zo kan een CO-waarde van 2,4 op het scherm in werkelijkheid een CO-waarde van 2,4492 betreffen.
Pagina 325
Geavanceerde HemoSphere -monitor Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Parameter Beschrijving en formule Eenheden Veneus zuurstofgehalte ml/dl = (0,0138 x Hb x SvO₂) + (0,0031 x PvO₂) (ml/dl) = [0,0138 × (Hb x 1,611) × SvO₂] + [0,0031 × (PvO × 7,5)] (ml/dl) waarbij: Hb –...
Pagina 326
Geavanceerde HemoSphere -monitor Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Parameter Beschrijving en formule Eenheden dP/dt Systolische hellingsgraad als maximaal eerste afgeleide van arteriële drukgolfvorm mmHG/s met betrekking tot tijd dP/dt = max(P[n+1]-P[n])/ts, voor n = 0 tot N = 1 waarbij: P[n] - huidige meting van het arteriële druksignaal, mmHG ts –...
Pagina 327
Geavanceerde HemoSphere -monitor Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Parameter Beschrijving en formule Eenheden O₂EI Zuurstofafvoerindex O₂EI = {(SaO₂ - SvO₂) / SaO₂} × 100 (%) waarbij: SaO₂ – Arteriële O -saturatie, % SvO₂ – Gemengde veneuze O -saturatie, % O₂ER Zuurstofafvoerratio O₂ER = (Ca-vO...
Pagina 328
Geavanceerde HemoSphere -monitor Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Parameter Beschrijving en formule Eenheden RVSWI Rechter ventriculaire slagarbeid-index g-m/m /slag RVSWI = SVI × (MPAP – CVD) × 0,0136 RVSWI = SVI × (MPAP – CVD ) × 0,0136 × 7,5 waarbij: SVI –...
Pagina 329
Geavanceerde HemoSphere -monitor Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Parameter Beschrijving en formule Eenheden SVRI Index van systemische vasculaire weerstand dyne-s-m SVRI = {(MAP - CVD) × 80} /CI (kPa-s-m SVRI = {(MAP – CVD ) × 60} /CI waarbij: MAP – Gemiddelde arteriële druk, mmHG –...
Pagina 330
Geavanceerde HemoSphere -monitor Vergelijkingen voor berekende patiëntparameters Parameter Beschrijving en formule Eenheden Ventilatieperfusie-index waarbij: Hb – Totale hemoglobine, g/dl – Totale hemoglobine, mmol/l SaO₂ – Arteriële O -saturatie, % SvO₂ – Gemengde veneuze O -saturatie, % – Alveolaire O -spanning, mmHG...
Pagina 331
Bijlage Instellingen en standaardwaarden monitor Inhoud Invoerbereik patiëntgegevens ................331 Standaard grenswaarden trendschaal .
Pagina 332
Opmerking De geavanceerde HemoSphere -monitor accepteert geen instelling met een bovenwaarde voor de schaal die lager is dan de onderwaarde voor de schaal. De monitor accepteert ook geen instelling met een onderwaarde voor de schaal die hoger is dan de bovenwaarde voor de schaal.
Pagina 333
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen en standaardwaarden monitor D.3 Parameterweergave en configureerbare alarm-/doelbereiken Tabel D-3: Configureerbare parameteralarmen en weergavebereiken Parameter Eenheden Weergavebereik Configureerbaar bereik l/min 1,0 tot 20,0 1,0 tot 20,0 l/min 0,0 tot 20,0 0,0 tot 20,0 l/min 1,0 tot 20,0...
Pagina 334
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen en standaardwaarden monitor Parameter Eenheden Weergavebereik Configureerbaar bereik geen 0 tot 100 dP/dt mmHG/s 0 tot 3000 0 tot 3000 geen 0,0 tot 3,0 0 tot 220 0 tot 220 Parameteralarmbereik voor HPI is niet configureerbaar.
Pagina 335
2 seconden nadat de parameter continu buiten bereik is gedurende 5 of meer seconden. Voor de continue CO en bijbehorende parameters van de HemoSphere Swan-Ganz -module is de vertraging minder dan 360 seconden, hoewel een gebruikelijke vertraging als gevolg van parameterberekening 57 seconden bedraagt.
Pagina 336
7 seconden), en 20 seconden voor 20 seconden en 5 minuten parametermiddeling (zie Tabel 6-4 op pagina 131). Voor de HemoSphere -drukkabel met door TruWave DPT gemeten parameters is de vertraging 2 secondennadat de parameter continu buiten bereik is gedurende 5 of meer seconden (totaal 7 seconden).
Pagina 337
Geavanceerde HemoSphere -monitor Instellingen en standaardwaarden monitor Opmerking De bovengenoemde talen zijn uitsluitend ter referentie en zijn mogelijk niet beschikbaar voor selectie.
Pagina 338
Waarden berekeningsconstanten ............... 338 E.1 Waarden berekeningsconstanten In de modus iCO berekent de HemoSphere Swan-Ganz -module de cardiac output met behulp van een badsondeopstelling dan wel een in-line-temperatuursonde, met gebruik van de in de volgende tabellen vermelde berekeningsconstanten.
Pagina 340
Regionaal hoofdkantoor Edwards Lifesciences ........
Pagina 341
Bewaar de platformmodules, wanneer het nodig is om deze te verwijderen, op een koele en droge plaats in de oorspronkelijke verpakking om beschadiging te voorkomen. LET OP Giet of spuit geen vloeistof over enig deel van de geavanceerde HemoSphere -monitor, accessoires, modules of kabels. Gebruik geen andere desinfecterende oplossing dan de hierboven aangegeven soorten.
Pagina 342
LET OP Steriliseer de HemoSphere -oximetriekabel niet met behulp van stoom, straling of EO (ethyleenoxide). Dompel de HemoSphere -oximetriekabel niet onder. F.3.2 De CCO-kabel en connector van de patiënt reinigen De CCO-kabel voor de patiënt bevat elektrische en mechanische onderdelen en is daarom onderhevig...
Pagina 343
Systeemverzorging, onderhoud en ondersteuning F.3.3 De HemoSphere -drukkabel reinigen De HemoSphere -drukkabel kan worden gereinigd met de reinigingsmiddelen die worden vermeld in De monitor en de modules reinigen op pagina 340, en met behulp van de methoden die zijn gespecificeerd voor platformkabels aan het begin van deze sectie (De platformkabels reinigen op pagina 341).
Pagina 344
Houd de volgende informatie bij de hand als u belt: • Het serienummer van de geavanceerde HemoSphere -monitor, dit staat op het achterpaneel; • De tekst van een eventueel foutbericht en gedetailleerde informatie over de aard van het probleem.
Pagina 345
Volg bij onderdelen en accessoires voor eenmalig gebruik de plaatselijke voorschriften met betrekking tot het weggooien van ziekenhuisafval, tenzij anders staat vermeld. F.6.1 Recycling van de batterij Vervang de HemoSphere -batterij als deze niet meer opgeladen blijft. Volg nadat u de batterij hebt verwijderd de plaatselijke richtlijnen voor recycling. LET OP De lithium-ion-batterij dient te worden gerecycled of afgevoerd in overeenstemming met alle nationale en plaatselijke wetgeving.
Pagina 346
Langdurige opslag bij hoge temperaturen kan de levensduur van de batterij verkorten. F.7.2 Onderhoud HemoSphere ClearSight -module Trek niet aan de kabel van de drukregelaar als u deze loskoppelt van de HemoSphere ClearSight module. Als het nodig is om de module uit de geavanceerde HemoSphere monitor te verwijderen, druk dan op de ontgrendelknop om de module te ontgrendelen en eruit te schuiven.
Pagina 347
HemoSphere -monitor. De enige verplichting van Edwards, tevens de enige beroepmogelijkheid voor de koper in geval van inbreuk op enige garantie, zal beperkt zijn tot reparatie of vervanging van de geavanceerde HemoSphere -monitor, te bepalen door Edwards.
Pagina 348
De geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals in deze bijlage aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere -monitor moet waarborgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Bij aansluiting op de geavanceerde HemoSphere -monitor voldoen alle accessoirekabels genoemd in Tabel B-1 op pagina 321 aan de hierboven genoemde EMC-normen.
Pagina 349
(V/m) De geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere -monitor moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. 380 - 390...
Pagina 350
(V/m) De geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere -monitor moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. 800 - 960...
Pagina 351
Geavanceerde HemoSphere -monitor Richtlijnen en verklaring van de fabrikant De geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van het systeem kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand te bewaren tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de geavanceerde HemoSphere -monitor volgens de onderstaande aanbevelingen, al naar gelang het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Pagina 352
C. 5 GHz, 20 MHz; Kan. 153, (5755-5775 MHz – Invasieve modus) Tabel G-5: Draadloze co-existentie in band – Drempel voor interferentie (ToI) en drempel voor communicatie (ToC) tussen geavanceerde HemoSphere -monitor (EUT) in niet-invasieve modus en externe apparatuur Testspecificaties...
Pagina 353
Elektromagnetische omgeving – Richtlijnen De geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere -monitor moet waarborgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Elektrostatische ±...
Pagina 354
Elektromagnetische omgeving – Richtlijnen De geavanceerde HemoSphere -monitor is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving zoals hieronder aangegeven. De klant of gebruiker van de geavanceerde HemoSphere -monitor moet waarborgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Bij gebruik van draagbare en mobiele RF-...
Pagina 355
802.11a/b/g/n met volledig geïntegreerde beveiligingsaanvragen en authenticatie en gegevensencryptie volgens 802.11i/WPA2. Technische informatie over de draadloze technologie die in de geavanceerde HemoSphere -monitor is geïmplementeerd, staat in de volgende tabel. Tabel G-8: Informatie over draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere -monitor...
Pagina 356
Geavanceerde HemoSphere -monitor Richtlijnen en verklaring van de fabrikant Functie Beschrijving Maximaal 802.11a transmissievermogen 6 Mbps 15 dBm (31,623 mW) Opmerking: maximaal 54 Mbps 12 dBm (19,953 mW) transmissievermogen 802.11b varieert volgens de 1 Mbps 16 dBm (39,81 mW) regelgeving in individuele...
Pagina 357
De draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere -monitor heeft een effectief bereikt van 150 voet met direct zicht en 75 voetzonder direct zicht. Het effectieve bereik kan worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere draadloze zenders.
Pagina 358
Geavanceerde HemoSphere -monitor Richtlijnen en verklaring van de fabrikant kunnen worden gebracht, meldt de geavanceerde HemoSphere -monitor dit aan de gebruiker met een geluidssignaal en een bericht (Melding: verlies ZIS-connectiviteit, zie Tabel 15-6 op pagina 269). G.3.2 Maatregelen draadloze beveiliging De draadloze signalen worden beveiligd volgens de standaardprotocollen voor draadloze beveiliging van de branche (Tabel G-8 op pagina 355).
Pagina 359
Geavanceerde HemoSphere -monitor Richtlijnen en verklaring van de fabrikant Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-regelgeving. Voor het gebruik gelden de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie, waaronder interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken, accepteren.
Pagina 360
10 mW EIRP in het frequentiebereik van2454 - 2483,5 MHz. Voor gedetailleerde informatie kan de eindgebruiker contact opnemen met de nationale spectrumautoriteit in Frankrijk. Hierbij verklaart Edwards Lifesciences dat deze monitor in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante voorwaarden van Richtlijn 1999/5/EG.
Pagina 361
Lichaamsoppervlak (Body Surface Area – BSA) Het berekende oppervlaktegebied van een menselijk lichaam. Bolusmodus (iCO-modus) Functionele staat van de HemoSphere Swan-Ganz -module waarin de cardiac output wordt gemeten met de bolus-thermodilutiemethode. Bolusinjectie Een bekend volume van vloeistof op ijs of bij kamertemperatuur dat wordt geïnjecteerd in een poort op de katheter in de longslagader en dient als indicator voor het meten van de cardiac output.
Pagina 362
Drukregelaar (PC2) De eenheid die om de pols van de patiënt wordt gedragen en die de hartreferentiesensor en de compatibele Edwards -vingermanchetten verbindt met de HemoSphere ClearSight -module. Pulsfrequentie (Pulse Rate – PR) Aantal arteriële bloeddrukpulsen per minuut.
Pagina 363
De kwaliteit van het oximetriesignaal, gebaseerd op de conditie van de katheter en de positionering ervan in het bloedvat. 'Slave'-kabel Kabel die gegevens overzet naar de geavanceerde HemoSphere-monitor vanaf een andere monitor. Specificiteit Het vermogen van een test om juist vast te stellen welke personen de conditie niet hebben (percentage juist-negatief).
Pagina 364
R aadpleeg de gebruiksaanwijzing voor volledig gedetailleerde informatie. Hulpmiddelen van Edwards Lifesciences geplaatst op de Europese markt die voldoen aan de essentiële vereisten waarnaar wordt verwezen in Artikel 3 van Richtlijn Medische hulpmiddelen 93/42/EEG dragen de CE-markering.