Geavanceerde HemoSphere -monitor
* intra-aortale ballonpompen.
•
elke klinische situatie waarbij de arteriële druk wordt beschouwd als onnauwkeurig of niet
representatief voor de aortadruk, inclusief maar niet beperkt tot:
* extreme perifere vasoconstrictie die resulteert in een aangetaste radiale drukgolfvorm;
* hyperdynamische omstandigheden zoals die voorkomen na een levertransplantatie.
•
overmatig bewegen door de patiënt;
•
interferentie van een elektrocauterisatie- of een elektrochirurgische eenheid.
Regurgitatie van de aortaklep kan een overschatting van het berekende Hartslagvolume / Cardiac
Output veroorzaken, afhankelijk van de ernst van de klepaandoening en het volume dat in het
linkerventrikel verloren gaat. (hoofdstuk 10)
•
Pak bij het aansluiten of loskoppelen van kabels altijd de connector vast, niet de kabel zelf.
(hoofdstuk 10)
•
Verdraai of verbuig de connectoren niet. (hoofdstuk 10)
•
Om beschadiging aan de kabel te voorkomen, mag u niet te veel kracht uitoefenen op de nulknop
van de drukkabel. (hoofdstuk 10)
•
Duw de module niet met kracht in de sleuf. Schuif en klik de module met gelijkmatige druk op zijn
plaats. (hoofdstuk 11)
•
De effectiviteit van het HemoSphere niet-invasief systeem is niet onderzocht bij patiënten jonger dan
18 jaar. (hoofdstuk 11)
•
Pak bij het aansluiten of loskoppelen van kabels altijd de connector vast, niet de kabel zelf. Verdraai
of verbuig de connectoren niet. Bevestig voor gebruik dat alle sensoren en kabels juist en volledig
zijn aangesloten. (hoofdstuk 11)
•
Zorg ervoor dat de HRS correct is bevestigd zodat deze op gelijk niveau kan worden gebracht als de
flebostatische as. (hoofdstuk 11)
•
Het HemoSphere niet-invasief systeem is niet bedoeld voor gebruik als apneumonitor.
(hoofdstuk 11)
•
Bij sommige patiënten met extreme contractie van de gladde spieren in de arteriën en arteriola in de
onderarm en hand, zoals het geval kan zijn bij patiënten met de ziekte van Raynaud, kan het meten
van de bloeddruk onmogelijk zijn. (hoofdstuk 11)
•
Onnauwkeurige niet-invasieve metingen kunnen worden veroorzaakt door factoren zoals:
•
Onjuist op nul gezette en/of niet-waterpas staande HRS
•
Overmatige variaties in bloeddruk. Enkele aandoeningen die BP-variaties veroorzaken
omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
* intra-aortale ballonpompen
•
een klinische situatie waarin de arteriële druk als onnauwkeurig of niet representatief voor de
aortadruk wordt beschouwd;
•
slechte bloedcirculatie van de vingers;
•
een vervormde of geplette vingermanchet;
•
overmatig bewegen van vingers of handen door de patiënt;
•
artefacten en slechte signaalkwaliteit;
•
foutieve plaatsing van vingermanchet, positie van vingermanchet, of vingermanchet te los;
•
interferentie van een elektrocauterisatie- of een elektrochirurgische eenheid.
(hoofdstuk 11)
•
Koppel de vingermanchet altijd los als deze niet rond een vinger gewikkeld is om schade als gevolg
van onbedoelde overinflatie te voorkomen. (hoofdstuk 11)
•
De effectiviteit van Edwards -compatibele vingermanchetten is niet vastgesteld bij patiënten met
pre-eclampsie. (hoofdstuk 11)
48
Veiligheid en symbolen