8.5
G-codeprogramma maken
Voor elk nieuw werkstuk dat u wilt bewerken, moet u een afzonderlijk programma maken. Dat
programma bevat alle afzonderlijke bewerkingsstappen die voor het bewerken van het
werkstuk moeten worden uitgevoerd.
Deelprogramma's in G-code kunnen in de map "Werkstuk" of in de map "Deelprogramma's"
worden opgeslagen.
Procedure
Nieuw deelprogramma maken
Nieuw deelprogramma voor werkstuk aanmaken
Universal
Bedieningshandboek, 08/2018, 6FC5398-6AP41-0JA0
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Selecteer de geheugenplaats waar u het programma wilt opslaan.
3.
Plaats de cursor op de map "Deelprogramma's" en druk op de softkey
"Nieuw".
Het venster "Nieuw G-codeprogramma" wordt geopend.
4.
Voer de gewenste naam in en druk op de softkey "OK".
De naam mag max. 28 tekens lang zijn (naam + punt + 3 tekens voor de
extensie). Alle letters (met uitzondering van umlauten), cijfers en under‐
scores (_) zijn toegelaten.
Het programmatype (MPF) is al vooraf ingevuld.
Het deelprogramma wordt aangemaakt en de editor wordt geopend.
5.
Plaats de cursor op de map "Werkstukken" en druk op de softkey "Nieuw".
Het venster "Nieuw G-codeprogramma" wordt geopend.
6.
Selecteer het bestandstype (MPF of SPF), voer de gewenste naam van
het programma in en druk op de softkey "OK".
Het deelprogramma wordt aangemaakt en de editor wordt geopend.
7.
Voer de gewenste G-codecommando's in.
G-codeprogramma aanmaken
8.5 G-codeprogramma maken
235