Procedure
Opmerking
Bedienen met de muis
U kunt de matrijsweergave met behulp van de muis draaien en verplaatsen.
● Beweeg de grafiek met ingedrukte linker muisknop om de matrijsweergave te verschuiven.
● Beweeg de grafiek met ingedrukte rechter muisknop om de matrijsweergave te draaien.
6.18.5.3
Detail wijzigen
Om details te bekijken, verschuift, vergroot en verkleint u het fragment van de matrijsweergave
met behulp van de loep.
Met het vergrootglas kunt u het detail zelf bepalen en daarna vergroten of verkleinen.
Voorwaarde
● De matrijsweergave is gestart.
● De softkey "Grafiek" is geactiveerd.
Procedure
Universal
Bedieningshandboek, 08/2018, 6FC5398-6AP41-0JA0
1.
Druk op één van de cursortoetsen om de matrijsweergave omhoog, naar
links, naar rechts of omlaag te verschuiven.
- OF -
Houd de <SHIFT>-toets ingedrukt en draai de matrijsweergave met be‐
hulp van de cursortoetsen in de gewenste richting.
1.
Druk op de softkey "Details".
2.
Druk op de softkey "Vergrootglas".
Een vergrootglas in de vorm van een rechthoekig venster verschijnt.
3.
Druk op de softkey "Vergrootglas +" of op de toets <+> om het venster te
vergroten.
- OF -
Werkstuk bewerken
6.18 Matrijsweergave
201