Inhoudsopgave
Advertenties
5.4. Functies van de programmeerbare digitale uitgangen (PSO)
Standaard zijn er vijf digitale uitgangen in de VAT2000 (1 NO/NC met
potentiaalvrij contact, 1 NO met potentiaalvrij contact en drie open
collectortransistoruitgangen).
De uitgang van 1 NO/NC met potentiaalvrij contact is voorbehouden
voor het foutuitgangssignaal, maar de vier andere kanalen zijn
programmeerbaar en kunnen aan elk van de uitgangssignalen vermeld
in tabel 5-4 willekeurig toegewezen worden.
Twee bijkomende uitgangen met potentiaalvrij contact zijn mogelijk via
optionele PCB-interfaces (type: U2KV23RY0 of U2KV23PI0).
De standaard voorziene programmeerbare uitgangen op de VAT2000
zijn RA-RC, PSO1, PSO2 en PSO3.
De functies van de signalen van de programmeerbare digitale uitgangen vindt u terug in tabel 5-4.
Symbool
Naam
RUN
Bedrijf
FLT
Fout
MC
Laden voltooid
RDY1
Klaar (1)
RDY2
Klaar (2)
LCL
Lokaal
REV
Achterwaarts
bedrijf
IDET
Stroomdetectie
ATN
Bereiken van de
frequentie (snelheid) de instelfrequentie (-snelheid) bereikt. Het detectiebereik is ingesteld met C15-0.
SPD1
Snelheidsdetectie
(1)
SPD2
Snelheidsdetectie
(2)
COP
Selectie
transmissie
EC0~EC3
Foutcode 0 tot F
ACC
Versnelling
DCC
Vertraging
AUXDV
Selectie
hulpaandrijving
ALM
Kleine fout
(Vervolg op volgende pagina)
Tabel 5.4. Functies van de programmeerbare digitale uitgangen
Deze functie wordt geactiveerd (ON) tijdens bedrijf, stapfunctie of DC-remwerking.
Tijdens de voorbekrachtiging kan u kiezen tussen activeren (ON)
of deactiveren (OFF).
C00-7
1
2
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer er een fout optreedt.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de spanning in de DC-hoofdkring
volledige spanning bereikt na activeren van de voeding.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer er geen fout optreedt, de EMS niet
geactiveerd is en de vooroplading voltooid is.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer er geen fout optreedt, de EMS
geactiveerd is en de vooroplading voltooid is.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de lokale bedieningsmodus
geselecteerd is (bediening vanaf het bedieningspaneel).
Deze functie wordt geactiveerd (ON), terwijl de motor in achterwaarts bedrijf loopt.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de uitgangsstroom het detectieniveau
(C15-1) of hoger bereikt.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de uitgangsfrequentie (-snelheid)
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de absolute uitgangsfrequentie
(-snelheid) een snelheid bereikt die hoger ligt dan deze ingesteld in het
detectieniveau (C15-2).
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de absolute motorsnelheid een
snelheid bereikt die hoger is dan deze ingesteld in het detectieniveau (C15-3).
Deze functie wordt geactiveerd (ON) bij selectie van seriële transmissie.
Deze functie stuurt de foutmeldingen uit met een 4-bits binaire code.
EC0 is de minst significante bit, en EC3 de meest significante bit.
Lees meer over de foutcodes in Appendix 3.
Deze functie wordt geactiveerd (ON) tijdens de versnelling.
Deze functie wordt geactiveerd (ON) tijdens de vertraging.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer de parameterinstelling van de
hulpaandrijving door de digitale ingang AUXDV gevalideerd is.
Deze functie wordt geactiveerd (ON), wanneer een kleine fout optreedt.
Fabrieksinstellingswaarden
Klemmensymbool
FA-FB-FC
RA-RC
PSO1-PSOE
PSO2-PSOE
PSO3-PSOE
Functie
RUN uitgang
ON tijdens voorbekrachtiging
OFF tijdens voorbekrachtiging
59
VAT2000
Instelling
Fout: vast
In bedrijf
Klaar (1)
Stroomdetectie
Realisatie frequentie
(snelheid)
Advertenties
Inhoudsopgave
