Inhoudsopgave
Advertenties
4.2. Modussen en parameters
De parameters die gebruikt moeten worden, verschillen naargelang de besturingsmodus (C30-0). De betreffende parameters
zijn voor V/f-besturing (constant koppel en variabel koppel), vectoriële snelheidsregeling (zonder sensor en met sensor voor
inductiemotoren) en PM-snelheidsregeling (voor PM-motoren).
Deze parameters zijn ingedeeld in modi en blokken overeenkomstig hun functies en gebruiksfrequentie.
4.2.1. V/f-besturing (constant koppel) en V/f-besturing (variabel koppel)
De indeling van de parameters wordt weergegeven in figuur 4-2.
Modus
Monitor-
modus
knop
of
toets
Modus parameters blok A : Vaak gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik.
knop
of
toets
(vervolg op pagina 36)
: Deze modus geeft de interne status weer.
Uitgangsfrequentie
Frequentie-instelling
Stroom
Spanning
Digitale in/uitgangen
Klein defect
Cyclisch bedrijf
Multi-pompsturing
Uitbreiding
Onderhoud
Automatische afregeling
Hardware
Frequentieinstelling
Versnellings-/vertragingstijd
Koppelboost
DC-rem
Klantspecifieke parameters
Negeer blok B, C parameters
Fig. 4-2 (1) Indeling parameters
(d00-0~1)
(d01-0~1)
(d02-0~3)
(d03-0~3)
(d04-0~4)
(d05-0)
(d06-0~1)
(d07-0~1)
(d20-0, 2)
knop
(d21-0~3)
(d22-0)
(d30-0~1)
(A00-0~1)
(A01-0~1)
(A02-0~6)
(A03-0~1)
(A04-0~7)
(A05-0~2)
35
VAT2000
Foutenhistoriek
Parameterlijst met niet-
fabrieksinstellingswaarden
•
•
Advertenties
Inhoudsopgave
