Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdstuk 5 Besturingsingangen/-Uitgangen; Ingangs-/Uitgangsfuncties Van Het Klemmenblok - GE VAT2000 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5. Besturingsingangen/-uitgangen
5.1. Ingangs- / uitgangsfuncties van het klemmenblok
Het klemmenblok en de ingangs-/uitgangsfuncties van de besturing vindt u terug in tabel 5-1.
Symbool
Benaming
RY0, RY24 gemeenschappe-
lijke klem
relaisingangen
PSI1~PSI5 Programmeerbare
ingangen
EMS
Noodstop
RESET
Reset bij fout
RUN
Voorwaarts bedrijf
FSV
Instelling
spanning/frequentie
FSI
Instelling
stroom/frequentie
AUX
Hulpingang
COM
Analoge ingang, ge-
meenschappelijke klem signalen).
FM
Frequentiemeter
AM
Ampèremeter
COM
Analoge uitgang, ge- Dit is een gemeenschappelijke klem voor de analoge uitgangssignalen.
meenschappelijke klem
P10
FSV-bron
(vervolg op volgende pagina)
Tabel 5-1 Klemmenblokfuncties
Gemeenschappelijke klem voor de hieronder vermelde relaisingangssignalen. Keuze
via switch W1 voor externe- of interne 24V DC voeding (zie tabel 5-2).
Dit zijn programmeerbare ingangen die toegewezen kunnen worden voor afstands-
bediende ON/OFF-besturing van alle functies van de sequentiële ingangen (C03 tot
C06).
Als EMS geactiveerd wordt (ON) bij stilgelegde VAT2000, zijn alle bedienings-
commando's geblokkeerd. Als de functie tijdens het bedrijf geactiveerd wordt (ON),
schakelt de VAT2000 naar de stopprocedure, d.w.z. ofwel uitloopvertraging ofwel
vertraging in vrijloop tot stilstand.
Het is ook mogelijk om dit signaal uit te sturen als een fout (FLT). (C00-4)
Een fout wordt gereset. Met dit signaal wordt een foutstatusbericht (FLT-LED,
FAULT-relaisbediening) gedeactiveerd (OFF), waarna bediening opnieuw
mogelijk is.
Dit is een commando voor voorwaarts bedrijf. U kan kiezen tussen permanente of
druktoetsgestuurde commando's voor vooruit/achteruitbesturing. Het bedienings-
commando vanaf de RUN-klem is mogelijk in de afstandsbediende modus (LCL-
LED licht niet op). (C00-0)
Deze ingang wordt vooral gebruikt als ingang voor de frequentie-instelling (of
snelheids-). De maximale frequentie (of snelheid) is beschikbaar bij een spanning
van 10 V. Deze instelling is mogelijk, wanneer VFS van het interne-relaissignaal
geactiveerd (ON) is. (C04-1, C07-0=2, C12-0=1)
Deze ingang wordt vooral gebruikt als ingang voor de frequentie-instelling (of
snelheids-). De maximale frequentie (of snelheid) is beschikbaar bij een stroom van
20 mA. Deze instelling is mogelijk, wanneer IFS van het interne-relaissignaal geacti-
veerd (ON) is. (C04-2, C07-1=3, C12-1=1)
Deze ingang wordt vooral gebruikt als ingang voor de frequentie-instelling (of
snelheids-). De maximale frequentie (of snelheid) is beschikbaar bij een spanning van
±10 V. Deze instelling is mogelijk, wanneer AUX van het interne-relaissignaal geacti-
veerd (ON) is. (C04-3, C07-2=4, C12-2=1)
Dit is een gemeenschappelijke klem voor FSV-, FSI- en AUX-signalen. (analoge
Dit is een spanningsuitgangssignaal voor meetdoeleinden. De fabrieksinstelling is
een uitgangsspanning van 10 V beschikbaar bij de maximale frequentie. Deze
uitgangsspanning kan tussen 0,2 tot 2,0 keer 10 V ingesteld worden. (Max. uitvoer
is evenwel ca. 11 volt.) Behalve de uitgangsspanning kunnen nog andere interne
analoge signalen uitgestuurd worden. (C13-0, C14-0)
Dit is een spanningsuitgangssignaal voor meetdoeleinden. De fabrieksinstelling is
een uitgangsspanning van 5 V beschikbaar voor de nominale stroom. De regeling
van de uitgangsspanning tussen 0,2 en 2,0 keer 5 V is eveneens beschikbaar.
Behalve de stroom kunnen nog andere interne analoge signalen uitgestuurd worden.
(C13-1, C14-1)
Dit is een 10 V-bron die gebruikt wordt bij aansluiting van een potentiometer op de
FSV-ingangskring.
De gebruikte potentiometer moet een variabele weerstand van 2W 2k/ zijn.
53
Eigenschappen
VAT2000

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave