Inhoudsopgave
Advertenties
C50-1
Tijdselectie uitgestuurde encoderpulsen
Het aantal encoderpulsen (2-fasig of 1-fasig) wordt ingesteld.
De functie voor omzetting van een 1-fasig pulssignaal van een nabijheidssensor enz. naar een 2-fasige puls
wordt gevalideerd of niet gevalideerd.
=1 : Deze waarde wordt ingesteld bij gebruik van een encoder die een 2-fasige puls uitstuurt met een fase-
verschil van 90º. De rotatierichting kan herkend worden, en een stabiele sturing van de snelheid is moge-
lijk, zelfs bij lage snelheden.
Stel het aantal pulsen voor één fase in voor het aantal encoderpulsen (B01-8).
=2 : Deze waarde wordt ingesteld bij gebruik van een encoder die een 1-fasige puls uitstuurt.
Verbind de ingangspuls uitsluitend met de A-fase, en laat één fase steeds vrij.
Met de 1-fasige pulsmodus wordt de rotatierichting herkend als de richting van het bedienings-
commando. Voorwaarts of achterwaarts bedrijf bestaan dan niet.
Een snelheidsdetectiefout zou kunnen optreden door het trillingseffect in het lage-snelheidsbereik.
Gebruik dus een 2-fasige encoder bij bedrijf met lage snelheden of bij voorwaarts bedrijf/achterwaarts
bedrijf.
(Noot) De 1-fasige pulsmodus kan niet gebruikt worden met de PM-besturingsmodus.
C50-2
Typeselectie ABZ-encoderpulsen
Bij gebruik van de 2-fasige puls wordt de rotatierichting bepaald door de vooruitgang en de vertraging van de
2-fasige puls. Bij de VAT2000 is de encoderpuls gedefinieerd zoals hieronder weergegeven tijdens voorwaarts
bedrijf. (De Z-fasige puls is de positiedetectie van het nulpunt, en wordt uitsluitend bij de sturing van PM-
motoren gebruikt). Bij gebruik van een encoder met andere signaalgegevens kiest u deze instelling om het
signaal om te keren of het signaal om te zetten met behulp van de uitwisselfunctie.
Omkeerschakeling puls
2-fasige oscillator
Omkering
AB-omzetting
Tijdens CCW-rotatie
Definitie van VAT2000-encoder
145
VAT2000
Advertenties
Inhoudsopgave
