(8)
Uitgang van de frequentiesturing
a) Breng aan de uitgang van de frequentiesturing geen condensator aan voor verbetering van de vermogensfactor.
b) Bij plaatsing van een magneetschakelaar aan de uitgang van de frequentiesturing moet u een seriestuurkring voor-
zien, zodat de magneetschakelaar open en dicht gaat nadat de frequentiesturing stopt.
(9)
Aarding
Verbind de bekabeling van de frequentiesturing steeds met de aardingsklem. De aarding moet conform de wettelijke
voorschriften zijn van het land waar de frequentiesturing gebruikt wordt.
(10) Overspanning aan frequentiesturinguitgang (voor 400V-reeks)
De overspanning die op de motorzijde gestuurd wordt neemt toe in verhouding tot de lengte van de uitvoerkabel. Indien
deze bekabeling tussen motor en sturing de waarde van 30 m overschrijdt, moet u een overspanningsbeveiliging op de
uitgang van de frequentiesturing installeren.
(11) DCL
Sluit steeds kort tussen L+1 en L+2, wanneer u DCL niet gebruikt (fabrieksinstelling)
Bij aansluiting van de optionele DCL doet u dit op klemmen L+1 en L+2.
Vlecht de bekabeling in de DCL en beperkt de lengte tot 5m of minder.
(12) DBR-module (dynamische remmodule)
Bij aansluiting van de optionele DBR-module raadpleegt u figuur 2-4 (2) en sluit u de klemmen L+2 en L– aan voor 011L,
011H en groter.
Bij foutieve aansluiting worden zowel de DBR-module als de frequentiesturing beschadigd.
Vlecht de bekabeling in de DBR-module en beperk de lengte tot 3m of minder.
Meer informatie vindt u terug in hoofdstuk 7-4.
(13) DBR-beveiliging
Bij gebruik van de optionele DBR-module moet u de overbelastingrelais van de DBR-module installeren of een
thermische relais (76D) aanbrengen als beveiliging voor de DBR-weerstand en de frequentiesturing. Voorzie een series-
tuurkring om de magneetschakelaar (MS) aan de ingang van de frequentiesturing uit te schakelen (OFF) of activeer de
vermogensschakelaar (MCCB) via het contact van de overbelastingrelais van de DBR-module of van zijn thermische
relais (76D).
(14) Contactorspoelen
Installeer een overspanningsbeveiliging op de magneetschakelaar of relaisspoelen die nabij de omvormer geïnstalleerd
zijn.
16
VAT2000