Vliegende start, wanneer F.RUN of R.RUN in de status PICK ON geactiveerd (ON) is, of wanneer de voeding geactiveerd
wordt terwijl auto-start met vliegende start geactiveerd is (C08-0=3).
De vliegende start-bediening wordt uitgevoerd met de overstroombegrenzingsfunctie zoals hieronder getoond.
Uitgangsfrequentie
Max. frequentie
Uitg. spanning
Motorstroom
Vliegende start modus
C22-0
Instelling overbelasting (L0)
C22-1
0Hz-overbelasting (L2)
C22-2
Overbelasting bij 70% basisfrequentie (L1)
Dit zijn de parameters voor instelling van de overbelastingsfunctie (OLT).
De karakteristieken van de inverse-tijdsintervallen veranderen volgens
de instelling C22-0 zoals afgebeeld in de grafiek rechts.
De instelling gebruikt de nominale motorstroom (B00-6, B01-6) als
100%-waarde.
Opm. 1
Stel geen waarde in die boven de nominale frequentiesturing-
stroom ligt.
Bij gebruik van een motor met zelfkoeling aan een lage snelheid, stel
C22-1 en C22-2 dan in overeenkomstig de motorkarakteristieken. Deze
zien eruit zoals afgebeeld in de grafiek rechts.
Opm. 2
Bij 1.0 Hz of minder schakelt de frequentiesturing uit bij 75%
van de nominale frequentiesturingsstroom in één minuut.
Opm. 3
Als de frequentiesturing-uitgangsstroom de 155% over-
schrijdt, schakelt de frequentiesturing uit bij 170% van de
nominale stroom in 2,5 sec.
Opm. 4
De bovenstaande overbelastingskarakteristieken gelden voor
V/f-besturing (constant-koppelbelasting) (C30-0 = 1),
snelheidsregeling zonder sensor (C30-0 = 3), en vectoriële
snelheidsregeling met sensor (C30-0 = 4).
Lees meer over de overbelastingskarakteristieken in hoofdstuk
6-6, wanneer V/f-besturing (variabel-koppelbelasting) geselec-
teerd is (C30-0 = 2).
Vliegende start bediening
Instelfrequentie
Motorsnelheid
Normale modus
(1) Wachttijd vliegende start C21-2
(2) Stroombegrenzing vliegende start
(3) V/f-alignering
(4) herversnelling na V/f-alignering
Uitschakeltijd
(minuut)
142
VAT2000
Uitgangsstroom
Overbelastingsfrequentie
Basisfrequentie
Basisfrequentie x 0.7
(B00-5, B01-5)