Inhoudsopgave
Advertenties
8. Onderhoud en inspectie
• Wacht steeds minstens 20 minuten na het uitschakelen van de voeding (OFF), alvorens met de inspectie te beginnen.
Wacht minstens 20 minuten na uitschakelen van de voeding (OFF), alvorens met de werkzaamheden te beginnen. Zorg
ervoor dat de displays op het bedieningspaneel uit zijn, alvorens het frontpaneel te verwijderen.
Verwijder het frontpaneel en vergewis u ervan of de "Oplaad-LED" op de aandrijf-PCB of aan de zijde van de
besturings-PCB uitgegaan is. Controleer ook of de spanning tussen de klemmen L+1 of L+2 en L– 15V of minder
bedraagt, alvorens met de inspectie te beginnen.
Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot elektrische schokken.
• Onderhoud, inspectie en vervanging van onderdelen moet gebeuren door een bevoegd persoon.
(Verwijder alle metalen voorwerpen zoals horloges, armbanden etc., alvorens met de werkzaamheden te beginnen.)
(Gebruik steeds een isolatiemeter.)
Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot elektrische schokken en verwondingen.
• Schakel de voeding uit (OFF) alvorens de motor of de machine te inspecteren. Er wordt een spanning op de motorklem
gestuurd, zelfs wanneer de motor stilstaat.
Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot elektrische schokken en verwondingen.
• Gebruik voor de vervanging van onderdelen uitsluitend onderdelen die hiervoor aangewezen zijn.
Contacteer uw verdeler voor reserveonderdelen van de frequentiesturing.
Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot brand.
Gebruik een stofzuiger om de frequentiesturing schoon te maken. Gebruik geen organische oplosmiddelen.
Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot brand of beschadiging.
8.1. Te inspecteren
De inspecties moeten periodiek uitgevoerd worden afhankelijk van de werkomgeving en intensiteit van gebruik. Bij eventuele
afwijkingen moet de oorzaak onmiddellijk vastgesteld en verholpen worden.
8.1.1. Dagelijkse inspecties
Te inspecteren
Temperatuur/vochtgehalte
Olienevel en stof
Abnormale ruis en trillingen
Voedingsbron
Ventilator
Indicator
GEVAAR
OPGELET
Tabel 8-1
Inspectiegegevens en werkzaamheden
Vergewis u dat de omgevingstemperatuur tussen -10 en 50°C bedraagt, en dat het
vochtgehalte 95% of minder bedraagt zonder condensatie.
Vergewis u dat er geen olienevel of stof in de VAT2000 aanwezig is.
Vergewis u dat er zich geen abnormale ruis of trillingen voordoen op de plaats van
installatie of in de VAT2000.
Vergewis u dat de waarden voor de voedingsspanning en -frequentie binnen het bereik
van de gegevens op het kenplaatje liggen.
Vergewis u dat de ventilator normaal functioneert en dat hij vrij is van linten e.d
Vergewis u dat alle lampen van het bedieningspaneel goed functioneren.
167
VAT2000
Advertenties
Inhoudsopgave
