6.8.7. Koppelsensor (IM)
De op de motor uitgeoefende stoorbelasting wordt berekend en het koppelcommando wordt gecompenseerd.
Gebruik de koppelmomentsensor om de respons met betrekking tot de storing te verhogen.
Door instelling van de snelheidsregelaar (ASR) op P en gebruik van de koppelmomentsensor kan de overschrijding van
grenswaarden onderdrukt worden.
Parameter
nr.
B30-0
Versterking koppelsensor
B30-1
Model machinetijdconstante
6.8.8. Diverse laagdoorlaatfilters (IM)
De tijdconstanten van de laagdoorlaatfilters gebruikt voor snelheidsdetectie, snelheidscommando's of koppelstroom-
commando's enz. worden ingesteld.
Door deze tijdconstanten af te regelen, kunnen trillingen als gevolg van en overschrijding van grenswaarden onderdrukt
worden.
Bemerk dat bij instelling van een excessieve waarde de besturing kan uitvallen.
Parameter
nr.
B30-3
LPF tijdconstante voor
snelheidsinstelling
B30-4
LPF tijdconstante voor
snelheidsdetectie
B30-5
LPF tijdconstante voor
ASR- snelheidsdetectie
B30-6
LPF tijdconstante voor fluxcompensatie
B30-7
LPF tijdconstante voor koppelinstelling
Parameter
Parameter
Stel de sensorversterking voor de koppelsensor in.
Om de frequentierespons van een externe storing te verhogen,
stelt u een grote versterking in.
Bemerk dat bij te hoog ingestelde versterking onstabiliteit van het
uitgangskoppel kan optreden.
Bij nulinstelling functioneert de koppelsensor niet.
Stel het model machinetijdconstante gebruikt door de
koppelmomentsensor in.
Overschrijding van grenswaarden kan onderdrukt worden
door deze paramater in te stellen op de filtertijdconstante
overeenkomstig de snelheidsrespons.
De snelheidsdetectieruis wordt onderdrukt.
Stel de laagdoorlaatfilter-tijdconstante in die gebruikt wordt
als snelheidsdetectiewaarde ingang van de snelheidsregelaar.
Laagdoorlaatfilter voor snelheidsdetectie bij constant vermogen
of ijzerverlies-compensatie.
Stel de laagdoorlaatfilter-tijdconstante in die gebruikt wordt als
koppelstroomcommando.
152
VAT2000
Functie
Function