Pagina 1
3-fasig 380V-460V systeem 0,4 tot 315kW GEBRUIKERSHANDLEIDING Opmerking 1. Neem deze handleiding grondig door, alvorens de VAT2000 in gebruik te nemen, en be- waar ze op een veilige plaats voor latere raadpleging. 2. Zorg ervoor dat deze handleiding bij de uiteindelijke gebruiker belandt.
VAT2000 INHOUDSTAFEL Voorwoord ................................. Veiligheidsmaatregelen ............................ Benaming van de onderdelen .......................... Hoofdstuk 1 Inspectie bij levering en opslag ....................1.1. Inspectie bij levering en opslag ......................1.2. Kenplaatgegevens en catalogusnummers ..................Hoofdstuk 2 Installatie en bedrading ......................2.1. Installatieomgeving ..........................
Pagina 3
6.8. Aanpassing van de parameters voor de vectoiële snelheidsregeling ..........149 Hoofdstuk 7 Opties ............................153 7.1. Overzicht van opties ..........................153 7.2. Hoofdopties van VAT2000 ........................156 7.3. Ingebouwde PCB-optie ........................157 7.4. Dynamische remfunctie (DBR) ......................158 7.5.
VAT2000 Voorwoord Neem deze handleiding grondig door, alvorens de VAT2000 in gebruik te nemen, en bewaar ze bij de hand voor later gebruik. Zorg er ook voor dat deze handleiding aan de uiteindelijke gebruiker bezorgd wordt. WAARSCHUWING Neem deze handleiding steeds grondig door, alvorens met de VAT2000 te werken Deze frequentiesturing is uitgerust met hoogspanningscircuits die levensgevaarlijk kunnen zijn.
VAT2000 Veiligheidsmaatregelen Aanwijzingen waarmee u rekening dient te houden om lichamelijke letsels te vermijden en om veilig gebruik van dit product te garanderen, vindt u terug op het product en in deze gebruikershandleiding. • Lees deze gebruikershandleiding en bijgevoegde documenten vóór ingebruikneming door, om een correct gebruik te garanderen.
VAT2000 2. Bekabeling GEVAAR • Schakel het ingangsvermogen van de frequentiesturing uit (OFF), alvorens de bekabeling aan te brengen. Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot elektrische schokken of brand. • Voorzie op de plaats van installatie een aarding die in overeenstemming is met de lokale normgeving. Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot elektrische schokken of brand.
VAT2000 OPGELET • Koellichaam en dynamische remweerstand worden erg heet tijdens het bedrijf. Raak ze dus niet aan. Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot brandwonden. • Zorg ervoor dat u de ventilatieopeningen van de frequentiesturing niet blokkeert. Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot brand.
VAT2000 Benaming van de onderdelen Voor U2KN18K5S, U2KX22K0S en kleiner Inbouwframe ventilator Ventilator Connector van de Koellichaam ventilatoraansluiting ‘Oplaad-LED’ (X11K0 tot X18K5, N11K0, N15K0) Klemmenblok van de stuurkring Naamplaatje met bedrijfswaarden, linkerzijde Centrale behuizing ‘Oplaad-LED’ (tot X07K5 of N07K5) Connector van de...
Bronspanning en -vermogen NxxKx: 200V serie XxxKx: 400V serie Duidt opties hoofdkring aan Zie appendix voor meer details S: Standaard (AC-voeding) D: DC-voeding Zie hoofdstuk 7 (hoofdopties) De gebruiker kan de VAT2000 voorzien met diverse optionele plug-in interfaces. Lees hoofdstuk 7 (PCB-opties)
VAT2000 2. Installatie en bekabeling OPGELET • Pas het aantal producten tijdens het transport steeds aan het gewicht van het product aan. Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot verwondingen. • Installeer de frequentiesturing, dynamische remeenheid en remweerstand op brandvrij materiaal, bijvoorbeeld metaal.
N15K0, X18K5 en kleiner (fig. 2.2) N18K5, X22K0 en groter (fig. 2.3) Maak de VAT2000 op de vier hoeken vast, bemerk dat Bevestig de VAT2000 op de vier hoeken, bemerk dat de de twee onderste montagegaten ingesneden zijn. twee onderste montagegaten ingesneden zijn. Deze Verwijder het frontpaneel en voorzie de bekabeling naar modules wegen meer dan 25 kg.
Pagina 12
OPGELET Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. De VAT2000 is uitgerust met een elektrolytische condensator, waardoor een lading behouden blijft, zelfs wanneer de frequentiesturing gedeactiveerd is (OFF). Respecteer steeds de volgende tijden, alvorens met de bekabeling te beginnen. • Wacht steeds minstens 20 minuten na deactiveren van de voeding (OFF), alvorens met de werkzaamheden te beginnen.
Pagina 13
VAT2000 b) U2KN11K0S, U2KX11K0S tot U2KN37K0S Voor DC-sturingen (hoofdoptie “D”) lees hoofdstuk 7.2. (13) DBR-weerstand (11) (12) Noot 5) Voeding DBR module 380-460V EMC-filter 50/60 Hz MCCB VAT2000 (10) 415-480V 380-400V Noot 12) 76D Noot 4) Noot 14) c) U2KX45K5S en groter.
Pagina 14
VAT2000 Verklaring voetnoten Ingangs-/uitgangsklemmen van de frequentiesturing De ingangsklemmen van de frequentiesturing zijn L1, L2 en L3. De uitgangsklemmen naar de motor zijn U, V en W. Zorg ervoor dat u de voeding niet aansluit op de klemmen U, V, W. Incorrecte bekabeling leidt tot beschadiging van de frequentiesturing of brand.
Pagina 15
VAT2000 b) DBR-bekabeling (N07K5, X07K5 en kleiner L+2, B) (N11K0, X11K0 en groter L+2, L-) Omvormtype 200V ~02K2 04K0 05K5 07K5 11K0 15K0 18K5 30K0 37K0 VAT2000 reeks 22K0 400V ~04K0 05K5 11K0 15K0 18K5 22K0 30K0 37K0 reeks 07K5...
Pagina 16
(MS) aan de ingang van de frequentiesturing uit te schakelen (OFF) of activeer de vermogensschakelaar (MCCB) via het contact van de overbelastingrelais van de DBR-module of van zijn thermische relais (76D). (14) Contactorspoelen Installeer een overspanningsbeveiliging op de magneetschakelaar of relaisspoelen die nabij de omvormer geïnstalleerd zijn.
Pagina 17
VAT2000 (b) U2KN05K5S - U2KN07K5S (a) U2KN00K4S - U2KN04K0S U2KX00K4S - U2KX04K0S U2KX05K5S - U2KX07K5S Voeding Voeding (invoer) Motor (invoer) Motor (uitvoer) (uitvoer) (c) U2KN11K0S - U2KN15K0S (d) U2KX22K0S U2KX11K0S - U2KX18K0S Voeding (invoer) Voeding Motor (invoer) (uitvoer) Motor (uitvoer)
PSO3 RYOV (2) (1) Drie COM-klemmen zijn intern verbonden. (2) Maak geen verbinding tussen RY0 en COM omdat dit gedeelte geïsoleerd is. (3) In dit blokschema werd de interne voeding 24V DC gebruikt voor stuursignalen. (zie tabel 5-2.) Fig. 2-6 •...
Niet-naleving van deze maatregel kan aanleiding geven tot verwondingen of beschadiging van de machine. De VAT2000 heeft diverse wijzen van besturing. Voor sommige zijn instellingen nodig die afhankelijk zijn van de voedings- spanning en de motorconstanten, alvorens de frequentiesturing in gebruik kan worden genomen.
(3) Een optionele printplaat (U2KV23DN3) voor snelheidsterugkoppeling bij PM is noodzakelijk. (Raadpleeg tabel 7-1.) 3.2. Keuze van de bedrijfsmodus De VAT2000 kan zowel “lokaal” (vanaf het bedieningspaneel) als “vanop afstand” (via I/O-klemmen) bediend worden. Bij stilstaande motor kan u tussen deze modussen wisselen met behulp van de toetsen .
VAT2000 3.3. Verloop van het testbedrijf Start Installatie en bekabeling Voedingsspanning Lees de hoofdstukken 3.4 tot 3.6 Instelling van de nominale gegevens Automatische afregeling Testbedrijf met Lees hoofdstuk 3.6. bedieningspaneel Instelling van de parameters volgens externe besturing Lees hoofdstuk 5 en test de stuuringang/uitgang van het klemmenblok.
Bij de automatische afregeling worden de constante waarden van de aangesloten motor gemeten en worden de parameters automatisch ingesteld voor een maximale benutting van het systeem. De VAT2000 automatische afregeling kan afzonderlijk gebeuren voor elk van de volgende besturingstypes. V/f-besturing (constant koppel)
Pagina 24
VAT2000 Opm. 2 Indien de basisfrequentie van de motor gestuurd wordt naar een motor met een frequentie van meer dan 120Hz, selecteer dan de basis (B19-0 = 1). Pas slipcompensatieversterking (A02-5) en maximale koppelboost (A02-6) manueel aan. OPGELET Veiligheidsmaatregelen voor automatische afregeling bij V/F-besturing (constant koppel) en V/f-besturing (variabel koppel) •...
Pagina 25
(2) Blokschema van uitvoering van de automatische afregeling De automatische afregeling gebeurt volgens het onderstaande schema. Automatische afregeling (1) Voorbereiding Schakel voeding in (ON), start VAT2000 (2) Selecteer besturingsmethode C30-0 = 1 of 2 (3) Initialiseer motorparameters Kan de motor...
Pagina 26
VAT2000 Verklaring voetnoten (1) Voorbereiding Koppel de motor en de belasting, machine enz. los en zorg voor de veiligheid aan belastingszijde. (2) Keuze van de besturingsmodus • Stel A05-2 in op 1. (parameterdisplay wordt geactiveerd) • Selecteer via parameter (C30-0) de V/f-besturing in functie van de belasting...
Pagina 27
VAT2000 3.6.2. Automatische afregeling voor vectoriële snelheidsregeling zonder sensor (C30-0 = 3) en voor vectoriële snelheidsregeling met sensor (C30-0 = 4) voor inductiemotoren (1) Automatische afregeling De Automatische afregeling voor de vectoriële snelheidsregeling zonder sensor of vectoriële snelheidsregeling met sensor kan op twee manieren uitgevoerd worden, basis of uitgebreid.
Pagina 28
(2) Blokschema van uitvoering van de automatische afregeling De automatische afregeling gebeurt volgens het onderstaande schema. Automatische afregeling (1) Voorbereiding Schakel voeding in (ON), start VAT2000 (2) Selecteer besturingsmethode C30-0 = 3 of 4 (3) Initialiseer motorparameters Kan de motor...
Pagina 29
VAT2000 Verklaring voetnoten (1) Voorbereiding Koppel de motor en de belasting, machine etc. los en zorg voor de veiligheid aan belastingszijde. (2) Keuze van de besturingsmodus • Stel A05-2 in op 1. (parameterdisplay wordt geactiveerd) • Selecteer via parameter (C30-0) de besturing in functie van de belasting Vectoriële snelheidsregeling zonder sensor (C30-0 = 3), (fabrieksinstellingswaarde)
VAT2000 (8) Foutieve afloop van de automatische afregeling Bij foutieve afloop van de automatische afregeling verschijnt een foutmelding op het display. Controleer aan de hand van de foutcodes. Meer informatie over de foutcodes vindt u terug in hoofdstuk 3-6-3. (9) Bijkomende instellingen en afregelingen Sommige parameters hebben betrekking op de belasting of de vereiste responssturing die manueel aangepast moeten worden.
VAT2000 3.7. Testbedrijf met het bedieningspaneel Het testbedrijf met het bedieningspaneel gebeurt volgens de onderstaande procedure. OPGELET Zorg ervoor dat de ingangssignalen naar digitale ingangen, RUN, EMS, PSI1 ~ 5 klemmen OFF zijn. (1) Schakel de voedingsspanning in (ON). Alle LED's op het display lichten kortstondig op, en dan verschijnen achtereenvolgens “...
Pagina 32
VAT2000 OPGELET Een versnellingstijd van 10 seconden en een vertragingstijd van 20 seconden zijn af fabriek ingesteld. De motor zal zijn snelheid langzaam opdrijven tot de ingestelde waarde bereikt is. Verhoog de snelheid in stappen van ca. 10Hz per keer...
VAT2000 4. Bedieningspaneel 4.1. Gegevens van het bedieningspaneel De indeling van het bedieningspaneel wordt weergegeven in figuur 4-1. display (5-cijferige LED’s met 7 segmenten weergave eenheid negative (LED’s) polariteit (LED) V23-OP1 weergave status (LED’s) draaiknop voor instelling parameters modustoets toetsen voor...
Pagina 34
VAT2000 De functies van elke sectie worden weergegeven in tabel 4-1. Tabel 4-1 Functies van het bedieningspaneel LED's voor statusweergave FWD (vooruit) De motor draait in Als beide LED’s tegelijk knipperen, betekent dit dat de DC-rem of voorwaartse richting. voorbekrachtiging geactiveerd is. Als enkel de “FWD”- of “REV”-LED...
VAT2000 4.2. Modussen en parameters De parameters die gebruikt moeten worden, verschillen naargelang de besturingsmodus (C30-0). De betreffende parameters zijn voor V/f-besturing (constant koppel en variabel koppel), vectoriële snelheidsregeling (zonder sensor en met sensor voor inductiemotoren) en PM-snelheidsregeling (voor PM-motoren).
Pagina 36
VAT2000 (vervolg van pagina 35) Modus parameters blok B : Weinig gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik Basisfunctie- finstellingen Nominale uitgangswaarden (B00-0~7) Constante stroomkring motor (IM) (B02-0~1) Frequentiesprong (B05-0~5) Instelling ratiointerlock (B06-0~3) Uitgebreide functie-instellingen Versnellings-/vertragingstijd (B10-0~5) knop Instelling programmafrequentie (B11-0~8) V/f middelpunt...
Pagina 37
VAT2000 (vervolg van pagina 36) Modus parameters blok C : Weinig gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik Basisfunctie- instellingen Besturingswijzen (C00-0~7) knop Start/stop-frequentie (C01-0~1) Selectie ingang diverse instellingen referentie-signalen (C02-0~1) Functie klem digitale ingang -1 (C03-0~8) toets Functie klem digitale ingang -2...
Pagina 38
VAT2000 4.2.2. Vectoriële snelheidsregeling zonder sensor en snelheidsregeling met sensor (IM) De indeling van de parameters wordt weergegeven in figuur 4-3. Modus Monitor- : Deze modus geeft de interne status weer. modus Motorsnelheid (d00-0~2) Snelheidsinstelling (d01-3~4) Stroom (d02-0~5) Spanning (d03-0~3) knop Sequentiële status...
Pagina 39
VAT2000 (vervolg van pagina 38) Modus parameters blok B : Weinig gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik Basisfunctie- instellingen Nominale uitgangswaarden (B01-0~9) knop Constante stroomkring motor (IM) (B02-0~9) Instelling ratiointerlock (B06-0, 4~6) Uitgebreide functie- toets instellingen Versnellings-/vertragingstijd (B10-0~5) Instelling programmafrequentie (B11-0~8)
Pagina 40
VAT2000 (vervolg van pagina 39) Modus parameters blok C : Weinig gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik Basisfunctie- instellingen Besturingswijze (C00-0~7) knop Selectie ingang diverse instellingen ref. signalen (C02-0~8) Functie klem digitale ingang -1 (C03-0~8) Functie klem digitale ingang -2 (C04-0~9)
Pagina 41
VAT2000 4.2.3. PM Motorbesturingsmodus DE indeling van de parameters wordt weergegeven in Fig. 4-4. Modus Monitor- : Deze modus geeft de interne status weer. modus Motorsnelheid (d00-0~2) Snelheidsinstelling (d01-3~4) Stroom (d02-0~5) Spanning (d03-0~3) knop Sequentiële status (d04-0~4) Kleine fout (d05-0)
Pagina 42
VAT2000 (vervolg van vorige pagina) Modus parameters blok B : Weinig gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik Basisfunctie- instellingen Nominale uitgangswaarden (B01-0~9) knop Constante stroomkring motor (IM) (B03-0~5) Instelling ratiointerlock (B06-0, 4~6) Uitgebreide toets functie-instelling Versnellings-/vertragingstijd (B10-0~5) Instelling programmafrequentie (B11-0~8) Lokale instelling...
Pagina 43
VAT2000 (vervolg van vorige pagina) Modus parameters blok C : Weinig gewijzigde parameters tijdens normaal gebruik Basisfunctie- instellingen Besturingswijze (C00-0~7) knop selectie ingang diverse instellingen ref. signalen (C02-0~8) Functie klem digitale ingang -1 (C03-0~8) Functie klem digitale ingang -2 (C04-0~9)
VAT2000 4.3. De modussen wijzigen (blokparameters) Er zijn vijf weergavemodussen mogelijk op het bedieningspaneel. U kan de weergegeven modus (of blok) wijzigen, door telkens op de toets te drukken. De monitormodus geeft toegang tot de uitgebreide monitormodus. Dnn-m Foutenhistoriek Monitormodus...
VAT2000 4.4. Parameters aflezen in monitormodus 1) Lees hoofdstuk 6.1 over de parameters die in monitormodus afgelezen kunnen worden. 2) Merk op dat het voorbeeld geldt bij geactiveerde V/F-besturing (constant koppel) (fabrieksinstelling C30-0=1). Hieronder vindt u een voorbeeld voor het aflezen van de uitgangsstroom als een percentage. Daarna verschijnt de uitgangsfrequentie in Hz op het display.
VAT2000 4.5. Parameters van blok A & B & C aflezen en afregelen 1) Lees hoofdstukken 6-2 tot 6-5 voor de gegevens over de parameters van blok A, B en C. 2) Het voorbeeld hieronder geldt bij geactiveerde V/F-besturing (constant koppel), (C30-0=1).
Pagina 47
VAT2000 Toetsen Display Uitleg Wijzig de parameter A03-1 (DC-remtijd) van 2.0 (fabrieksinstellingswaarde) in 3.5. (beginstand: parameterinstelmodus blok B) Ga naar de parameterinstelmodus blok C. Ga naar de gebruiksmodus. (voor later gebruik) (10) (11) Ga naar de monitormodus (12) Ga naar de parameterinstelmodus blok A.
VAT2000 4.6. De gewijzigde parameters aflezen (parameterlijst met niet-fabrieksinstellingswaarden) 1) De monitorparameter d20-2 is de toegang tot de parameterlijst met niet-fabrieksinstellingswaarden in blok A, B en C. 2) In deze parameterlijst met niet-fabrieksinstellingswaarden toont het display de parameters van blok A, B en C, waarvan de waarden verschillend zijn van de fabrieksinstellingswaarden.
Pagina 49
VAT2000 (vervolg van pagina 48) Toetsen Display Uitleg (10) Wijzig de instelwaarde van 1.03 in 0.99. (11) Dit voltooit de wijziging van de instelwaarde. (12) Het volgende parameternummer met niet-fabrieksinstellings- waarde wordt weergegeven. (13) (14) Het display wisselt tussen d. CHG en d.END om het einde aan te duiden van de parameterlijst met niet-fabrieksinstellingswaarden.
VAT2000 4.7. Parameters van blok B en C toewijzen als blok A parameter (klantspecifieke parameters) 1) De parameters van blok B en C kunnen toegewezen worden aan elke parameter van blok A in het bereik van A04-0 tot A04-7, en kunnen afgelezen en gewijzigd worden in de parameterinstelmodus van blok A.
Pagina 51
VAT2000 4) In het onderstaande voorbeeld wordt de waarde van een klantspecifieke parameter gewijzigd. Toetsen Display Uitleg Registreer parameter B10-0 op parameter C10-0 (klantspecifieke instelling). (Modus en parameternummer wijzigen in C10-0) Het display geeft parameter C10-0 weer. De waarde 1.99.9 geeft aan dat er geen parameter geregistreerd is op parameter C10-0.
VAT2000 4.8. Foutenhistoriek aflezen 1) Via parameternummer d20-0 in de monitormodus gaat u naar de foutenhistoriekmodus. 2) In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u naar de foutenhistoriekmodus gaat. Toetsen Display Uitleg (In monitormodus verschijnt D00-0 op het display.) •Hz 6 keer Selecteer monitorparameter D20-0.
ON/OFF-besturing van alle functies van de sequentiële ingangen (C03 tot C06). Noodstop Als EMS geactiveerd wordt (ON) bij stilgelegde VAT2000, zijn alle bedienings- commando's geblokkeerd. Als de functie tijdens het bedrijf geactiveerd wordt (ON), schakelt de VAT2000 naar de stopprocedure, d.w.z. ofwel uitloopvertraging ofwel vertraging in vrijloop tot stilstand.
3. Gebruik voor de bekabeling een afgeschermde kabel korter dan 30 m. 4. Voor afgeschermde verbindingen sluit u aan op de COM-klem aan de VAT2000-zijde. 5. De maximale ingangswaarde voor FSI bedraagt 0 tot +21mA of 0 tot +5,25V. 6. Verbind niet met de digitale ingang.
5.3. Functies van de programmeerbare digitale ingangen (PSI) De VAT2000 kan in principe op drie manieren bediend worden: vanaf het klemmenblok van de aandrijving, vanaf het bedieningspaneel en vanaf de seriële COM-poorten. Ingangssignalen zoals RESET of EMS functioneren in de drie modussen, andere signalen kunnen geactiveerd of gedeactiveerd worden met de omkeerschakelaars (J1, J2) of de programmeerbare digitale ingangfunctie COP.
Pagina 57
HOLD Stilstand Dit is een stopsignaal dat gebruikt wordt, wanneer de bediening vooruit of achteruit naar RUN/REV met drukknoppen gebeurt (zelfhoud-modus). De VAT2000 stopt, wanneer dit signaal gedeactiveerd is. BRAKE DC-remmen Met dit signaal kan DC-remmen geactiveerd worden. Tijdens de PM-motorbesturingsmodus wordt de DC-bekrachtiging door deze functie gerealiseerd.
Pagina 58
VAT2000 Tabel 5.3. Functies van de programmeerbare digitale ingangen (2) Symbool Naam Functie Offsetverhoging Wanneer de IVLM-functie (ON) geactiveerd is, verhoogt of verlaagt de ratiointerlock ratiointerlock de frequentie-instellingsuitgang met behulp van BUP- of BDW-functies. De motor versnelt of vertraagt overeenkomstig de op dat moment geldende nominale Offsetverlaging aanloopwaarde.
VAT2000 5.4. Functies van de programmeerbare digitale uitgangen (PSO) Standaard zijn er vijf digitale uitgangen in de VAT2000 (1 NO/NC met Fabrieksinstellingswaarden potentiaalvrij contact, 1 NO met potentiaalvrij contact en drie open Klemmensymbool Instelling collectortransistoruitgangen). De uitgang van 1 NO/NC met potentiaalvrij contact is voorbehouden...
Pagina 60
VAT2000 (Vervolg van de vorige pagina) Symbool Naam Functie Besturing Deze functie wordt geactiveerd (ON) tijdens bedrijf, stapfunctie, voorbekrachtiging of ventilator DC-remwerking. Er is een uitschakelvertraging van drie minuten voorzien. Deze functie wordt gebruikt voor regeling van een externe ventilator.
VAT2000 5.5. Logica van de digitale ingang Bedieningsingang Sequentiesignaal Interne communicatie Logic Bediening toetsenbord omvormer Klemmenblok Basisbediening (Stel in via C00-5) (Stel in via C00-6) Hulpbediening Basisbediening Hulpbediening Bedienings- Idem als paneel klemmen- blok Fig. 5-2 Logica van de digitale ingang...
VAT2000 5.6. Wijziging van de klemmenfuncties De klemmen van de programmeerbare ingangen (PSI1 tot PSI9) kunnen willekeurig toegewezen worden aan interne besturingscommando's. Anderzijds kan de status van sommige interne functies verbonden worden met de klemmen van de programmeerbare uitgangen (RA-RC en PSO1 tot PSO5) om de ON/OFF-signalen uit te sturen.
Pagina 63
VAT2000 5.6.2. Toewijzing en monitoring van de digitale uitgangsklemmen De ON/OFF-status van de interne signalen kan uitgestuurd worden naar de klemmen RA-RC en PSO1 tot 3-PSOE zoals weergegeven in figuur 5-5 met de parameternummers. C13-2 tot 5 en C33. De ON/OFF-status van elk signaal kan gemonitored worden zoals weergegeven in figuur 5-6.
5.7.1. Soorten analoge ingangen De VAT2000 is standaard uitgerust met drie analoge ingangen naar de klemmen FSV, FSI en AUX. Elke analoge ingang kan met de interne instellingssignalen uit tabel 5-5 verbonden worden door gebruik te maken van de programmeerbare ingangs- functie.
5.8. Functie van de programmeerbare analoge uitgangen (PAO) 5.8.1. Soorten analoge uitgangen De VAT2000 is standaard uitgerust met twee programmeerbare analoge uitgangen (10 bits), met klemmenbordnummers FM-COM, en AM-COM. Er zijn twee bijkomende analoge uitgangen beschikbaar via de optionele printplaat U2KV23TR0 (foutanalyse).
Fig. 5-8 Toewijzing analoge uitgang 5.9. De instelgegevens selecteren 5.9.1. Snelheidsinstelling (1) Selectie snelheidsinstelling De snelheidsinstelling in de VAT2000 is mogelijk door analoge signalen, seriële communicatie of vanaf het bedienings- paneel. In totaal zijn er negen verschillende instellingen mogelijk. Ingang Instelgegevens...
(B50-0 à B59-3) Fig. 5-9 Selectie snelheidsregeling 5.9.2. Koppelinstelling (1) Selectie van de koppelinstelling De koppelinstelling in de VAT2000 is mogelijk door analoge signalen, seriële communicatie of vanaf het bedieningspaneel. Al deze mogelijkheden zijn selecteerbaar door de gebruiker. Ingang Instelgegevens...
Pagina 68
(1) Selectie instelling koppelbegrenzing De koppelbegrenzing kan afzonderlijk ingesteld worden voor zowel snelheidsregeling (ASR-modus) of koppelregeling (ACR-modus), afzonderlijk voor aandrijving- of regeneratiestatus. Indien de VAT2000 stilgelegd wordt met het noodstop- signaal (EMS), dan wordt de regeneratiegrens vastgelegd door parameter A10-5.
Pagina 69
VAT2000 (1-1) Instelling externe reductie De koppelbegrenzing kan herleid worden door gebruik van het signaal van een analoge ingang of van de seriële transmissie. Zowel de analoge als de seriële signalen kunnen geselecteerd worden door instelling van een parameter of via het klemmenbord van de aandrijving.
Pagina 70
VAT2000 (2) Selectievolgorde instelling koppelbegrenzing Onderstaand schema toont de schakelvolgorde bij instellingen van de koppelbegrenzing Regelbare functies ON/OFF vanaf het klemmenbord als NFB < NDBL Regelbare functies ON/OFF 100% Enkel door parameterinstelling KDBL (%) XNBASE (t/min) als NDBL H NFB H NBASE...
Pagina 71
VAT2000 5.9.5. Instelling koppelverhouding 1 (1) Selectie instelling koppelverhouding 1 De koppelinstelling vanaf ASR of van buitenaf kan gestuurd worden met de multiplicator resulterend uit functie “Koppelverhouding 1”. Deze functie kan ingesteld worden vanaf het bedieningspaneel of via de seriële communicatie- functie.
VAT2000 5.9.7. Instelling machinetijdconstante (1) Instelling machinetijdconstante De ASR vereist de machinetijdconstante (belasting). Deze waarde kan ingesteld worden via seriële communicatie of via het bedieningspaneel (hierdoor zijn twee verschillende instellingen mogelijk). Een van de drie ingangstypes kan geselecteerd worden door instelling van een parameter vanaf het bedieningspaneel of via de sequentiële ingang.
VAT2000 5.9.8. Instelling ASR-respons (1) Selectie instelling ASR-respons De ASR vereist de nodige responstijd. Deze waarde kan ingesteld worden via seriële communicatie of via het bedienings- paneel. Instellingen Instelgegevens Uitleg ingangen Serieel Instelling ASR-respons Dit is een instelwaarde uitgestuurd door de host-computer met seriële transmissie.
Eenh. Opmerkingen Toepassing ST V/F VEC PM D00 - Uitgangsfrequentie 0 Uitgangsfrequentie verschijnt, wanneer de VAT2000 in standby staat. 1 Uitgangsfrequentie verschijnt tijdens geactiveerde DC-rem. verschijnt tijdens pick-up (vliegende start). 2 Motorsnelheid Weergave van het voorwaartse bedrijf met positieve polariteit, het achterwaarts bedrijf met negatieve polariteit.
Pagina 75
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Opmerkingen Toepassing ST V/F VEC PM D03 - Spanning 0 DC-spanning Weergave van de spanning van het DC-verbindingscircuit in de hoofdkring. 1 Uitgangsspanning Weergave van de gevraagde uitgangsspanning. De waarde op het display kan afwijken van de eigenlijke uitgangsspanning.
Pagina 77
VAT2000 Overzicht monitorparameters Parameter Eenh. Opmerkingen Toepassing ST V/F VEC PM D11 - Koppelinstelling 0 Koppelinstelling Weergave van de momenteel geselecteerde koppelinstelling. 1 Analoge koppelinstelling Weergave van de instelwaarde van de analoge koppelingang. 2 Koppelinstelling seriële Weergave van de instelwaarde van de koppelinstelling communicatie seriële communicatie.
VAT2000 6.2. Parameters blok A De meest gebruikte parameters werden in blok A samengebracht. Overzicht parameters blok A Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM A00 - Frequentie-instelling 0 Lokale frequentie- 10.00 0.10 Max. Dit is de frequentie ingesteld vanop instelling freq.
Pagina 79
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM A04 - Klantspecifieke parameters 0 Klantspec. - 0 Stel de parameternummers in die in dit blok weergegeven moeten worden in C10-0~7. A05 - Negeren van blok B en C parameters...
Pagina 80
Deze waarden hebben een invloed op de stroomrespons. Een te kleine of te grote versterking leidt tot een onstabiele stroom, en de kans bestaat dat de VAT2000 bij overstroom zal uitschakelen. In het algemeen moet de respons tussen 500 en 1000 ingesteld worden, de tijdconstante tussen 5 en 20 ms.
VAT2000 6.3. Parameters blok B De parameters van blok B zijn onderverdeeld in de basisfuncties, de uitgebreide functies en de optionele softwarefuncties. Overzicht parameters blok B (basisfuncties van V/F-besturing) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM...
Pagina 82
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM 7 Draaggolffrequentie 17.0 21.0 Het geluid kan beperkt worden door wijziging van de draaggolffrequentie van PWM en de besturingswijze die bijdraagt tot de geluidsontwikkeling van de motor.
Pagina 84
VAT2000 Overzicht parameters blok B (uitgebreide functieconstanten) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B10 - Versnelling-/vertragingstijd Deze versnellings-/vertragings- 0 Versnellingstijd -2 10.0 6000.0 aanlooptijd geldt bij geactiveerde aanloopselectie 2 (CSEL=ON). Dit is de tijd 1 Vertragingstijd -2 20.0...
Pagina 85
VAT2000 (Vervolg van de vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM 8 Instelling selectiemodus = 1 : binaire modus = 2 : directe selectiemodus Selecteer de selectiemodus instelling programmafrequentie (B11) en programma-aanloop (B41, B42).
Pagina 86
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B18 - Overstroombegrenzing 0 Overstroombegrenzing 150. 100. 300. 1 Regeneratieve- 300. Stel in op 10% indien er geen stroombegrenzing remunit is. 2 Versterking 1.00...
Pagina 87
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM 5 Draaggolffrequentie 17.0 21.0 Het geluid kan beperkt worden door wijziging van de draaggolffrequentie van PWM en de besturingswijze die bijdraagt tot de geluidsontwikkeling van de motor.
Pagina 88
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B30 - Uitgebreide functie snelheidsregeling 0 Versterking koppelsensor 200. Dit is de versterking voor de koppelsensor. Om de frequentierespons van een externe storing te verhogen, stelt u een grote versterking in.
Pagina 89
VAT2000 (Vervolg van de vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM 2 Integrale versterking 50.0 100.0 Dit is de integrale versterking voor het snelheidsschatting adaptieve snelheidsschattingsalgoritme. Om de snelheidsschattingsrespons te verhogen, stelt u een hoge waarde in.
Pagina 90
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B32 - Selectie compensatie vectoriële regeling 0 Selectie fluxregeling 1: Activeren 2: Deactiveren Dit is de besturingsselectie voor een snelle magnetisatie van de secundaire flux tijdens de start.
Pagina 91
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B33 - Compensatie M-schommelingen referentiesnelheidstabel Dit is de referentiesnelheidstabel. 0 Referentiesnelheidstabel 0 min 100. 7200. Deze waarden worden beïnvloed door 1 Referentiesnelheidstabel 1 min 100.
Pagina 92
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B35 - Besturing onder constante spanning (PM) 0 Werkspannings- 10.0 50.0 100.0 % van nominale spanning demagnetisatie 1 Grenswaarde 50.0 10.0 200.0 % van nominale spanning...
Pagina 93
VAT2000 Overzicht parameters blok B (constanten optionele software) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM B40 - Functie optionele software 0 Functieselectie - 1 = 1 : Volgende functies worden niet gebruikt = 2 : Programma-aanloopfunctie...
VAT2000 6.4. Parameters blok C De parameters van blok C zijn onderverdeeld in de basisfuncties, de uitgebreide functies en de optionele hardwarefuncties. Overzicht parameters blok C (constanten basisfunctie) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM...
Pagina 97
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C02 - Selectie ingangen diverse instellingen 0 Selectie ingang = 1 : Analoog vast snelheidsinstelling = 2 : Serieel/parallel vast Zie Hoofdstuk 5.9.1...
Pagina 98
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C03 - Functie klem digitale ingang - 1 0 R·RUN (Achterw. bedrijf) 1 F·JOG (Stap voorwaarts) 2 R·JOG (Stap achterwaarts) 3 HOLD (Houdsignaal)
Pagina 100
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C09 - Parameterbeveiliging/bedieningsblokkering (vervolg) Stel in om onbedoeld bedrijf in omge- 3 Schakeling bedrijf in omgekeerde richting keerde richting te vermijden. (sequentie R RUN) Bij instelling op "2"...
Pagina 101
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C10 - Register klantspecifieke parameters Stel voor elk weer te geven en te 0 Klantspecifiek 1.99.9 1.00.0 2.99.9 wijzigen parameternummer een waarde overeenkomstig A04-0 tot 7 Parameter nummer als klantenspecifieke parameter in.
Pagina 102
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. `Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C13 - Instelbereik analoge en digitale uitgangen 0 Instelling FM-uitgang Selecteer de instelwaarde uit de onderstaande tabel 1 Instelling AM-uitgang De klemspanning kan vrij gewijzigd...
Pagina 103
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C14 - Versterkingsfactor analoge uitgangen 0 Uitgangsversterking 1.00 0.20 2.00 10 V bij max. frequentie, wanneer deze voor FM ingesteld is op 1.00.
Pagina 104
VAT2000 Overzicht parameters blok C (constanten uitgebreide functie) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C20 - Start vergrendeling 0 Start/stop-frequentie 20.0 De motor stopt bij frequentie lager dan o (snelheid) deze waarde. 1 Start/stop-frequentie 20.0...
Pagina 105
VAT2000 (Vervolg van vorige pagina) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C24 - Instelling sensorfeedback monitoring 0 Begrenzingsniveau 105.0 100.0 200.0 Instelling van het begrenzingsniveau max. snelheid voor de max. toegelaten snelheid. 1 Omschakeling...
Pagina 106
VAT2000 Overzicht parameters blok C (uitgebreide hardwarefuncties) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C30 - Keuze besturingsmodus 0 Keuze De besturingsmodus is ingesteld. besturingsmodus = 1 : V/f-besturing (constant koppel: overbelastingskarakteristieken 150% gedurende één minuut.)
Pagina 107
VAT2000 Overzicht parameters blok C (uitgebreide hardwarefuncties) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C33 - Optie digitale uitgangsklem 0 PSO4-uitgang Deze relaisuitgangen kunnen door optionele interfaces U2KV23RYO of 1 PSO4-uitgang U2KV23PIO voorzien worden. Waarde...
Pagina 108
VAT2000 (Vervolg van vorige blz.) Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. Functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM C50 - Instelling encoder 0 Verdeelde uitsturing 1024. De pulsen ontvangen van de encoder encoderpulsen kunnen verdeeld en uitgestuurd worden via PAOUT en PBOUT...
VAT2000 6.5 Parameters blok U Block-U parameters (Utility mode) list Parameter Eenh. Fabrieks- Min. Max. functie Toepassing instelling ST V/F VEC PM U00 – Parameter controle 0 Parameter copieerfunctie 9999. = 1001 : Bewaren De gegevens worden bewaard vanaf de aandrijving naar het bedieningspaneel.
VAT2000 6.6. Verklaring van de functies A00-0 Lokale frequentie-instelling A00-2 Lokale snelheidsinstelling Dit is de frequentie-instelling (of snelheids-) die gebruikt wordt in lokale modus (besturing vanop het bedieningspaneel, wanneer het geactiveerd is, -“LCL" LED ON. De uitgangsfrequentie (-snelheid) wijzigt onmiddellijk overeenkomstig de bediening van de knop Meer informatie over selectie van de snelheidswaarde vindt u terug in hoofdstuk 5-9-1.
Pagina 111
VAT2000 A02-0 Manuele selectie koppelboost Met deze instelling kan u het koppel bij lage snelheid verhogen voor V/f-besturing. Bij geactiveerde manuele koppelboost geldt dit ongeacht de geselecteerde status van de automatische koppelboost. A02-1 Selectie automatische koppelboost De automatische koppelboost optimeert de V/F-besturing. De functies compensatie van R1-spanningsval, slipcompensatie en maximale koppelboost zijn geactiveerd.
Pagina 112
VAT2000 • Automatische koppelboost (verbeterde V/f-besturing) De automatische koppelboost stuurt de spanningsversterking en slipcompensatie, waarbij gebruik gemaakt wordt van de stroomdetectiewaarde. Hiermee wordt het motorkoppel verhoogd bij opstarten en in het lage snelheidsbereik. De kritische parameters van de automatische koppelboost worden automatisch aangepast door de automatische afregelingsfunctie (Auto-tuning), waardoor een standaard AC-motor tot 200% of meer startkoppel uitstuurt met 150% stroom.
Pagina 113
VAT2000 A02-4 Compensatieversterking R1-spanningsval [%] Deze instelling compenseert de spanningsval veroorzaakt door R1. Stel normaal in op 50%. De primaire motorweerstand R1 moet correct ingesteld worden met automatische afregeling. Opm. 1 Een te hoge instelwaarde leidt tot onstabiele rotatie en schakelt de aandrijving mogelijk uit.
Pagina 114
VAT2000 A10-1 Machinetijdconstante 1 De tijdconstante wordt gebruikt om de ASR-versterking te berekenen. Ze is geldig wanneer de digitale ingang van de machinetijdconstante gedeactiveerd (OFF) is (MCH = OFF). [kgm ] x 1.027 x (Nbase [min TM : Machinetijdconstante TM [s] =...
Pagina 115
VAT2000 B02-0~9 Motorkringconstante (IM) T-type equivalent schema T-I type equivalent schema M’ = M + M) L s= (l + M)-M /( l + M) ' = (M/( l + M)) • R B03-0~4 Motorkringconstante (PM) Meer informatie vindt u terug in hoofdstuk 6-8-3.
Pagina 116
VAT2000 B06-0~6 Instelling ratiointerlock De ratiointerlock voert de onderstaande vergelijking uit en komt overeen met elk ingangssignaal voor snelheids- instelling. Y = AX + B + C X : Frequentiestreefwaarde-setting A : versterkingsfactor (B06-0) Y : Uitgangsfrequentie B : Offset (B06-1, 4 où B” = 0)
Pagina 117
Deze parameter duidt de tijd aan van de sectie “ts” in bovenstaande grafiek. Het totaal van de versnellings-/vertragingstijden ta en tb wijzigt niet. Bij instelling van deze parameter zijn alle in de VAT2000 beschikbare versnellings- en vertragingswaarden van het S-type.
Pagina 118
VAT2000 B10-5 Multiplicator tijdseenheid De insteleenheid voor de versnellings-/vertragingstijd kan gewijzigd worden, wanneer er een versnellings-/ vertragingstijd in een breder bereik ingesteld moet worden. B10-5 = 1 (standaard) : x 1 : x 0.1 : x 10 Deze parameter beïnvloedt alle parameters met betrekking tot versnellings-/vertragingstijd.
Pagina 119
VAT2000 Uitgangs- frequentie (snelheid) Tijd Binaire modus Voorbeeld Runbedrijf (wanneer RUN geactiveerd is (ON)) Stel de ingangsklem PROG-functie in met parameter C04-4. Stel de ingangsklemmen S0, S1, S2, S3 en SE in met parameters C04-6~C05-0. B13-0 Koppelinstelling Meer informatie over selectie van de koppelinstelling vindt u terug in hoofdstuk 5-9-2.
Pagina 120
VAT2000 B13-5 Instelling lastverdeling Stel de lastverdeling-waarde binnen het bereik van de onderstaande vergelijking in. Indien de vergelijking niet meer klopt, pas dan de lastverdeling-instelwaarde of de betreffende parameters aan. Lastverdeling instelwaarde (B13-5) [%] Machintijdconstante (A10-1 or B15-0) [ms] < 0.5 x ASR karakteris.
Pagina 121
VAT2000 B17-0~3 V/F-middelpunt Spanning Een V/f-karakteristiek zoals weergegeven in de grafiek rechts kan verkregen worden voor motoren met speciale 100% V/f-karakteristieken. B17-1 B17-3 Opm. Stel in zodat F1 H F2 H basisfrequentie (B00-5) en V1 H V2. Frequentie B17-2 B17-0...
Pagina 122
VAT2000 B18-1 Regeneratieve-stroombegrenzing Het regeneratieve koppel voor vertragingsbedrijf wordt beperkt. Stel in op 10%, wanneer u de DBR-optie niet gebruikt. Bij gebruik van de DBR-optie berekent u de waarde aan de hand van de onderstaande formule en stelt u deze in.
Pagina 123
VAT2000 B41-0~7 Programma-aanloopcurve B42-0~7 Programma-uitloopcurve De motor kan aangestuurd worden met maximaal acht programmafrequenties (snelheden) met behulp van de digitale commando's PROG en S0, S1, S2, S3, SE. De programma-aanloop-uitlooptijd kan op dit moment ook omgeschakeld worden, wat een individuele aanloop- of uitloopcurve voor elke snelheid mogelijk maakt.
Pagina 124
VAT2000 B43-0~4 PID-regeling De analoge ingang (FSV, FSI, AUX) kan ingesteld worden als een terugkoppelingslus zoals getoond in het onderstaande schema. Dit schema is een voorbeeld. Het is mogelijk om elke analoge ingang te gebruiken voor instelling of terugkoppeling. VAT2000...
Pagina 125
Met multipompsturing wordt de bediening van maximaal zes pompen in één configuratie bedoeld: één pomp wordt met variabele snelheid aangestuurd en maximaal vijf andere worden ON/OFF-gestuurd via de digitale uitgangen van de VAT2000. De waterdruk in de leidingen is zo geregeld dat hij constant is overeenkomstig de instelling in de PID van de VAT2000.
Pagina 126
(pomp 3) PSO4 (pomp 4) PSO5 (pomp 5) ULT: Bovenste grenswaarde PID-uitgang in VAT2000 LLT: Onderste grenswaarde PID-uitgang in VAT2000 Houdtijd Tijdgrens continu bedrijf Omschakeltijd De ON/OFF-sturing van meerdere pompen wordt zo uitgevoerd, dat de arbeidstijd van elke pomp gelijk is..
Pagina 127
(3) Lees sectie (1) en stel de parameters B44-1 tot 3 in. (4) Door gebruik van de start-schakelfunctie (C20 = 0 tot 3) kan het run/stop-bedrijf van de VAT2000 aange- stuurd worden via de bedieningsingang (FSV, FSI) voor de druk. In dit geval moet het signaalcommando (RUN-R.RUN) steeds geactiveerd zijn.
Pagina 128
VAT2000 B45-0~6 Traversefunctie (Opwikkelfunctie) De traversefunctie laat bediening toe waarbij de frequentie schommelt in het hieronder getoonde bereik. Deze functie is nuttig voor het gelijkmatig opwinden van een draad op een bobijn in een weefapplicatie. Traverse Bedrijf 1) Traverse bedrijf (1) Voor uitvoering van bedrijf activeert u het digitale commando PROG (ON).
Pagina 129
VAT2000 2) X, Y verschoven traverse bedrijf Het verschoven traverse bedrijf dat afgebeeld wordt, vindt plaats via de digitale commando's S0 (X) en S1 (Y) tijdens het traverse bedrijf. X, Y verschoven traverse bedrijf De centrale frequentie (snelheid) stijgt met X (B45-5) enkel bij geactiveerde S0 (X).
Pagina 130
VAT2000 B50-0~0 Cyclisch bedrijf tot B59-3 De frequentie (snelheid), draairichting en bedrijfstijd kunnen automatisch gestuurd worden met het cyclisch bedrijf Tijd (1) Er kunnen maximaal tien parameters ingesteld worden. Programmeer in de blokken B50-B59 zoals hieron- der weergegeven. Het ingangspunt voor afstandsbediende instelling wordt geselecteerd met C02-0 = 4 n is het stapnummer van 0 tot 9.
Pagina 131
VAT2000 (2) Onderstaande functies zijn de digitale commando's bij cyclisch bedrijf. RUN : Het cyclisch bedrijf start bij activering van de RUN-functie (ON). De bediening begint met de ingestelde bedrijfssnelheid en bedrijfstijd, wanneer de bediening voorheen gestopt werd. Opm. 1 Het actieve cyclisch bedrijf wordt met de afstandsbediende modus gestuurd (LCL OFF).
Pagina 133
= 1 : Vertraging in vrijloop tot stop = 2 : Vertraging tot stop (lineaire vertraging tot stop) Vertraging in vrijloop tot stop verwijst naar stoppen door de uitgang van de VAT2000 uit te schakelen (OFF) op het moment van het stopcommando. De motor vertraagt door inertie.
Pagina 134
VAT2000 C00-6 Omschakelmethode besturingsbronnen (J2-instelling) J2-instelling =1 : OFF =2 : ON Selecteer de hulpcommando-ingang bij geactiveerd COP-commando (ON). Meer informatie vindt u terug in hoofdstuk 5-5. C02-0~8 Selectie ingangen diverse instellingen Meer informatie vindt u terug in hoofdstuk 5-9.
Pagina 135
VAT2000 = 3 : ON met vliegende start Indien het runcommando actief is bij geactiveerde voeding (ON), dan start de aandrijving op van zodra de vooroplading voltooid is, waardoor de vliegende start-functie mogelijk wordt. Deze modus is nuttig om te starten na een onderbreking van de voedingsspanning.
Pagina 136
VAT2000 C09-1 Vergrendeling bedieningspaneel De bediening vanop het paneel is beveiligd. = 1 : Alle bediening is mogelijk = 2 : Alle bediening vergrendeld Bemerk dat de motor stopt, wanneer de toets twee seconden lang niet ingedrukt wordt = 3 : Enkel de toets kan bediend worden.
Pagina 137
VAT2000 C12-0 FSV-klem ingangsmodus C12-1 FSI-klem ingangsmodus C12-2 AUX-klem ingangsmodus C12-3 Filtertijdconstante voor FSV/FSI- en AUX-ingang Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van de analoge ingangswaarde via FSV, FSI en AUX (C07-0 = 2 tot 4) en de instelratio van de snelheid. Meer informatie vindt u terug in hoofdstuk 5-7-1.
Pagina 138
VAT2000 C14-0 Uitgangsversterking voor FM C14-1 Uitgangsversterking voor AM Uitgangsfrequentie Uitgangsstroom Opm. 1 De maximale uitgangsspanning van de FM- en AM-uitgangen bedraagt ca. 11 V. Bij een hoge instelwaarde in C14-0 en 1 wordt een spanning van meer dan 11 V niet uitgestuurd.
Pagina 139
VAT2000 C15-2 Snelheidsdetectie niveau – 1 (SPD 1) Uitgangsfrequentie C15-3 Snelheidsdetectie niveau - 2 (SPD 2) Hier worden de snelheidsdetectieniveaus SPD 1 en 2 ingesteld. Stel een percentage in ten opzichte van de max. frequentie (B00-4) of max. snelheid (B01-4).
Pagina 140
VAT2000 C20-0 Start/stop-frequentie (snelheid) C20-1 Start/stop-frequentie (snelheid) hysteresis C20-2 Schakelfrequentie (snelheid) C20-3 Run-vertragingsschakelaar De volgende omschakeltypes zijn mogelijk met uitvoercommando's RUN en R·RUN. ON vertragings- schakelaar C20-3 Hysteresis comparator Frequentie- instelling (snelheids-) Hysteresis á Instelling start/stop-functie De motor schakelt in, wanneer de ingestelde frequentie (snelheid) hoger ligt dan de instelwaarde voor C20- 0, en schakelt uit bij een lagere instelwaarde.
Pagina 141
VAT2000 C21-0 Aantal pogingen C21-1 Wachttijd pogingen Aantal pogingen is een functie die eigen fouten reset en met vliegende start herstart. U kan het aantal pogingen en de wachttijd (t ) instellen. Een IO-4-fout wordt uitgestuurd, wanneer bediening niet mogelijk is na de geprogrammeerde pogingen.
Pagina 142
VAT2000 Vliegende start bediening Vliegende start, wanneer F.RUN of R.RUN in de status PICK ON geactiveerd (ON) is, of wanneer de voeding geactiveerd wordt terwijl auto-start met vliegende start geactiveerd is (C08-0=3). De vliegende start-bediening wordt uitgevoerd met de overstroombegrenzingsfunctie zoals hieronder getoond.
Pagina 143
VAT2000 C22-4 Instelling remfunctie bij vrijloop Deze parameter stelt de uitgangsspanningsverhoging bij basisfrequentie in, procentueel ten opzichte van de nominale uitgangsspanning (B00-3). Gewoonlijk wordt deze waarde ingesteld op 50% van de vermelde waarde. Wanneer de tussenkring DC-spanning aanstalte maakt om te stijgen wegens versnelling of een regeneratieve belasting, dan doet de vrijloop remfunctie bij vrijloop de uitgangsspanning van de frequentiesturing stijgen en het motorrendement dalen om uitschakeling ervan door een overspanning te voorkomen.
Pagina 144
VAT2000 waarde voor snelheidsregeling zonder sensor en de snelheidsdetectiewaarde onder de instelwaarde in C24-3 zakken, wordt dit beschouwd als een terugkeer van de snelheidsdetectie naar de normale status. De besturing wisselt van snelheidsregeling zonder sensor opnieuw naar snelheidsregeling met sensor.
Pagina 145
Bij gebruik van de 2-fasige puls wordt de rotatierichting bepaald door de vooruitgang en de vertraging van de 2-fasige puls. Bij de VAT2000 is de encoderpuls gedefinieerd zoals hieronder weergegeven tijdens voorwaarts bedrijf. (De Z-fasige puls is de positiedetectie van het nulpunt, en wordt uitsluitend bij de sturing van PM- motoren gebruikt).
VAT2000 6.7.2. Selectie van belastingskarakteristieken Selecteer de belastingskarakteristieken door de volgende parameters in te stellen. Naam Fabrieks- Min. Max. Eenheid Functie inst. waarde waarde waarde C30 - Keuze besturingsmodus Keuze besturingsmodus = 1 : V/f-besturing (constant koppel: overbelastingskarakteristieken 150% gedurende één minuut.)
VAT2000 Naam Fabrieks- Min. Max. Eenheid Functie inst. waarde waarde waarde C22 - Overbelasting Instelling overbelasting De gegevens van C22-1, 2 Constant koppel 100. 105. worden deze waarde beperkt bij Variabel koppel 100. 105. wijziging van deze waarde. 0 Hz overbelasting De max.
6.8. Aanpassing van de parameters voor de vectoriële snelheidsregeling Met de VAT2000 is ASR-bedrijf mogelijk door uitvoering van de automatische afregeling en instelling van eenvoudige parame- ters voor de snelheidsregeling. Bij besturing met hoge respons en grote nauwkeurigheid is een individuele aanpassing van de parameters evenwel noodzakelijk.
VAT2000 6.8.3. Motorkoppelbegrenzing (IM) Het uitgangskoppel is begrensd. Stel een geschikte waarde in voor beveiliging van de belastingszijde. Aandrijfkoppelbegrenzing Stel hier een hoge waarde in om het koppel tijdens het bedrijf te verhogen. Bemerk dat het uitgangskoppel door de overstroombegrenzing (B18-0) begrensd is. Bij een excessieve waarde wordt het ingestelde koppel dus mogelijk niet bereikt.
Pagina 151
VAT2000 Instelling van de referentiesnelheidstabel M'-schommelingen zijn sterk onmiddellijk na het bereiken van het constante-vermogensbereik. Stel de waarde dus in met behulp van de onderstaande figuur als een referentie. (de basissnelheid is 1.) Coefficient fluct. M 100% Snelheid Werkbereik Instelling referentiesnelheidstabel 6.8.5.
Pagina 152
VAT2000 6.8.7. Koppelsensor (IM) De op de motor uitgeoefende stoorbelasting wordt berekend en het koppelcommando wordt gecompenseerd. Gebruik de koppelmomentsensor om de respons met betrekking tot de storing te verhogen. Door instelling van de snelheidsregelaar (ASR) op P en gebruik van de koppelmomentsensor kan de overschrijding van grenswaarden onderdrukt worden.
VAT2000 7. Opties 7.1. Overzicht van opties De VAT2000-serie beschikt over onderstaande opties. Dit hoofdstuk is gewijd aan de autonome opties en de toestellen op de hoofdkring. Autonome opties DBR- eenheid Toestel hoofdkring Geluidsfilter VAT2000 Voedingseenheid MCCB of zekering Ingebouwde PCB-optie Fig.
Pagina 154
(PCST-3265) herhaling en analyse van de diverse gegevens zoals de stroom op het moment van de storing. Analoge ingang : 2 contactpunten, (geïsoleerd: teken 11 bits) De bovenstaande optionele PCB's moeten door de gebruiker geïnstalleerd worden. Vraag bij uw leverancier naar de betref- fende bedieningshandleiding.
Pagina 155
VAT2000 Tabel 7-2 Bedrijfswaarden voor toestellen van de hoofdkring en voor autonome optietypes (1) (4) VAT2000 type Zekeringen MCCB (3) Lijn INPUT DBR-eenheid (2) (A) AC-reactor Reactor U2KV23... Constant koppel Variabel koppel U2KN00K4 CL00 ACR4A2H5 U2KN00K7 U2KN00K4 CL00 ACR6A2H5 U2KN01K5...
Dit is een ingebouwde optie gemonteerd op de besturings-PCB van de VAT2000. Zoals u ziet in tabel 7-1 zijn er drie optietype-PCB's: optie I, optie II and optie III. In de VAT2000 kunnen maximaal drie kaarten ingebouwd worden, van slechts één van elk type.
VAT2000 7.4. Dynamische remfunctie (DBR) De VAT2000 beschikt over een ingebouwde dynamische remfunctie in aandrijvingen tot U2KN07K5S en U2KX07K5S. Bij grotere aandrijvingen wordt de dynamische remfunctie verzorgd door externe modules. 7.4.1. Eenheden U2KN07K5S en kleiner, en U2KX07K5S en kleiner Deze aandrijvingen zijn standaard uitgerust met een dynamische remfunctie en een DB-weerstand. Met het DBR-toestel is een bedrijfscyclus mogelijk van 10% ED (remkoppel energie dissipatie) zoals getoond in figuur 7-2.
Pagina 159
VAT2000 Externe DBR Indien het remkoppel of inschakelduur onvoldoende zijn met de bovenstaande ingebouwde weerstand, voorzie dan een externe weerstand met bekabeling zoals getoond in fig. 7-3. Verwijder de ingebouwde DBR bij gebruik van een externe DBR. De weerstandswaarde die nodig is voor een 100% remkoppel, vindt u terug in tabel 7-4.
Pagina 160
VAT2000 De weerstandswaarde die nodig is voor een 100% remkoppel, vindt u terug in tabel 7-4. Tabel 7-4 VAT2000 100% koppel Weerstand Kabel Afmetingen type weerstand (mm2) Type (/ / / / / ) U2KN00K4 TLR405P200 40 Ø 1(*) U2KN00K7 TLR216P200 40 Ø...
Pagina 161
Motor vermogen DBR weerstandswaarde = Generatief vermogen [kW] Voor VAT2000, 400V serie, K=593 5. De minimum weerstandswaarde dat kan worden gekoppeld aan de remeenheid is 3,3 Ohm. Bij een lagere waarde dienen twee parallele remeenheden te worden toegepast. Fig 7-2...
VAT2000 7.5. Elektromagnetische compatibiliteit, EMC Conformiteit met de Europese normen EN50081 & EN50082 inzake elektromagnetische compatibiliteit wordt gerealiseerd door gebruik van geschikte EMC-filters. EMC-footprint-filters kunnen op de sokkel van de aandrijving gemonteerd worden, waardoor u in de kasten plaats bespaart, of optioneel naast de aandrijving als de totale diepte een probleem is.
7.5.3. Aanbevolen installatievoorschriften voor elektromagnetische compatibiliteit Een frequentiesturing heeft geen waarde op zichzelf, maar is bedoeld om geïnstalleerd te worden met andere besturings- componenten. Door onderstaande richtlijnen te volgen, moet het mogelijk zijn om te voldoen aan EMC wat betreft de machi- nes die met de frequentiesturing aangestuurd worden.
VAT2000 7.6. Spoelen 7.6.1. Ingangsspoelen Gebruik van ingansspoelen wordt gedefinieerd in Tabel 7-1 en 7-2, voor zowel constant koppel als variabel koppel. Andere details worden hieronder weergegeven. Art. Nr. Verlies AFMETINGEN (mm) Gewicht Figuur (kg) ACR4A2H5 Fig.01 ACR6A2H5 Fig.01 ACR9A1H3 Fig.01...
VAT2000 7.6.2. DCR Spoelen Gebruik van DC tussenkringspoelen wordt gedefinieerd in Tabel 7-1 en 7-2, voor zowel constant koppel als variabel koppel. Andere details worden hieronder weergegeven. Art. Nr. Verlies AFMETINGEN (mm) Gewicht Figuur (kg) DCR32A0H78 Fig.04 DCR45A0H55 Fig.04 DCR60A0H4 Fig.04...
Pagina 166
ACR460A0H05 Fig.03 ACR550A0H05 Fig.03 ACR625A0H05 Fig.03 ACR700A0H05 Fig.03 Art. Nr. Verlies Figuur Gebruik VAT2000 Gewicht (kg) N11P34018=7 Fig. 06 Draaggolffrequentie max. 4kHz N11P34018=6 1470 Draaggolffrequentie max. 8kHz D = 135 mm voor N11 P34018=7 D = 275 mm voor N11P34018=6 Fig.
95% of minder bedraagt zonder condensatie. Olienevel en stof Vergewis u dat er geen olienevel of stof in de VAT2000 aanwezig is. Abnormale ruis en trillingen Vergewis u dat er zich geen abnormale ruis of trillingen voordoen op de plaats van installatie of in de VAT2000.
De inspectieprocedure in tabel 8-2 moet ook gevolgd worden voor de reserve-VAT2000's die aangesloten blijven, maar niet tijdens het normale bedrijf gebruikt worden. De werking van deze VAT2000's moet om de zes maanden gecontroleerd worden door de voeding in te schakelen.
VAT2000 8.3. Beveiligingsfuncties De VAT2000 is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen weergegeven in tabel 8-3. Tabel 8-3 Beveiligingsfuncties Benaming Functie Uitschakeling door overstroom De uitgang wordt afgesloten en de frequentiesturing stopt, indien de momentele (OC-1 tot 9) waarde van de uitgangsstroom de vooringestelde waarde overschrijdt.
VAT2000 8.4. Foutopsporing met foutvermelding De remedies bij stilstand van de frequentiesturing met weergave van een foutcode vindt u terug in tabel 8-4. Tabel 8-4 Foutopsporing Displaybericht Naam Oorzaken en remedies Noodstop 1. De digitale ingang EMS werd geactiveerd. Controleer de signaalbedrading.
Pagina 171
VAT2000 Displaybericht Naam Oorzaken en remedies Overstroom 1. Verhoog de instelwaarde voor de versnellingstijd (A01-0). tijdens automatische 2. Verhoog de instelwaarde voor de vertragingstijd (A01-1). afregeling 3. Er is mogelijk een kortsluiting opgetreden in de belasting. OC-9 Overspanning 1. De voedingsspanning is mogelijk gestegen.
Pagina 172
VAT2000 Displaybericht Naam Oorzaken en remedies Onderspanning 1. Er heeft zich mogelijk een spanningsval, fase-uitval of storing in de voedingsspanning voorgedaan. Controleer het voedingssysteem en corrigeer indien nodig. UV-1~UV-9 Overtemperatuur 1. Er is mogelijk een probleem met de ventilator. Vervang indien noodzakelijk.
Pagina 173
VAT2000 Displaybericht Naam Oorzaken en remedies I/O fout 1. De VAT2000 functioneert mogelijk slecht door externe ruis enz. (uitschakelfout) Zoek naar de bron en verhelp de oorzaak. Er is mogelijk een storing in de stuurkring. IO-1 I/O fout (fout A/D-omvormer)
Controleer de parameters. 4. De spanning wordt mogelijk niet uitgestuurd naar de uitgangsklem van de VAT2000. Meet de uitgangsspanning, en controleer of de drie fases in balans zijn. 5. De lokale/afstandsbediende instelling is mogelijk incorrect. Stel in overeenkomstig de vereiste modus.
Pagina 177
VAT2000 Verklaring voetnoten (1) De uitgangsspanning verwijst naar het uitgangsvermogen [kVA] bij 200 V voor de 200 V-serie, en bij 400 V voor de 400 V- serie. (2) Verwijst naar de totale effectieve waarde inclusief de hogere resonanties. (3) Verwijst naar de standaard 4-polige kooiankermotor.
Pagina 178
VAT2000 5% nominale stroom Nominale stroom Draaggolffrequentie (KHz) Fig. 1-4 Derating overeenkomstig draaggolffrequentie voor aandrijvingen groter dan U2KX45K0S Opm. Let bij wijziging van de draaggolffrequentie op de stijging van de motortemperatuur. (6) Deze frequentiesturing valt onder de Europese Richtlijnen inzake toestellen op laagspanning. De nominale ingangs- spanning varieert tussen 380 tot 415 V en is in overeenkomst met de Europese Richtlijnen inzake toestellen op laag- spanning.
Pagina 179
VAT2000 Tabel met besturingsgegevens V/F-besturing V/F-besturing Vectoriële Vectoriële PM-motor- (constant (variabel snelheids- snelheids- sturing koppel) koppel) regeling regeling zonder met sensor sensor Besturingswijze Volledig digitale besturing Sinsusgolfbenadering PWM Transmissiefrequentie Monogeluidsmodus : 1 tot 15 KHz (stappen van 1 KHz) Gedempt-geluidsmodus : gemiddelde frequentie 2.1 tot 5 KHz...
Pagina 180
VAT2000 V/F-besturing V/F-besturing Vectoriële Vectoriële PM-motor- (constant (variabel snelheids- snelheids- sturing koppel) koppel) regeling regeling zonder sensor met sensor Stopmethode naar keuze: lineaire vertraging tot stop, noodstop en pulsen, vertraging in vrijloop tot stop DC-rem Rembeginfrequentie, willekeurig ingesteld tussen 0.1 en 60.0Hz Remspanning, willekeurig ingesteld tussen 0.1 en 20.0%...
Pagina 181
VAT2000 V/F-besturing V/F-besturing Vectoriële Vectoriële PM-motor- (constant (variabel snelheids- snelheids- sturing koppel) koppel) regeling regeling zonder sensor met sensor Bedieningspaneel Display: 7-segments-LED x 5 cijfers en signaal weergave-LED status/eenheid: 8 punten Bediening : bediening met knop en insteltoetsen lokale/afstandsbediende omschakeling,...
VAT2000 Appendix 3. Foutcodes Code Display Fout Beschrijving Her- haling – – – Geen storing Geen storing geregistreerd. (EmS) Noodstop Geeft aan dat het digitaal signaal EMS in modus C00-4 = 2 ingevoerd is (foutuitsturing bij noodstop). (PM-n) Voeding Storing voeding...
Pagina 184
VAT2000 Vervolg van blz. 183 Code Display Fout Beschrijving Her- haling (GRD. n) Aarding De aandrijving heeft de aarding aan de uitgang gedetecteerd. n : subcode 1 : tijdens stop 2 : tijdens bedrijf aan de ingestelde snelheid 3 : tijdens versnelling...
VAT2000 Appendix 4. Display met 7-segment-LED's Cijfers Display Cijfers Alfabet Display Alfabet B (b) D (d) Display Alfabet M (m) N (n) Q (q) R (r) T (t) Display Alfabet V (v) (haakjes) Melding LOCK LIST TRACE RETRY d.Err Data ERROR ERROR d.End...
Pagina 186
VAT2000 Functie <Opmerkingen> Functie <Opmerkingen>...
Pagina 187
VAT2000 Functie <Opmerkingen> Functie <Opmerkingen>...