= 3 : ON met vliegende start
Indien het runcommando actief is bij geactiveerde voeding (ON), dan start de aandrijving op van zodra de
vooroplading voltooid is, waardoor de vliegende start-functie mogelijk wordt. Deze modus is nuttig om te
starten na een onderbreking van de voedingsspanning.
Bij gebruik van de aandrijving als snelheidsregeling met sensor is de vliegende start niet nodig, indien de
motor draait wanneer de aandrijving herstart. Stel in dit geval C08-0 in op 2
Voedingsspanning
Vooroplading
(interne RDY)
RUN
(Runcommando)
Uitgangsfrequentie
motorsnelheid
Opm.
Bij gebruik van auto-start wordt de onderspanningsfout niet gedetecteerd. De parameter EC0~3 stuurt
evenwel de onderspanningscode uit.
C09-0
Parameterbeveiliging/vergrendeling bedieningspaneel
Stel deze parameter in om onbedoelde bediening vanaf het bedieningspaneel te vermijden.
De gegevens kunnen per functiegroep tegen wijziging beveiligd worden door onderstaande waarden in te
stellen.
o : onbeveiligd
(wijziging mogelijk)
X : beveiligd
(wijziging niet. mogelijk)
Opm. 1
Stel in op 2 om alle wijzigingen te blokkeren.
Opm. 2
Stel in op 1 om alle wijzigingen mogelijk te maken. De instelwaarde 9 is voor onderhoud door de
fabrikant. Stel deze waarde niet in.
Zoeken motorsnelheid
(Vliegende start)
Motorsnelheid
Voor V/F-sturing, zonder sensor C30-0=1,2,3
Waarde Blok A
Basis
1
o
o
2
x
x
3
o
x
4
o
x
5
o
x
6
o
o
7 ; 8
x
x
9
o
o
135
Blok B, C
Uitbr.
Softw.
Hardw.
o
o
o
x
x
x
x
x
x
o
x
x
o
o
x
o
o
o
x
x
x
o
o
o
VAT2000