Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
Optie 52 - Programmeer Zones
Zones worden in menu 52 geprogrammeerd. Elke zone heeft een reeks kenmerken, die in de volgende tabel
staan:
Kenmerken
1
Functie
2
Zone Omschr.
3
Zone Test
4
Overbr. Baar
5
RF Opties
6
Blokken
Opmerking : blokken verschijnen alleen als de optie blokken is ingeschakeld.
(raadpleeg optie 63.1)
Zones selecteren
Wanneer de optie wordt geopend, wordt de eerste zone in het systeem weergegeven. Het toegewezen
zoneadres, de functie en het blok worden weergegeven op de bovenste regel, de omschrijving wordt
weergegeven op de onderste regel.
Nadat de eerste zone is weergegeven, kan elke willekeurige zone van het systeem worden weergegeven door
op de toets A of B te drukken, of door het adres van een specifieke zone in te voeren.
U kunt deze zone voor programmering selecteren door op de toets ent te drukken. Het
programmeerkenmerk 1=Functie van de eerste zone wordt weergegeven.
Kenmerken
U kunt de kenmerken doorlopen door op de toetsen A of B te drukken, of door rechtstreeks het
kenmerknummer te selecteren (1-6). Nadat het gewenste kenmerk wordt weergegeven, drukt u nogmaals
op de toets ent om het kenmerk te wijzigen.
Nadat het kenmerk is toegewezen, drukt u op de toets ent om de programmering op te slaan en terug te
keren naar de kenmerkselectie.
Zonefunctie
0
Niet Gebr
1
Laatste
2
Volgzone
3
Inbraak
4
24 uur
8
Puls Aan
9
Sleutel
13
Paniek
14
Pa Stil
17
Link
18
Reserve
19
Brand
20
Sabotage
23
Accu fout
25
230VAC
41
Inbr. laag
42
Inbr. hoog
43
230vac ft
53
Sec/ltste
54
Assist
55
Sir. fout
Wijst zonetype toe
SMS tekst - max 16 tekens, alfanumerieke omschrijving
Zone wordt max. 14 dagen gecontroleerd
Zone kan door geautoriseerde gebruiker worden overbrugd
Draadloze zones
Wist een zone toe in aan één groep in het systeem
Tabel 26. Zonekenmerken
Zone is niet actief in alarm maar sabotage wordt gecontroleerd.
Activering start de getimede ingangsprocedure,activering tijdens inschakelen beëdigd de
inschakelprocedure.
Als inbraakzone maar niet actief tijdens in en uitschakelprocedure.
Geeft bij ingeschakeld systeem inbraakalarm.
Als inbraakzone maar dan 24 uur actief.
Beëindigt de inschakelprocedure.
Overgang naar gesloten veroorzaakt uitschakeling, overgang naar open veroorzaakt inschakeling.
Activeert PA alarm.
Activeert PA stil alarm.
Heeft geen alarmfunctie maar wordt gebruikt om linken te activeren.
Maakt alle functies van een specifieke zone inactief, inclusief sabotage, RF-supervisie en RF lage batterij.
Activeert een brandalarm.
Activeert een sabotagestatus (zowel de fysieke alarmstatus als de fysieke sabotagestatus van de zone
resulteren in dezelfde sabotage-activering).
De functie veroorzaakt een aux voedingsfout.
Deze functie wordt gebruikt om een externe voeding te controleren
Inbraakzone met lage prioriteit.
Inbraakzone met hoge prioriteit.
Door de voeding veroorzaakte zonefout.
Als volgzone, maar verandert in ingang wanneer een Laatste zone geforceerd wordt overbrugd.
Activeert een alarm voor assistentie.
Veroorzaakt een sirene fout.
Tabel 27. Zonefuncties en -beschrijvingen
85
52 - Programmeer Zones
Beschrijving
Beschrijving