Honeywell Galaxy 2 Series Programmeerhandleiding pagina 112
Verberg thumbnails
Zie ook voor Galaxy 2 Series:
- Gebruikershandleiding (19 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (24 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (122 pagina's)
Advertenties
56 - Communicatie (vervolg)
1 = Mobiele Nummers
1 = Telefoon Nummer 1
Hiermee selecteert u de eerste mobiele gebruiker
1 = Mobiele Nummer
Dit is het 20-cijferige mobiele telefoonnummer van de ontvanger van het bericht.
2 = Melding Type
Raadpleeg Tabel 27. Gebeurtenistypen.
3 = Blok
Met deze optie selecteert u het blok van waaruit berichten worden verzonden.
2 = Telefoon Nummer 2
Als mobiel 1.
3 = Telefoon Nummer 3
Als mobiel 1.
2 = SMS Centrum
Dit is het 20-cijferige telefoonnummer van het SMS-centrum. U krijgt dit nummer van de SMS-
serviceprovider. Voor de PSTN-lijn en de GSM-module gelden andere nummers. Voor de GSM-module
moet dit nummer in internationaal formaat worden ingevoerd, zonder de 00 of +. Voor Nederland begint
het nummer dus met 31 en vervolgens het 10 cijferige telefoonnummer zonder de eerste 0.
3 = Format (Alleen PSTN)
Met deze optie kunt u berichtprotocollen aanpassen aan het berichtencentrum dat u gebruikt.
Vraag uw SMS-serviceprovider om deze informatie. De volgende protocollen worden gebruikt:
1 = TAP
Hiermee wordt het volledige gebeurtenislogboekbericht van elke gebeurtenis verzonden.
2 = UCP (SMS)
Dit is het formaat voor alfapagers. Dit is de standaardinstelling. Hiermee wordt het volledige
gebeurtenislogboekbericht van elke gebeurtenis verzonden.
3 = UCP (Numeriek)
Dit is het protocol voor numerieke pagers. Hiermee wordt het Contact-ID-protocol van elke gebeurtenis
verzonden. De notatie is als volgt:
ssss/r/ccc/gggg/dd?
ssss = Klantnummer in numeriek formaat.
r = Gebeurtenisactivering of herstel. 0 = activering, 1 = herstel.
ccc = Contact-id-code.
gggg = Blokweergave die bloknummers 1234 weergeeft. Een ontbrekend blok wordt vervangen door 0,
bijvoorbeeld 1034 (blok 2 ontbreekt).
dd? = Dit zijn de gegevens die bij de gebeurtenis horen, bijvoorbeeld gebruiker, zone, randapparaat, enz.
Dit kan qua lengte variëren.
4 = Site ID
Dit is een alfanumerieke tekenreeks van 16 cijfers die gebruikt wordt om de locatie te identificeren die het
bericht verzendt. Als het protocol UCP (numeriek) is, is de site-id numeriek. Alleen de eerste vier tekens
worden verzonden.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
104
Advertenties
