Systeem aansluiten
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
HOOFDSTUK 4: SYSTEEM AANSLUITEN
Algemene informatie
Het is van essentieel belang dat u dit product correct installeert, met name in verband met de veiligheid
van anderen en de aansluiting op de netspanning. Dit product is niet geschikt voor installatie, onderhoud
of aansluiting door de gebruiker. Een deskundige, gekwalificeerde installateur, bijvoorbeeld goedgekeurd
door de NEN1010, moet de installatie en het onderhoud uitvoeren.
Plaatsing
De behuizing van de centrale (plastic of metalen behuizing) moet binnenshuis worden bevestigd op een
veilige locatie die niet voor iedereen toegankelijk is. De ruimte moet voldoende worden geventileerd en
verlicht en er moet voldoende toegang zijn voor service en onderhoud. De behuizing kan niet buiten
worden ondergebracht, of in een ruimte waar deze kan worden blootgesteld aan extreme
omstandigheden zoals een hoge vochtigheidsgraad, extreme temperaturen, chemische stoffen, stof,
opspattend water of andere vloeistoffen.
De grondplaat van de behuizing moet goed worden bevestigd op een verticaal, glad en solide oppervlak
dat deel uitmaakt van de constructie van het gebouw. In de gekozen positie moet het deksel kunnen
worden verwijderd en moet ongehinderde toegang voor installatie en onderhoud mogelijk zijn.
Ventilatie
Hoewel de centrale zodanig is ontworpen dat de temperatuur van geen enkel onderdeel een gevaarlijke
waarde kan bereiken, moet voor voldoende ventilatie rond de kast worden gezorgd. De kast moet dus
niet dicht bij apparaten die warmte uitstralen of andere warmtebronnen worden geplaatst.
Bekabeling
De centrale heeft overspanningsbeveiliging tussen de netspanningsvoeding en de terminals voor de
alarmbekabeling. Het is van essentieel belang dat deze beveiligingen worden behouden wanneer de
kabels in de kast worden ingebracht, in de kast worden gerouteerd en naar buiten worden geleid.
U mag geen extra openingen in de behuizing aanbrengen. Aan de achterkant zijn openingen voor kabels
aanwezig. Alarmsysteemkabels moeten netjes worden afgeknipt en mogen geen lussen vormen binnen
de kast.
Kabels buiten de kast moeten óf goed worden vastgemaakt aan het gebouw met geschikte clips of
zadels, óf mechanisch worden beschermd in een buis of leiding. Het moet onmogelijk zijn kracht uit te
oefenen op de kabels in de regelkast door aan externe kabels te trekken.
Het moet onmogelijk zijn om een vinger of object van dezelfde grootte of een gereedschap in een
opening of kabelingang te steken.
8