Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
De Galaxy-centrale kan met de Ethernet-module communiceren via Ethernet LAN- en WAN-netwerken met
gebruikmaking van UDP- en TCP-Ethernet-protocollen. De Ethernet-module ondersteunt alarmsignalering en
remote service. Extra communicatiefuncties in de Ethernet-module zijn encryptie en supervisie tussen de
Ethernet-module en de toepassingen die de alarmen ontvangen.
01 = Module Configuratie
Elke Ethernet-module is voorgeprogrammeerd met een uniek MAC-adres dat een unieke identificatie van de
module op het netwerk vormt. De module kan echter alleen communiceren met andere toepassingen als er een
IP-adres aan wordt toegewezen. De informatie die in deze sectie wordt geprogrammeerd, is nodig om andere
toepassingen op het netwerk in staat te stellen de Ethernet-module te herkennen.
1 = IP Adres
Dit is het IP-adres van de Ethernet-module. Dit moet een uniek statisch IP-adres zijn. Het adres heeft de
notatie XXX.XXX.XXX.XXX. De punt wordt automatisch toegevoegd na iedere reeks van drie cijfers. U
kunt handmatig een punt toevoegen door op de toets * te drukken.
Een voorbeeld van een geldig IP-adres is 192.0.1.152.
Dit nummer wordt verstrekt door uw netwerkbeheerder.
2 = Site Naam
Deze optie wordt op het ogenblik niet gebruikt.
3 = Gateway IP
Als de Ethernet module op een WAN wordt gebruikt, moet het IP adres van de gateway router in dit veld
worden ingevuld Dit wordt op dezelfde wijze gedaan als het IP adres van de Ethernet module.
Deze informatie wordt verstrekt door de netwerkbeheerder.
4 = Subnet Mask
Het Subnet Mask identificeert het klasse netwerk welke wordt gebruikt Dit veld maskeert de delen van het
Gateway IP-adres welke gelijk zijn en niet nodig voor specifieke identificatie van de Ethernet module.
Deze informatie wordt verstrekt door de netwerkbeheerder.
02 = Alarm Rapportage
Deze optie geeft de mogelijkheid de instellingen te maken voor de alarm signalering Hier kunnen ook de
instellingen gemaakt worden voor de typen gebeurtenissen welke worden verzonden.
1 = Format
Stel hier het protocol in waarmee de Ethernet module informatie kan verzenden. Er kan gekozen worden uit
twee protocollen:
1 = SIA (0-3) Security Industries Association
Het SIA-protocol kan worden geprogrammeerd voor de niveaus 0 - 3. Dit voorziet in een protocol waarmee
gedetailleerde informatie met tekstbeschrijvingen kan worden verzonden naar een SIA-compatibele ontvanger
of een pc met de juiste software.
Het SIA-protocol kan de Galaxy-gebeurtenissen verzenden die worden beschreven in bijlage A van deze
handleiding.
56 - Communicatie (vervolg)
107