61 - Diagnose Test
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
Menu 60 - Systeem Menu 2
Optie 61 - Diagnose Test
De Galaxy onderzoekt elk randapparaat en rapporteert succesvolle communicatie tijdens deze periode als
een percentage.
Er zijn acht subopties. Wanneer u een van de subopties selecteert, wordt op het display het eerste type
randapparaat weergegeven dat in het systeem is geconfigureerd. Als er meer apparaten van een bepaald type
aanwezig zijn, kunt u met de scrolltoetsen door de overige apparaten bladeren.
1 = Bediendeel
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de
bediendelen.
2 = RIO
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de RIO's.
3 = RF
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de
RF-ontvangers. Wanneer u op de toets # drukt, krijgt u bovendien twee extra schermen waarop het RF-
ruisniveau en het maximale ruisniveau worden aangegeven.
OPMERKING:
Ontvangers van de 5800 series krijgen de bovenstaande informatie niet.
4 = Prox
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de
prox-lezers.
5 = PSU
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de Smart
PSU's.
6 = Reset Max/Min
De installateur kan met deze suboptie alle opgeslagen max/min-informatie wissen die gebruikt wordt in de
diagnose van de PSU, Zones (bedraad en draadloos) en het maximale ruisniveau op de ontvangers. Het
bericht WAARSCHUWING!!! ENT=RESET wordt weergegeven op het bediendeel voordat de reset
plaatsvindt.
7 = GSM
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de
GSM-module.
8 = Ethernet
Dit geeft het moduletype, adres en communicatieniveau tussen de centrale van de Galaxy 2 Series en de
Ethernet-module.
119