Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
Assistentie:
Op het bediendeel wordt een alarmmelding weergegeven en u hoort een snelle pieptoon.
De assistentie-uitgangen/communicatietriggers worden geactiveerd.
Brand:
Op het bediendeel wordt een brandmelding weergegeven met een langzame pieptoon, en
de brand-uitgang/communicatietriggers worden geactiveerd.
Paniek:
Alarm wordt weergegeven, u hoort een constante toon en de Paniek-uitgangen/
communicatietriggers worden geactiveerd.
OPMERKING:
14 = Lockouts
Deze parameter heeft vier instellingen:
0. Uit
1. Bediendeel
2. Keyfob en kaart
3. Alles
Wanneer optie 1 is geselecteerd, wordt het bediendeel geblokkeerd als er 10 ongeldige codes na elkaar
worden ingevoerd. De toets # is hierbij niet inbegrepen. Elk bediendeel dat is gebruikt om ongeldige codes in
te voeren, wordt gedurende twee minuten door het systeem overbrugd.
Op het bediendeeldisplay wordt aangegeven dat het bediendeel vanwege sabotage is geblokkeerd. Na 20
pogingen wordt sabotage gelogd en wordt een gebeurtenis gesignaleerd. Wanneer optie 2 of 3 is geselecteerd,
gelden voor draadloze fobs en prox-tags dezelfde regels.
15 = Speaker Mode
Met deze functie geeft u aan of de luidsprekerterminal (LS) fungeert als een luidsprekerdriver of als een
normaal geschakelde uitgang. Er zijn twee instellingen.
0. Open Collector Uitgang
1. SPK Driver
OPMERKING:
16 = Master Code
Met deze parameter geeft u aan of toegangsautorisatie is vereist. Er zijn twee instellingen:
1. Altijd geautoriseerd
2. Tijdelijk geautoriseerd
Deze instelling werkt via optie 48 = Installateur Toegang.
wanneer blokken zijn ingeschakeld, vindt bediening met de sneltoets plaats in het
gemeenschappelijke blok (blok vier).
sluit nooit een luidspreker op deze terminal aan wanneer deze optie is ingesteld op
OC Uitgang.
51 - Parameters (vervolg)
77