56 - Communicatie (vervolg)
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
09 = Encryptie
De Ethernet-module ondersteunt een geavanceerd 128-bits coderingsniveau voor alle communicatieopties.
Met deze optie kan de encryptie worden in- of uitgeschakeld voor elk van de communicatieopties.
1 = Alarm rapportage
In deze optie wordt bepaald of encryptie wordt toegepast op de primaire en secundaire signaalpaden.
Standaard is dit uitgeschakeld.
0 = Uit
Als deze instelling wordt geselecteerd, wordt encryptie voor het primaire en secundaire alarmtransmissiepad
uitgeschakeld.
1 = Aan
Als deze instelling wordt geselecteerd, wordt encryptie voor het primaire en secundaire alarmtransmissiepad
ingeschakeld. Deze optie kan alleen worden ingeschakeld als de ontvanger decodering ondersteunt, omdat er
anders geen gegevens kunnen worden ontvangen.
2 = Remote Service Toegang
In deze optie wordt bepaald of encryptie wordt toegepast op het gebruik van Remote Service software.
Standaard is dit uitgeschakeld.
0 = Uit
Als deze optie wordt ingeschakeld, is encryptie uitgeschakeld voor de remote service-software.
1 = Aan
Als deze optie wordt ingeschakeld, is encryptie ingeschakeld voor de remote service-software. Deze optie
kan alleen worden ingeschakeld als de ontvanger decodering ondersteunt, omdat er anders geen gegevens
kunnen worden ontvangen.
4 = Alarm Monitor
In deze optie wordt bepaald of encryptie wordt toegepast op de Alarm Monitor optie. Standaard is dit
uitgeschakeld.
0 = Uit
Als deze instelling wordt geselecteerd, wordt encryptie voor Alarm Monitoring-alarmtransmissiepaden
uitgeschakeld.
1 = Aan
Als deze instelling wordt geselecteerd, wordt encryptie voor Alarm Monitoring-alarmtransmissiepaden
ingeschakeld. Deze optie kan alleen worden ingeschakeld als de ontvanger decodering ondersteunt, omdat er
anders geen gegevens kunnen worden ontvangen.
113