56 - Communicatie (vervolg)
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
07 = Lijn Fout
Met de lijnfout optie kan worden ingesteld welke Ethernet verbindingen moeten worden gecontroleerd.
Zowel de beschikbaarheid van het netwerk als het geprogrammeerde transmissiepad tussen de Ethernet
module en de ontvanger applicatie kunnen worden gecontroleerd.
1 = Netwerk
Deze optie controleert de verbinding tussen de Ethernet module en het lokale netwerk.
0 = Uit
Indien de Netwerk controle wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding tussen de Ethernet module en het
lokale netwerk niet gecontroleerd. Als het lokale netwerk niet beschikbaar is of de Ethernet module is
losgekoppeld van het netwerk, wordt geen lijnfout aangegeven.
1 = Aan
Als de Netwerk controle is ingeschakeld, zal de verbinding tussen de Ethernet module en het lokale netwerk
worden gecontroleerd. Als de Ethernet module wordt losgekoppeld van het netwerk of het lokale netwerk is
niet beschikbaar, zal een lijnfout worden aangegeven op het paneel. Een Lijnfout wordt in het geheugen
geregistreerd.
2 = Signaalpad
Deze optie bepaald welke signaalpaden worden gecontroleerd door de Ethernet module. Het controleren
van de transmissie wordt uitgevoerd door het versturen van supervisie signalen (polling) tussen de ontvanger
applicatie en de Ethernet module. De Ethernet module moet het polsignaal minstens zo vaak ontvangen als
geprogrammeerd in menu 56.4.2.7 Interval Als het signaal niet wordt ontvangen, is een lijnfout het gevolg.
Bij de lijnfout zal worden aangegeven welk transmissiepad heeft gefaald met het bijbehorende IP adres
van de bestemming.
Opties zijn beschikbaar voor bepaalde paden of alle paden.
1 = Primair
Indien geselecteerd, zal de Ethernet module alleen het Primaire signaalpad controleren. Alle andere
signaalpaden worden niet gecontroleerd.
2 = Secundair
Indien geselecteerd, zal de Ethernet module alleen het Secundaire signaalpad controleren. Alle andere
signaalpaden worden niet gecontroleerd.
3 = Alarm Monitor
Indien geselecteerd, zal de Ethernet module alleen het Alarm Monitor signaalpad controleren. Alle andere
signaalpaden worden niet gecontroleerd.
4 = Iedere
Indien geselecteerd, zal de Ethernet module alle signaalpaden controleren. Als een supervisiefout wordt
waargenomen in één van de signaalpaden, is een lijnfout het gevolg.
5 = Alles
Indien geselecteerd, zal de Ethernet module alle signaalpaden controleren. Als een supervisiefout wordt
waargenomen op alle signaalpaden, is een lijnfout het gevolg.
112