51 - Parameters (vervolg)
3. Hoorbare Jam
Met deze parameter onderdrukt u alarmindicaties voor hoorbare storingsfouten. De parameter heeft twee
instellingen:
0 = Uit (altijd stil). Dit is de standaardinstelling.
1 = Aan (volgt de waarschuwingsprogrammering in parameter 23)
4. Hoorbare Supervisie
Met deze parameter wijst u de indicatie toe voor supervisiefouten. De parameter heeft twee opties:
0 = Uit (altijd stil). Dit is de standaardinstelling.
1 = Aan (volgt de waarschuwingsprogrammering in parameter 23)
5. Hoorbare Lage Batterij
Met deze parameter wijst u de indicatie toe voor RF lage batterij fouten. De parameter heeft twee opties:
0 = Uit (altijd stil). Dit is de standaardinstelling.
1 = Aan (volgt de waarschuwingsprogrammering in parameter 23)
6. RF Controle
De RF Controle waarschuwt de gebruiker dat het systeem niet in staat is om de status van de detector te
bepalen, omdat in 20 minuten tijd geen signalen zijn ontvangen.. Er zijn twee opties:
0 = Uit
Met deze optie wordt de controle van de RF Inschakel Voorwaarden (zie hoofdstuk 8, RF Inschakel
Voorwaarden) uitgeschakeld.
1 = Aan
Met deze optie wordt de controle van de RF Inschakel Voorwaarden ingeschakeld.
55 = DD243
Met de opties van deze parameter kan de bevestigde alarmrapportagebewerking worden gewijzigd om het
systeem aan te passen aan de eisen van DD243: 2002, afhankelijk van het type installatie. De standaardopties
moeten worden gebruikt in alle installaties waar keyfobs voor het uitschakelen worden gebruikt.
1. Bevestigings Tijd
0 - 60 minuten, 0 = Volledige inschakelperiode (standaard 30 minuten)
2. Bevestigings Mode
Dit geeft aan of en wanneer een ononderbroken bevestigd alarmrapport kan worden gegenereerd. Een
ononderbroken alarm betekent dat twee aparte alarmzones moeten worden geactiveerd tijdens de
ingeschakelde periode binnen het bevestigde alarmtijdvenster. Deze optie heeft vier instellingen:
0 = Uitgeschakeld
Er worden signalen voor een bevestigd alarm gegenereerd.
1 = Tot Laatste (zonder keyfobs)
Deze optie betekent dat een bevestigd alarm kan optreden tijdens de ingeschakelde staat totdat een
Laatste Deur zone wordt geactiveerd en de ingangstimer wordt gestart. Vanaf dat moment kan geen
bevestigd alarm worden gegenereerd totdat een gebruiker het systeem uitschakelt en weer inschakelt.
2 = Behalve Laatste (met keyfobs). Dit is de standaardinstelling.
Deze optie houdt in dat een bevestigd alarm kan worden gegenereerd tijdens de ingeschakelde staat,
behalve tijdens de ingangsvertragingsperiode. Als een Laatste Deur-zone de ingangstimer start en een
tijdsoverschrijding optreedt, treedt de functie voor bevestigd alarm weer in werking nadat de
tijdsoverschrijding is opgetreden.
Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
82