Installatie- en programmeerhandleiding voor Galaxy 2-serie
2 = Toegang Mode
Met deze optie bepaalt u welke autorisatie is vereist voor een remote service verbinding. Er zijn twee opties:
1 = Direct Toegang
Hiermee is toegang altijd toegestaan. Het remote centrum kan rechtstreeks inbellen bij de centrale en toegang
krijgen. Als in optie 3 een terugbelnummer is geprogrammeerd, moet de verbinding via de terugbelprocedure
worden gemaakt.
2 = Manager Autorisatie
De gebruiker moet remote service autoriseren via menu 47. De centrale beantwoordt geen inkomende oproep
zonder autorisatie.
3 = Terugbel Nummer
De software voor remote service vraagt de Galaxy 2 Series om het geprogrammeerde telefoonnummer terug
te bellen.
4 = Downloader ID
Met deze optie geeft u een achtcijferig id-nummer op voor centrales die communiceren via de software voor
remote service. Deze optie is standaard ingesteld op 99999999. Dit is een veiligheidsnummer dat niet op het
bediendeel kan worden weergegeven.
17 = SMS
Als secundaire alarmmelding voor eindgebruikers is een voorziening voor het verzenden van SMS-berichten
aan maximaal 3 telefoonnummers opgenomen. Dit communicatieprotocol verzendt slechts eenmaal nadat een
geprogrammeerde hoofdsignalering is voltooid of nadat alle belpogingen zijn voltooid.
De centrale belt het berichtencentrumnummer en laat een bericht achter voor elk van de geprogrammeerde
mobiele telefoonnummers, op basis van de geselecteerde gebeurtenistypeblokken.
Als een oproep wordt verzonden naar een SMS-centrumnummer en een nieuwe gebeurtenis optreedt die naar
de hoofdalarmmeldkamer moet worden verzonden, wordt de oproep naar het SMS-centrumnummer normaal
voltooid voordat het hoofdnummer wordt gebeld.
In de volgende tabel staan de gebeurtenistypen voor deze optie:
Voor elk van de bovenstaande gebeurtenissen, worden de volledige tekstgegevens van het
gebeurtenislogboek, inclusief de extra infodisplay, als een SMS-bericht verzonden. Houd er rekening mee dat
voor alarmactiveringen alleen de eerste twee alarmactiveringen in elke ingeschakelde periode worden
verzonden. Dit wordt bij herinschakeling gereset.
Als er geen kiss-off wordt ontvangen, belt het systeem opnieuw gedurende twee minuten in. Het opnieuw
inbellen vindt binnen 5 à 10 seconden van de vorige oproep plaats. Er wordt geen communicatiefout
gegenereerd als de oproepen niet succesvol zijn, maar er wordt een SMS-storinggebeurtenis in het logboek
opgenomen.
Als SMS is geprogrammeerd om via de PSTN- én de GSM-modules te verzenden, probeert de centrale
altijd met de GSM-module te verzenden. De PSTN-module dient alleen als reserve.
T
y
p
e
G
e
b
e
r u
e t
n
1
l A
r a
m
g
e
b
e
r u
e t
2
l A
r a
m
e
n
n i
c s
h
3
l A
r a
m
e
n
o f
t u
4
A
e l l
g
e
b
e
r u
e t
i n
Tabel 30. Gebeurtenistypen
103
56 - Communicatie (vervolg)
s i
s
e
n
i n
s s
e
n
a
k
e
e l
n
s s
e
n