Starten van de graafmachine met starthulp
Als starthulp mag alleen een voertuig of startapparaat worden gebruikt, indien deze over een 12-
V-voeding beschikt.
De gebruiker bevindt zich op de bestuurdersplaats, het aansluiten van de starthulpaccu moet
door een tweede persoon worden uitgevoerd.
•
Accu bereikbaar maken en pluspoolkap verwijderen.
•
Het starthulpvoertuig of het startapparaat naast de graafmachine positioneren.
Als starthulpkabels moeten kabels met een vol-
doende doorsnede worden gebruikt.
•
De pluspool van de accu van de graafmachine met de plus-
pool van het starthulpvoertuig verbinden (zie afbeelding).
•
De minpool van het starthulpvoertuig met het chassis van
de graafmachine verbinden. De verbindingsplaats van het
chassis moet blank en schoon zijn.
•
Het starthulpvoertuig starten en met verhoogd stationair toerental laten draaien.
•
Graafmachine starten en laten draaien. Controleren, of na het starten de laadstroomcontrolelamp is uitge-
gaan.
•
De starthulpkabel eerst van het chassis van de graafmachine en daarna van de minpool van het starthulp-
voertuig losmaken.
•
De tweede starthulpkabel eerst van de pluspool van de accu van de graafmachine en daarna van de plus-
pool van het starthulpvoertuig losmaken.
•
Pluspoolkap van de accu van de graafmachine plaatsen en het deksel en de rubbermat aanbrengen.
•
Indien de volgende start opnieuw slechts met starthulp is mogelijk, moet de accu en het laadstroomcircuit
van de dynamo worden gecontroleerd; vakpersoneel op de hoogte stellen.
86
Bedrijf