Afstellen van de rupsbandspanning
Spannen
•
Deksel (1) van de rupsbandspaninrichting verwijderen.
•
Vetspuit op de smeernippel (2) plaatsen.
•
Vetspuit bedienen, totdat de voorgeschreven rupsband-
spanning is bereikt.
Ontspannen
•
Drukklep (3) voorzichtig eruit draaien en rupsband ontspannen.
Voorzichtig; er kan vet uit de opening van de cilinder spuiten.
•
Drukklep terugplaatsen en met 98-108 Nm vastdraaien.
•
Rupsband spannen.
Controleren van de rupsbandspanning
•
De rupsband staat met de naad (1) midden tussen de loop-
wiel en aandrijftandwiel.
•
Rupsbanddoorhanging, zoals op de afbeelding weergege-
ven, controleren.
Rupsbanddoorhanging "A"
•
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan 15 mm, moet
de rupsband worden nagespannen.
•
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
•
Motor starten en geheven rupsband kort laten draaien.
Voorzichtig; de omgeving van de draaiende rupsband moet vrij van personen zijn. Na het draaien
moet de startschakelaar in stand STOP worden gezet en de contactsleutel worden verwijderd.
•
Rupsbandspanning opnieuw controleren, zo nodig afstellen.
•
Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren.
122
10-15 mm
Onderhoud