Bedrijf
Afstelling van de veervoorspanning (gewicht bestuurder)
•
Met de draaigreep (voorafgaande afbeelding/4) kan de stoel op het gewicht van de bestuurder worden af-
gesteld. Als afstelhulp is de gewichtsindicator (voorafgaande afbeelding/3) aangebracht.
•
Door het verdraaien van de draaigreep in richting "+" wordt de veerspanning verhoogd (voor een zware
gebruiker); door het verdraaien van de draaigreep in richting "-" wordt de veerspanning verlaagd (voor een
lichte gebruiker).
•
De stoel zo afstellen, dat een goed veringscomfort wordt bereikt.
Afstelling van de zithoogte (lengte onderbeen van gebruiker)
•
De afstelling van de zithoogte vindt plaats door het verdraaien van de draaiknop (voorafgaande afbeel-
ding/2). De zithoogte is afhankelijk van het ingestelde cijfer (0, I, II, III), waarbij de stand 0 de laagste af-
stelmogelijkheid is. De zithoogte in combinatie met de zitafstand zo afstellen, dat de bedieningselementen,
die met de voeten worden bediend, veilig kunnen worden bediend.
Afstelling van de rugleuning
•
De rugleuning iets ontlasten en de hendel (voorafgaande afbeelding/1) omhoog trekken, door het naar vo-
ren buigen of terugleunen de gewenste zitpositie afstellen; hendel loslaten. De rugleuning moet zodanig
worden afgesteld, dat de bedieningshendels bij compleet aanliggende rug van de gebruiker veilig kunnen
worden bediend.
Veiligheidsgordel
•
Veiligheidsgordel omdoen.
•
Lengte van de veiligheidsgordel zo afstellen, dat de gordel nauw op het lichaam aansluit maar niet stoort.
Het gebruik van de graafmachine zonder aangesloten veiligheidsgordel is verboden.
Afstellen van de buitenspiegels
•
Afstelling van de buitenspiegels controleren en zo nodig de afstelling zodanig veranderen, dat een opti-
maal zicht gewaarborgd is.
Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor
De graafmachine is met een diefstalbeveiliging (blz. 92) uitgerust.
Voordat de graafmachine voor de eerste keer op een werkdag wordt gestart, moeten de werk-
zaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen worden uitgevoerd (blz. 52).
Waarborgen, dat zich geen personen in het bereik van de graafmachine bevinden. Indien niet
kan worden voorkomen, dat zich personen in de buurt van de graafmachine bevinden, moeten
deze worden gewaarschuwd door kort te claxonneren.
Waarborgen, dat alle bedieningselementen in de neutrale stand staan.
59