Bedrijf
Gebruik in de winter
Met gebruik in de winter wordt het bedrijf van de graafmachine bij een buitentemperatuur onder -5 °C bedoeld.
Werkzaamheden vóór de winter
•
Zo nodig motorolie en hydraulische olie door de voor het gebruik in de winter specifieke viscositeiten ver-
vangen.
•
Alleen in de handel gebruikelijke dieselolie met wintertoevoegingen gebruiken. Het bijmengen van benzine
is verboden.
•
Laadtoestand van de accu controleren. Bij extreme temperaturen moet zo nodig de accu na het buiten be-
drijf stellen worden verwijderd en in een verwarmde ruimte worden opgeslagen.
•
Antivriesgehalte van het koelsysteem controleren (blz. 104); het antivriesgehalte moet zo worden aange-
vuld, dat het tussen -25 °C en -40 °C ligt.
•
Alle rubberpakkingen van de ruiten, van de cabinedeur en de glijgeleiding van de zijruit met talkpoeder
resp. siliconenolie insmeren.
•
Alle sloten, behalve de startschakelaar, met grafietvet smeren.
•
Scharnieren van de bestuurdersdeur met de vetspuit doorsmeren.
•
Ruitensproei-installatie met vorstvrij ruitenreinigingsmiddel vullen (blz. 87).
Gebruik gedurende de winter
•
Na beëindiging van de werkzaamheden moet de graafmachine worden schoongemaakt (blz. 104); bijzon-
dere aandacht moet worden besteed aan de rupsbanden, de voorzetapparatuur en de zuigerstangen van
de hydraulische cilinders. Indien de graafmachine met een waterstraal wordt schoongemaakt, moet deze
aansluitend in een droge, vorstvrije en goed geventileerde ruimte worden geparkeerd.
•
Zo nodig moet de graafmachine op planken of matten worden geparkeerd, om het vastvriezen aan de
grond te voorkomen.
•
Vóór het in bedrijf stellen controleren, of er geen ijs aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders
bevindt; ijs kan de pakkingen beschadigen. Verder moet worden gecontroleerd, of de rupsbanden op de
grond zijn vastgevroren; indien dit zo is, mag de graafmachine niet in bedrijf worden gesteld.
Wees voorzichtig bij het in- en uitstijgen; de rupsband kan glad zijn.
•
De graafmachine na het starten niet belasten. Voordat met werkzaamheden met voorzetapparatuur wordt
begonnen, moet de graafmachine worden warmgereden. Niet in stilstand laten warmdraaien.
85