Bergen, laden en transport
Laden/lossen van de graafmachine met een kraan
Hoofdstuk Veiligheidsbepalingen (blz. 13) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het laden/lossen
van de graafmachine met een kraan (blz. 23) in
acht nemen.
•
De graafmachine op een vlakke ondergrond in de hefpositie
(zie afbeelding) brengen.
•
Het dozerblad tot de aanslag van de dozerbladcilinder hef-
fen, zie ook paragraaf Graafwerkzaamheden (gebruik van
de bedieningselementen) (blz. 67).
•
Boom recht ten opzichte van de lengteas van de bovenwa-
gen uitrichten.
•
Boomcilinder, bakcilinder en armcilinder tot de aanslag uit-
schuiven.
•
Bovenwagen draaien, zodat het dozerblad aan de achter-
zijde is geplaatst.
•
De deur en de kappen sluiten en vergrendelen.
Altijd de machine horizontaal houden. Daarbij erop
letten, dat de middenlijn van de kraanhaak zo
nauwkeurig mogelijk op de draaimiddenlijn van de
graafmachine is gericht en dat de hefhoek over-
eenkomt met de normen. Graafmachine heffen.
De hijsogen aan de cabine dienen niet voor het hef-
fen van de graafmachine. Het heffen van de graaf-
machine met behulp van deze ogen is verboden.
Hijskabel (3), zoals afgebeeld, om de boom bevestigen. Boom
met doeken (4) tegen beschadigingen beschermen. Hijskabels
(1 en 3) met een harpsluiting (2) verbinden.
Hijskabel (6), zoals afgebeeld, op de linkerzijde aan het dozer-
blad bevestigen. Dozerblad met doeken (5) tegen beschadigin-
gen beschermen. Hijskabels (1 en 6) met een harpsluiting (2)
verbinden.
Hijskabels (3 en 4), overeenkomstig met de linkerzijde, op de
rechterzijde aan het dozerblad bevestigen.
25